Examen vastgoedrecht alles

Subjectief recht

Bevoegdheid die een rechtssubject in een objectieve rechtsregel kan terugvinden.

Objectief recht

Geheel van regels die gelden voor alle rechtssubjecten.

Dwingend recht

Regels die naleving vereisen en waarbij geen afwijking mogelijk is.

Aanvullend recht

Regels waarvan afgeweken kan worden als rechtssubjecten een andere regeling hebben getroffen.

Algemene normen

Gelden voor alle rechtssubjecten.

Individuele normen

Gelden voor specifieke rechtssubjecten.

Rechtssubject

Persoon voor wie de rechtsnorm rechten en plichten meebrengt.

Rechtsfeit

Gebeurtenis, omstandigheid of handeling waaraan het objectief recht rechtsgevolgen koppelt.

Rechtshandeling

Handeling bewust gesteld om rechtgevolgen te bereiken die het objectief recht aan die handeling heeft verbonden.

Materieel recht

Regels die rechten en plichten opleggen.

Formeel recht

Regels die de naleving van het materieel recht verzekeren.

Publiekrecht

Regelt rechtsbetrekkingen van de staat en onderdelen ten opzichte van elkaar en burgers.

Privaatrecht

Ordent rechtsverhoudingen tussen burgers onderling.

Wetgeving

Algemeen bindende voorschriften met normatief karakter uitgevaardigd door de bevoegde overheid.

Internationale verdragen

Overeenkomsten tussen staten die regels vastleggen met gelding in België.

Grondwet

Fundamentele wet die de inrichting van de Belgische staatsstructuur en fundamentele rechten en vrijheden regelt.

Bijzondere wetten

Wetten die specifieke regels vastleggen voor bepaalde situaties of gebieden.

Bijzondere wetgeving

Regels met betrekking tot de federale staatsvorm die aangenomen worden door de federale wetgever met een bijzondere meerderheid (meerderheid per taalgroep in K/S én 2/3 in geheel) en enkel wijzigbaar zijn met die meerderheid. Ze hebben voorrang op gewone wetten.

Monocamerale procedure

Een wetgevingsprocedure waarbij het wetsvoorstel wordt besproken en behandeld in een plenaire vergadering van het parlement.

Bicamerale procedure

Een wetgevingsprocedure waarbij het wetsvoorstel wordt besproken en behandeld in twee kamers van het parlement.

Optioneel bicamerale procedure

Een wetgevingsprocedure waarbij het wetsvoorstel optioneel besproken kan worden in twee kamers van het parlement, met het evocatierecht van de Senaat.

Decreet

Een regionaal bijzonder decreet dat wordt goedgekeurd met 2/3 van de stemmen in het betrokken parlement.

Federale wet

Een wet die wordt besproken en behandeld in een plenaire vergadering van het federale parlement.

Koninklijk besluit (KB)

Een besluit van de uitvoerende macht, de Koning of de Regering, dat dient voor de verdere uitwerking en precisering van wetten, maar ondergeschikt is aan wetten en niet in staat is om een wet te wijzigen of op te heffen.

Ministerieel besluit (MB)

Een besluit van de uitvoerende macht, één of meerdere ministers, dat ondergeschikt is aan wetten en koninklijke besluiten en vaak dient voor verdere detaillering van een koninklijk besluit.

Besluit deelregering

Een besluit van de uitvoerende macht, de deelregering (niet de Koning), dat dient voor de verdere uitwerking en precisering van een decreet of ordonnantie.

Provinciaal reglement

Een reglement dat wordt goedgekeurd door de Provincieraad en gepubliceerd wordt in het Bestuursmemoriaal van de provincie.

Gemeentelijk reglement

Een reglement dat wordt goedgekeurd door de Gemeenteraad en gepubliceerd wordt op de webtoepassing van de gemeente.

Internationale verdragen

Normen van secundair internationaal recht die voorrang hebben op de grondwet, bijzondere wetten, gewone wetten, koninklijke besluiten, ministeriële besluiten, provinciale reglementen en gemeentelijke reglementen.

Rechtspraak

Het geheel van uitspraken van de verschillende rechtscolleges, zoals vonnissen van rechtbanken en arresten van hoven. Het wordt gebruikt bij onduidelijke wetgeving of concrete toepassingen waarbij interpretatie nodig is, maar heeft geen algemene gelding en is niet bindend voor andere rechtssubjecten.

Rechtsleer of doctrine

Het geheel van standpunten van rechtsgeleerden in handboeken, verzamelwerken, artikels en noten. Het heeft geen dwingende kracht, maar wordt wel meegenomen in de visie van belangrijke rechtsgeleerden en beïnvloedt de inhoud van toekomstige wetten en rechtspraak.

Gewoonte

Normen die ontstaan uit lang en eenvormig gebruik door de gemeenschap, zonder dat het in geschreven rechtsregels staat. Het bestaat uit een materieel of feitelijk bestanddeel (concreet gebruik) en een psychologisch bestanddeel (rechtsovertuiging).

Algemeen rechtsbeginsel

Beginselen die het moreel en institutioneel geraamte vormen waarop maatschappelijke organisatie berusten en niet in geschreven teksten neergelegd zijn. Ze vullen het stilzwijgen of onvolledigheid van de wet aan, zoals het recht van verdediging en het verbod van rechtsmisbruik.

Verbintenis

Een rechtsband waarbij een schuldeiser van een

Ondeelbaarheid

Overdracht van een appartement aan de huurder en binnen 3 weken de badkamer is niet opgesplitst, de verbintenis is ondeelbaar.

Hoofdelijke (solidaire) verbintenissen

Verbintenissen waarbij meerdere partijen samen verantwoordelijk zijn voor het geheel.

Passieve hoofdelijkheid

Vergelijkbaar met ondeelbaarheid, maar geen overerfbaarheid.

Actieve hoofdelijkheid

Elke partij staat in voor het geheel en de gehele betaling door één partij bevrijdt alle andere partijen.

Verjaring

Het verstrijken van de termijn waarbinnen een vordering kan worden ingesteld.

Ingebrekestelling

Het officieel aanspreken van de schuldenaar op zijn verzuim.

Interesten

Vergoeding voor het gebruik van geleend geld.

Bijdrageverhouding

De verdeling van de verplichtingen tussen de partijen onderling.

Verbintenissen in solidum

Meerdere samenlopende fouten of schulden leiden tot éénzelfde schade en alle partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk.

Regresvordering

Het recht van een partij om een andere partij aan te spreken voor de schade die zij heeft geleden.

Voorwaardelijke verbintenissen

Verbintenissen die afhankelijk zijn van een bepaalde voorwaarde.

Opschortende voorwaarde

De verbintenis bestaat, maar de uitvoering ervan wordt uitgesteld totdat aan de voorwaarde is voldaan.

Ontbindende voorwaarde

De verbintenis blijft bestaan totdat aan de voorwaarde is voldaan, waarna de verbintenis tenietgaat.

Geldigheid voorwaarde

De voorwaarde mag geen ongeoorloofde prestatie of oorzaak bevatten.

Verbintenissen onder tijdsbepaling

Verbintenissen die afhankelijk zijn van een bepaalde termijn.

Nakoming

Het voldoen aan de verbintenis door betaling.

Tenietgaan van verbintenissen

De beëindiging van de verbintenis.

Interpretatie van contracten

Het uitleggen van de inhoud en bedoeling van een contract.

Bindende werking

Een geldige overeenkomst heeft dezelfde waarde als een wet.

Goede trouw

Partijen moeten te goeder trouw handelen bij het uitvoeren van het contract.

Imprevisieleer

Een verandering van omstandigheden na het sluiten van het contract kan heronderhandeling rechtvaardigen.

(Niet-)nakoming van contractuele verbintenissen

De gevolgen van wel of niet nakomen van de verbintenis, zoals uitvoering in natura, herstel van schade, ontbinding van het contract, prijsvermindering of exceptie niet-uitvoering.

Ingebrekestelling

Het aanspreken van de schuldenaar om de verbintenissen na te komen.

Exceptie Niet-uitvoering en Retentierecht (ENAC)

Het tijdelijk opschorten van de eigen verbintenis zolang de schuldenaar niet behoorlijk nakomt.

Retentierecht

Het recht van de schuldeiser om het goed dat hem is overhandigd niet terug te geven totdat de schuldenaar heeft betaald.

Gedwongen Uitvoering in Natura

SA voert de verbintenis uit of derde doet dit op kosten van SA. Drukmiddel:dwangsom bij weigering.

Recht op Herstel van Schade

Vervangende schadevergoeding als uitvoering in natura niet mogelijk of wenselijk is. Omvang kan contractueel worden bepaald.

Ontbinding Contract

Bij ernstige tekortkoming door SA. Partijen bevrijd van verbintenissen, terugname van bepaalde zaken, eventuele bijkomende SV.

Prijsvermindering

Toch niet aansprakelijk 🡪 Bevrijdingsbeding:Clausule waarin een partij zich geheel of gedeeltelijk ontdoet van aansprakelijkheid.

Bewarend Beslag

Voor urgentie, schuldvordering zeker, vaststaand en opeisbaar, rechterlijke machtiging nodig tenzij alternatieve titel.

Uitvoerend Beslag

Voor uitvoerbare titel, betekening en bevel tot betalen door deurwaarder.

Derdenbeslag

Beslag op klant's bankrekening (derde). Aannemer betaalt niet, stenenleverancier legt (bewarend) beslag bij bouwheer.

Bijzondere overeenkomsten

Benoemde overeenkomsten. Veel terug te vinden in het oud BW! Grotendeels aanvullend recht.

Bijzondere overeenkomsten

Koop-verkoop:Een overeenkomst waarbij de ene partij (verkoper) zich verbindt een zaak te leveren aan de andere partij (koper) tegen een prijs in geld.

Eigendomsoverdracht

Overeenkomst waarbij de ene partij (verkoper) zich verbindt een zaak te leveren aan de andere partij (koper) tegen een prijs in geld.

Koop

Een consensuele overeenkomst met onmiddellijke eigendomsoverdracht.

Prijs

Betaling van een geldsom. Als een ander goed aanbiedt, is het geen koop maar een ruil.

Vrijwaring voor uitwinning

Verkoper waarborgt rustig en vreedzaam bezit, zonder rechtsaanspraken van derden.

Vrijwaring voor verborgen gebreken

Het geleverde goed mag geen verborgen gebreken hebben.

Huur

Een overeenkomst waarbij de ene partij (verhuurder) zich verbindt om de andere (huurder) het genot van een goed te doen hebben gedurende een zekere tijd en tegen een bepaalde prijs, die huurder zich verbindt te betalen.

Verplichtingen huurder

Leveren en onderhouden van het gehuurde goed, rustig genot verlenen aan de huurder, vrijwaren voor verborgen gebreken, vrijwaren voor eigen daad verhuurder, vrijwaren voor rechtstoornissen van derden.

Verplichtingen van de huurder

Goed gebruiken als een redelijk persoon, betaling van de huurprijs, bepaalde kosten/lasten dragen, huisraad in het gehuurde goed voorzien, teruggave van het gehuurde goed aan het einde van de overeenkomst.

Bepaalde duur

Een huurovereenkomst die voor een bepaalde tijd is aangegaan en automatisch eindigt (artikel 1737 oud BW).

Huurovereenkomst van onbepaalde duur

Een huurovereenkomst die geen vaste einddatum heeft en waarbij opzegging vereist is (artikel 1736 oud BW).

Vlaamse Woninghuurdecreet (Vl

Wetgeving die van toepassing is op huurovereenkomsten gesloten vanaf 1 januari 2019.

Dwingend recht

De meeste bepalingen van het Vlaamse Woninghuurdecreet zijn verplicht en kunnen niet worden afgeweken (artikel 6 Vl. Whd.).

Niet geregeld

Als er geen specifieke regeling is, geldt het Vlaamse Woninghuurdecreet (artikel 3 Vl. Whd.).

Toepassingsgebied

Het Vlaamse Woninghuurdecreet is van toepassing op huurovereenkomsten die met toestemming van de verhuurder dienen als hoofdverblijfplaats van de huurder, inclusief roerende goederen zoals woonboten of caravans (artikel 5 Vl. Whd.).

Veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit

Het verhuurde goed moet voldoen aan elementaire vereisten op het gebied van veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit (artikel 12 Vl. Whd.).

Geschrift

Een huurovereenkomst moet schriftelijk worden opgesteld en bepaalde elementen bevatten (artikel 8 Vl. Whd.).

Plaatsbeschrijving

Een beschrijving van de staat van het gehuurde goed, waarbij de vraag wie de kosten draagt afhankelijk is van de afspraken (artikel 9 Vl. Whd.).

Registratie

De huurovereenkomst moet binnen twee maanden na het sluiten ervan worden geregistreerd, anders kan de huurder zonder opzegtermijn opzeggen (artikel 19, 3°, a) W. Reg.).

Duur

De standaardduur van een huurovereenkomst is 9 jaar, met uitzonderingen voor kortere of langere duur en voor het leven (artikel 16 Vl. Whd.).

Opzeggen

Bij een huurovereenkomst van 9 jaar kan de huurder vroegtijdig opzeggen met een opzegtermijn van 3 maanden en een vergoeding afhankelijk van het aantal jaren (artikel 16 Vl. Whd.). Bij een huurovereenkomst van bepaalde duur is opzegging nodig aan het einde van de termijn, anders wordt de huurovereenkomst verlengd tot 9 jaar, met een vergoeding afhankelijk van het aantal jaren (artikel 16 Vl. Whd.).

Huwelijksvermogensrecht

Het geheel van regels die de vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk regelen.

Primair stelsel

Het huwelijksvermogensrechtelijke stelsel waarbij er rechten en plichten gelden voor alle echtgenoten en waarvan niet kan worden afgeweken (artikel 212-224 oud BW).

Secundair stelsel

Het huwelijksvermogensrechtelijke stelsel waarbij echtgenoten de vrijheid hebben om regels toe te passen op hun vermogen (artikel 2.3.12 BW).

Wettelijk stelsel

Het standaard huwelijksvermogensrechtelijke stelsel dat van toepassing is, tenzij er bij huwelijkscontract van wordt afgeweken (artikel 2.3.12 BW).

Baten

Goederen die eigen zijn, zoals goederen van voor het huwelijk, goederen door schenking of erfenis tijdens het huwelijk, en goederen die uit hun

Straffe van nietigheid

Een sanctie die kan worden opgelegd wanneer een handeling of overeenkomst in strijd is met de wet en daardoor ongeldig is.

Art 700 Ger W

Artikel 700 van het Gerechtelijk Wetboek, dat betrekking heeft op de straffe van nietigheid.

Dagvaarden

Het officieel oproepen van een persoon om voor de rechter te verschijnen in een gerechtelijke procedure.

Verzoekschrift

Een schriftelijk verzoek aan de rechter om een bepaalde beslissing te nemen of actie te ondernemen.

Vrijwillige verschijning

Het vrijwillig verschijnen voor de rechter zonder te worden gedagvaard.

Art 702 Ger W

Artikel 702 van het Gerechtelijk Wetboek, dat betrekking heeft op de vrijwillige verschijning.

Art 707 Ger W

Artikel 707 van het Gerechtelijk Wetboek, dat betrekking heeft op de termijn van 8 dagen voor het indienen van een verzoekschrift.