Huisvesting

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/66

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Dierhygiƫne huisvesting welzijn economie

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

67 Terms

1
New cards

Dauwpunt

temperatuur waarop condensatie optreedt doordat het verzadigingspunt is bereikt

2
New cards

Drogend vermogen

hoeveel extra vocht er nog in gas kan worden omgezet bij een bepaalde temperatuur

3
New cards

Sensibele warmte

de kinetische energie die nodig is bij het verkrijgen van een bepaalde temperatuur van de lucht (voelbare warmte)

4
New cards

Latente warmte

de energie die wordt opgenomen bij de omzetting van vloeibaar water naar gas. Energie in gasfase van water (water in de vorm van gas)

5
New cards

Isenthalpische/evaporatieve koeling

afkoelen van lucht door sensibele warmte om te zetten in latente warmte door bijvoorbeeld watersproeiers. Dus als je water laat verdampen koelt iets af.

6
New cards

Natte bol temperatuur

de laagste temperatuur die een nat voorwerp, dat zich in een luchtstroom bevindt, krijgt ten gevolge van het verdampen van het aanklevende water

7
New cards

Thermische ervaring

gemiddelde wandtemperatuur en luchttemperatuur

8
New cards

Koude luchtval

warme lucht botst tegen koude muur waardoor er een soort tochtstroom naar beneden is

9
New cards

Koudebrug

een plaats waar een hoge U-waarde is, wat een risico geeft op schimmel

10
New cards

Dampscherm

een bescherming zodat er geen waterdamp en condensatie in de isolatielaag komt en de lucht in de isolatiewol blijft zitten

11
New cards

Conductie

warmtegeleiding

12
New cards

U-waarde

de hoeveelheid warmte die in de tijd per m2 en per graad temperatuurverschil door een wand wordt doorgelaten

13
New cards

Tocht

plotse toegenomen windsnelheid met tijdelijk overmatig warmteverlies waarvoor het dier niet tijdig kan compenseren via thermoregulatie. Is erger bij bezwete dieren en bij een koude luchtstroom

14
New cards

Homoiotherm gedrag

gedrag dat zorgt voor een optimale thermoregulatie

15
New cards

Mestgassen

mengeling van H2S en HCN die ontstaan in een mestput en dodelijk zijn voor mens en dier

16
New cards

Ventilatiedebiet

de hoeveelheid lucht die verplaatst wordt binnen een bepaalde tijdseenheid

17
New cards

Natuurlijke ventilatie

ventilatie waarbij geen energie nodig is, door trek of wind, gebruikt bij rundveestallen

18
New cards

Schouwtrek

ventilatie door een luchtstroom ontstaan door een temperatuurverschil waardoor zware koude wind onder warme vochtige wind gaat komen

19
New cards

Mechanische ventilatie

ventilatie waarbij energie nodig is, gebruikt bij pluimvee en varkensstallen

20
New cards

Loefzijde

zijde waar de wind aankomt en dus meer druk is

21
New cards

Lijzijde

zijde waar wind weggaat en dus minder druk is

22
New cards

Venturie effect

zuig effect wat de wind heeft door drukverschillen

23
New cards

Onderdrukventilatie

mechanische ventilatiemogelijkheid doordat lucht wordt weggezogen via meerdere gaten en een pomp die zorgt voor onderdruk

24
New cards

Overdrukventilatie

mechanische ventilatiemogelijkheid doordat lucht wordt binnen gepompt. Hiervoor zijn luchtkanalen vereist en is duur qua installatie.

25
New cards

Warmtewisselaar

mechanische ventilatiemogelijkheid door een combinatie van de onderdruk- en overdrukventilatie waarin de uitgaande lucht wordt afgekoeld en binnengaande lucht wordt opgewarmd

26
New cards

Coanda effect

lucht heeft de neiging om naar boven getrokken te worden als een luchtinlaatopening dicht bij het plafond ligt

27
New cards

Werplengte

afstand van een luchtstraal tot waar een meetbare snelheid optreedt

28
New cards

Isotherme luchtstraal

luchtstraal die dezelfde temperatuur heeft als de binnenlucht, is een horizontale stroom bepaald door enkel de kinetische energie.

29
New cards

Niet-isotherme luchtstraal

luchtstraal die een andere temperatuur heeft dan de binnenlucht, waaardoor er een afbuigende stroom is die bepaald wordt door potentiƫle energie en kinetische energie.

30
New cards

Getal van archimedes

verhouding van potentiele energie en kinetische enegie. Een hoog getal betekent dat het zware lucht is en snel naar beneden valt.

31
New cards

Windschermen

schermen die zorgen voor het afbuigen van de wind zodat een directe luchtstroom op de dieren wordt vermeden

32
New cards

Windbrekers

schermen die de inkomende luchtstroom vertragen waardoor de tocht wordt vermeden

33
New cards

Brandsma kap

een vorm van windschermers, namelijk verticale dwarsplaten om de 2-2.5 cm die de inkomende lucht een omweg laten maken

34
New cards

Afstaande gevelvoorzet

Er is een plaat die voor 30cm overlapt met de gemetselde muur. De lucht wordt hierdoor langs het plafond geleid.

35
New cards

Space boarding

Dit zijn als het ware houten lamellen van 10 cm breed met daartussen nagenoeg altijd 2 cm om de luchtstroom te vertragen.

36
New cards

Windbreeknet

geweven kunststof doek. Kan ook worden opgerold en gecombineerd worden met volledige afsluiting door bijv een zeil. Maakt dat de luchtstroom vertraagt.

37
New cards

Stalkarakteristiek

Dit is de staltemperatuur als gevolg van een bepaald ventilatieniveau. Bepaald door de buitentemperatuur, de dieren en de stalkenmerken

38
New cards

Regelkarakteristiek

Dit is het ventilatieniveau dat moet worden ingesteld bij een bepaalde staltemperatuur

39
New cards

Proportionele regeling

regelkarakteristiek is volgens een lineair verband

40
New cards

Off-set van de proportionele regeling

het verschil tussen de reele staltemperatuur en de gewenste staltemperatuur

41
New cards

VLAREM

een uitvoeringsbesluit, bestaande uit meerdere delen met als doel het voorkomen en beperken van hinder, milieuverontreiniging en veiligheidsrisico’s van bedrijven.

42
New cards

VLAREM 1

deelt verschillende activiteiten in volgens schadelijkheid en bepaalt voor welke activiteiten een vergunning nodig is, wie die moet aanvragen, en waar, en legt de procedure vast

43
New cards

VLAREM 2

legt de vergunningsvoorwaarden vast en bepaalt de milieukwaliteitsnormen waarop de overheid haar vergunningenbeleid moet afstemmen.

44
New cards

VLAREM 3

bevat bijkomende algemene en sectorale voorwaarden voor GPBV-installaties en kadert in de uitvoering van de Richtlijn Industriƫle Emissies

45
New cards

Mestbank

Geeft de veehouder emissierechten, afhankelijk van de hoeveelheid stikstof en fosfaat die wordt uitgestoot

46
New cards

Omgevingsvergunning

combinatie van milieuvergunning en bouwvergunning

47
New cards

Potstal

een stal waarin de mest wordt opgepot. Op gezette tijden wordt de mest bedekt met een nieuwe laag strooisel. Door deze manier van werken komt het vee steeds hoger te staan. Als het mengsel van mest en stro een bepaalde hoogte heeft bereikt, wordt de stal geleegd.

48
New cards

Grupstal

een type stal voor rundvee, waarbij de dieren naast elkaar staan vastgebonden. Achter de koeien loopt een mestgoot, een zogenoemde "grup", waarin mest en urine wordt opgevangen en afgevoerd.

49
New cards

Gelten

speenvarkens die voor het eerst drachtig zijn

50
New cards

Purchers

koeien die niet liggen en niet eten, nog zoekende zijn door stress

51
New cards

Ruwvoer

een diervoeder met een hoog percentage (langzaam verteerbare) vezels en grote deeltjesgrootte. Vormt basis van rantsoen.

52
New cards

Groenvoer

(is ook ruwvoer) vers weidegras of vers gemaaid of geplukt gewas verstaan dat gebruikt wordt voor de voeding van dieren.

53
New cards

Krachtvoer

wordt gekenmerkt door een laag percentage vezels en kleine deeltjesgrote. Daarnaast heeft het vaak een hoge energiewaarde, maar dat is niet noodzakelijk.

54
New cards

Brijvoer

bijproducten van de voedings- en genotmiddelenindustrie. Deze producten hebben een laag drogestofgehalte van <50% en zijn daardoor beperkt houdbaar.

55
New cards

Trog

varkensvoerbak die driehoekig is en waar het varken niet in kan gaan liggen

56
New cards

Brijbak

voerbak voor varkens waar droogvoer via een klepmechanisme door het varken zelf wordt uitgedoseerd in de trog. Daarna kan het varken met de aanwezige drinknippel in de brijbak een papje maken van het droogvoer en water, de brij.

57
New cards

Warmte indringingsgetal B

Geeft de mate aan waarmee een bepaald materiaal warmte opneemt door conductie. Een materiaal dat warm aanvoelt heeft een lage b-waarde en een hoog thermisch comfort.

58
New cards

Ammoniak

Abnormaal gas. Sterk geurend en kleurloos. Irriterend aan ogen en slijmvliezen en belangrijke oorzaak voor welzijnsproblemen. Kan als parameter voor stalklimaat en hygiƫne worden gebruikt.

59
New cards

Zwavelzuur

Abnormaal gas. Enorm stinkend en neurotoxisch. Maakt reukepitheel kapot dus bij hoge concentraties ā€œgeurloosā€. Wordt gevormd door bacteriĆ«le fermentatie. Zwaarder dan lucht dus blijft hangen.

60
New cards

Koolstofmonoxide

Abnormaal gas. Kleur, geur en smaakloos. Gevormd door onvolledige verbranding en is toxisch en fataal bij 2000 ppm. Leidt tot cellulaire hypoxie door te binden met hemoglobine.

61
New cards

Methaan

Abnormaal gas. Geurig. Lichter dan lucht en daardoor makkelijk te ventileren.

62
New cards

Waterstofcyanide

Abnormaal gas. Zeer giftig. Wordt opgenomen via ademhaling en transcutaan.

63
New cards

Kelvin waarde

Hier is de lichtkleur van afhankelijk. Hoe lager, hoe warmer en roder het licht.

64
New cards

Visgraatstal

Koeien staan in 45-50 graden van de lengteas en worden dan een voor een gemolken

65
New cards

Zij aan zij melkstal

Koeien staan loodrecht op de lengteas en kunnen vervolgens rechtdoor wegstappen

66
New cards

Tandem melkstal

Elke koe kan apart de melkstal binnenkomen en verlaten hier krijgen ze vaak hun krachtvoer ook. Een complex en traag proces. Veel competitie.

67
New cards

Carrousel melkstal

Koeien staan op een grote draaischijf. De duur van de draai komt overeen met de melktijd, hierdoor kunnen telkens koeien op en af de carrousel na een draai, en veel koeien tegelijk gemolken worden. Typisch bij grote bedrijven