1/66
Dierhygiƫne huisvesting welzijn economie
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Dauwpunt
temperatuur waarop condensatie optreedt doordat het verzadigingspunt is bereikt
Drogend vermogen
hoeveel extra vocht er nog in gas kan worden omgezet bij een bepaalde temperatuur
Sensibele warmte
de kinetische energie die nodig is bij het verkrijgen van een bepaalde temperatuur van de lucht (voelbare warmte)
Latente warmte
de energie die wordt opgenomen bij de omzetting van vloeibaar water naar gas. Energie in gasfase van water (water in de vorm van gas)
Isenthalpische/evaporatieve koeling
afkoelen van lucht door sensibele warmte om te zetten in latente warmte door bijvoorbeeld watersproeiers. Dus als je water laat verdampen koelt iets af.
Natte bol temperatuur
de laagste temperatuur die een nat voorwerp, dat zich in een luchtstroom bevindt, krijgt ten gevolge van het verdampen van het aanklevende water
Thermische ervaring
gemiddelde wandtemperatuur en luchttemperatuur
Koude luchtval
warme lucht botst tegen koude muur waardoor er een soort tochtstroom naar beneden is
Koudebrug
een plaats waar een hoge U-waarde is, wat een risico geeft op schimmel
Dampscherm
een bescherming zodat er geen waterdamp en condensatie in de isolatielaag komt en de lucht in de isolatiewol blijft zitten
Conductie
warmtegeleiding
U-waarde
de hoeveelheid warmte die in de tijd per m2 en per graad temperatuurverschil door een wand wordt doorgelaten
Tocht
plotse toegenomen windsnelheid met tijdelijk overmatig warmteverlies waarvoor het dier niet tijdig kan compenseren via thermoregulatie. Is erger bij bezwete dieren en bij een koude luchtstroom
Homoiotherm gedrag
gedrag dat zorgt voor een optimale thermoregulatie
Mestgassen
mengeling van H2S en HCN die ontstaan in een mestput en dodelijk zijn voor mens en dier
Ventilatiedebiet
de hoeveelheid lucht die verplaatst wordt binnen een bepaalde tijdseenheid
Natuurlijke ventilatie
ventilatie waarbij geen energie nodig is, door trek of wind, gebruikt bij rundveestallen
Schouwtrek
ventilatie door een luchtstroom ontstaan door een temperatuurverschil waardoor zware koude wind onder warme vochtige wind gaat komen
Mechanische ventilatie
ventilatie waarbij energie nodig is, gebruikt bij pluimvee en varkensstallen
Loefzijde
zijde waar de wind aankomt en dus meer druk is
Lijzijde
zijde waar wind weggaat en dus minder druk is
Venturie effect
zuig effect wat de wind heeft door drukverschillen
Onderdrukventilatie
mechanische ventilatiemogelijkheid doordat lucht wordt weggezogen via meerdere gaten en een pomp die zorgt voor onderdruk
Overdrukventilatie
mechanische ventilatiemogelijkheid doordat lucht wordt binnen gepompt. Hiervoor zijn luchtkanalen vereist en is duur qua installatie.
Warmtewisselaar
mechanische ventilatiemogelijkheid door een combinatie van de onderdruk- en overdrukventilatie waarin de uitgaande lucht wordt afgekoeld en binnengaande lucht wordt opgewarmd
Coanda effect
lucht heeft de neiging om naar boven getrokken te worden als een luchtinlaatopening dicht bij het plafond ligt
Werplengte
afstand van een luchtstraal tot waar een meetbare snelheid optreedt
Isotherme luchtstraal
luchtstraal die dezelfde temperatuur heeft als de binnenlucht, is een horizontale stroom bepaald door enkel de kinetische energie.
Niet-isotherme luchtstraal
luchtstraal die een andere temperatuur heeft dan de binnenlucht, waaardoor er een afbuigende stroom is die bepaald wordt door potentiƫle energie en kinetische energie.
Getal van archimedes
verhouding van potentiele energie en kinetische enegie. Een hoog getal betekent dat het zware lucht is en snel naar beneden valt.
Windschermen
schermen die zorgen voor het afbuigen van de wind zodat een directe luchtstroom op de dieren wordt vermeden
Windbrekers
schermen die de inkomende luchtstroom vertragen waardoor de tocht wordt vermeden
Brandsma kap
een vorm van windschermers, namelijk verticale dwarsplaten om de 2-2.5 cm die de inkomende lucht een omweg laten maken
Afstaande gevelvoorzet
Er is een plaat die voor 30cm overlapt met de gemetselde muur. De lucht wordt hierdoor langs het plafond geleid.
Space boarding
Dit zijn als het ware houten lamellen van 10 cm breed met daartussen nagenoeg altijd 2 cm om de luchtstroom te vertragen.
Windbreeknet
geweven kunststof doek. Kan ook worden opgerold en gecombineerd worden met volledige afsluiting door bijv een zeil. Maakt dat de luchtstroom vertraagt.
Stalkarakteristiek
Dit is de staltemperatuur als gevolg van een bepaald ventilatieniveau. Bepaald door de buitentemperatuur, de dieren en de stalkenmerken
Regelkarakteristiek
Dit is het ventilatieniveau dat moet worden ingesteld bij een bepaalde staltemperatuur
Proportionele regeling
regelkarakteristiek is volgens een lineair verband
Off-set van de proportionele regeling
het verschil tussen de reele staltemperatuur en de gewenste staltemperatuur
VLAREM
een uitvoeringsbesluit, bestaande uit meerdere delen met als doel het voorkomen en beperken van hinder, milieuverontreiniging en veiligheidsrisicoās van bedrijven.
VLAREM 1
deelt verschillende activiteiten in volgens schadelijkheid en bepaalt voor welke activiteiten een vergunning nodig is, wie die moet aanvragen, en waar, en legt de procedure vast
VLAREM 2
legt de vergunningsvoorwaarden vast en bepaalt de milieukwaliteitsnormen waarop de overheid haar vergunningenbeleid moet afstemmen.
VLAREM 3
bevat bijkomende algemene en sectorale voorwaarden voor GPBV-installaties en kadert in de uitvoering van de Richtlijn Industriƫle Emissies
Mestbank
Geeft de veehouder emissierechten, afhankelijk van de hoeveelheid stikstof en fosfaat die wordt uitgestoot
Omgevingsvergunning
combinatie van milieuvergunning en bouwvergunning
Potstal
een stal waarin de mest wordt opgepot. Op gezette tijden wordt de mest bedekt met een nieuwe laag strooisel. Door deze manier van werken komt het vee steeds hoger te staan. Als het mengsel van mest en stro een bepaalde hoogte heeft bereikt, wordt de stal geleegd.
Grupstal
een type stal voor rundvee, waarbij de dieren naast elkaar staan vastgebonden. Achter de koeien loopt een mestgoot, een zogenoemde "grup", waarin mest en urine wordt opgevangen en afgevoerd.
Gelten
speenvarkens die voor het eerst drachtig zijn
Purchers
koeien die niet liggen en niet eten, nog zoekende zijn door stress
Ruwvoer
een diervoeder met een hoog percentage (langzaam verteerbare) vezels en grote deeltjesgrootte. Vormt basis van rantsoen.
Groenvoer
(is ook ruwvoer) vers weidegras of vers gemaaid of geplukt gewas verstaan dat gebruikt wordt voor de voeding van dieren.
Krachtvoer
wordt gekenmerkt door een laag percentage vezels en kleine deeltjesgrote. Daarnaast heeft het vaak een hoge energiewaarde, maar dat is niet noodzakelijk.
Brijvoer
bijproducten van de voedings- en genotmiddelenindustrie. Deze producten hebben een laag drogestofgehalte van <50% en zijn daardoor beperkt houdbaar.
Trog
varkensvoerbak die driehoekig is en waar het varken niet in kan gaan liggen
Brijbak
voerbak voor varkens waar droogvoer via een klepmechanisme door het varken zelf wordt uitgedoseerd in de trog. Daarna kan het varken met de aanwezige drinknippel in de brijbak een papje maken van het droogvoer en water, de brij.
Warmte indringingsgetal B
Geeft de mate aan waarmee een bepaald materiaal warmte opneemt door conductie. Een materiaal dat warm aanvoelt heeft een lage b-waarde en een hoog thermisch comfort.
Ammoniak
Abnormaal gas. Sterk geurend en kleurloos. Irriterend aan ogen en slijmvliezen en belangrijke oorzaak voor welzijnsproblemen. Kan als parameter voor stalklimaat en hygiƫne worden gebruikt.
Zwavelzuur
Abnormaal gas. Enorm stinkend en neurotoxisch. Maakt reukepitheel kapot dus bij hoge concentraties āgeurloosā. Wordt gevormd door bacteriĆ«le fermentatie. Zwaarder dan lucht dus blijft hangen.
Koolstofmonoxide
Abnormaal gas. Kleur, geur en smaakloos. Gevormd door onvolledige verbranding en is toxisch en fataal bij 2000 ppm. Leidt tot cellulaire hypoxie door te binden met hemoglobine.
Methaan
Abnormaal gas. Geurig. Lichter dan lucht en daardoor makkelijk te ventileren.
Waterstofcyanide
Abnormaal gas. Zeer giftig. Wordt opgenomen via ademhaling en transcutaan.
Kelvin waarde
Hier is de lichtkleur van afhankelijk. Hoe lager, hoe warmer en roder het licht.
Visgraatstal
Koeien staan in 45-50 graden van de lengteas en worden dan een voor een gemolken
Zij aan zij melkstal
Koeien staan loodrecht op de lengteas en kunnen vervolgens rechtdoor wegstappen
Tandem melkstal
Elke koe kan apart de melkstal binnenkomen en verlaten hier krijgen ze vaak hun krachtvoer ook. Een complex en traag proces. Veel competitie.
Carrousel melkstal
Koeien staan op een grote draaischijf. De duur van de draai komt overeen met de melktijd, hierdoor kunnen telkens koeien op en af de carrousel na een draai, en veel koeien tegelijk gemolken worden. Typisch bij grote bedrijven