100 fautes (1-50)

thuiskomen

rentrer chez soi

de laatste tijd

ces derniers temps

een kans laten liggen

manquer sa chance

gelijke kansen

les opportunités égales

kans maken op

avoir une chance de

iets op goed geluk doen

faire au hasard

kennis hebben van

avoir des connaissances de/ sur

iets/ iemand beschouwen als

considérer qlq/ qlqc comme

in de problemen zitten

avoir des problèmes

in een depressie zitten

être en dépression

in de gevangenis zitten

être en prison

er zit een vlekje in je broek

il y a une tache sur ton pantalon

op het punt staan te...

être sur le point de

staan te wachten

attendre qlq

in de oven liggen/ zitten

être au four

iets hangt te drogen

ça sèche

stilstaan

être à l'arrêt

in de file staan/ zitten

être dans les bouchons

in het karakter liggen

c'est dans son caractère

op het programma staan

être au programme

wakker liggen van iets

être préoccupé par qqch

op de foto staan

être sur la photo

goed zitten

bien aller

foto maken

faire des photos

het huishouden doen

faire le ménage

een voorstel doen

faire une proposition

een wandeling maken

faire une promenade

een onderzoek doen

faire une recherche

een beroep doen op

faire appel à, recourir à, solliciter

thee/ koffie zetten

faire du thé/café

de clown uithangen

faire le clown

een verklaring afleggen

faire une déclaration

een toespraak houden

faire un discours

chanteren/ chantage plegen

faire du chantage

een studie maken

faire une étude

bekend maken

rendre public

een reis maken

faire un voyage

vorderingen maken

faire des progrès

pijn doen

faire mal

winst maken

faire des bénéfices

op slot doen

fermer à clé

openbaar maken

rendre public

doen denken aan

faire penser à

zijn haar laten knippen

se faire couper les cheveux

een bezwaar maken tegen

objecter

alsof doen

faire semblant

op de post doen

mettre à la poste

doen over iets

mettre du temps à faire qqch

kwaad doen

faire du mal à

schulden maken

s'endetter

zijn doen en laten

ses faits et gestes

gemengd nieuws

les faits divers

in feite

en fait

voor een voldongen feit plaatsen

mettre devant le fait accompli

tikfouten

fautes de frappe

vol fouten staan

être rempli de foutes

in de fout gaan

commettre une erreur

braaf

gentil, sage

brutaal

grossier, insolent

het horloge

la montre

je cijfer

la note, les points

oraal

oral, qui se prend par la bouche (médoc)

het verslag

le rapport, le compte rendu

het rapport

le bulletin

royaal

copieux

ten einde lopen

se finir

ter einde komen

arriver à son terme

dat is een lang verhaal

c'est une longue histoire

de mop, de grap

l'histoire drôle

moppen te tappen

raconter des blagues

grappen te vertellen

raconter des blagues

lang verhaal kort te maken

pour faire court

het is altijd dezelfde verhaal

c'est toujours la même histoire!

de geschiedenis herhaalt zich

l'histoire se répète

belang hechten aan

accorder de l'importance à

interesse tonen voor

montrer de l'intérêt pour

het nut

l'utilité

x euro rente

un intérêt de x €

de rentevoet

le taux d'intérêt

het algemeen belang

l'intérêt général, commun

doorgaans

la plupart du temps

Moeder Aarde

mère nature

in zijn aard liggen

être dans sa nature

de opwarming van de aarde

le réchauffement de la terre

van natuur/ van aard

de nature

een plezier doen

faire plaisir

voor het eerst

pour la première fois

de presentatie, de voordracht

la présentation (scolaire bv)

het voorstel

la proposition, l'offre

de voorstelling

la représentation, le spectacle

PowerPointpresentatie

un PP

het wetvoorstel

la proposition de loi

de NGO

ONG

klaar staan

être prêt

bereid zijn tot

être disposé à, prêt à

... en klaar is Kees!

et le tour est joué

kant-en-klaar

préparé/ tout fait

de reden (pl: redenen)

l'argument, la cause

de rede

la pensée, la raison

de rede (pl: redes), de redevoering

le discours