Week 1. Rechtsbegrip en rechtsgang

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall with Kai
GameKnowt Play
New
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/40

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

41 Terms

1
New cards

Uit welke dimensies/elementen bestaat het driehoekmodel?

  • Het normatieve (juridische) moment

  • Het ideële (filosofische) moment

  • Het actuele (sociologische) moment

2
New cards

Het normatieve (juridische) moment

Het geheel van regels, beslissingen en beginselen ookwel het positieve recht.

3
New cards

Het ideële (filosofische) moment

Het geheel van ideeën, opvattingen, waarden en overtuigingen.

4
New cards

Het actuele (sociologische moment)

Het geheel aan maatschappelijke gebruiken dat tot het positieve recht heeft geleid en het geheel van maatschappelijke gebruiken dat uit het recht voortvloeit.

5
New cards

Drie redenen dat de definitie van juridisch begrip vaag kan zijn:

  1. Vaag → Begrip is vaag manier waarop moet worden gebruikt en wanneer ze moet worden toegepast is niet eenduidig

Intentionele vaagheid → onduidelijkheid betekenis van term

Extensionele vaagheid → onduidelijkheid toepassing van term

  1. Open texture → begrippen waarvan definitie kan worden herzien op grond van nieuwe gevallen

  2. Betwistbaar → toepassing begrippen criteria kan van mening verschillen

6
New cards

Noem vier verschillende rechtsgebieden 

  • Objectief en subjectief recht

  • Publiekrecht en privaatrecht

  • Formeel en materieel recht

    • Dwingend en regelend recht

7
New cards

Het objectieve recht

Verzameling aan geldende rechtsnormen ookwel positieve recht

8
New cards

Het subjectieve recht

Rechten die rechtssubjecten ontlenen aan regels van het objectieve recht

9
New cards

Privaat recht

Recht dat de horizontale rechtsverhouding tussen burgers onderling regelt.

10
New cards

Publiekrecht

Recht dat de verticale rechtsverhouding tussen burger en overheid regelt.

11
New cards

Onderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht is gebaseerd op vier criteria:

  1. De aard van de betrokken partijen 

  2. De aard van het te beschermen belang

  3. Het initiatief tot handhaving van het recht

  4. De middelen tot rechtshandhaving

12
New cards

Privaatrecht onderscheid tussen

  • Materieel privaatrecht

  • Formeel privaatrecht oftewel het burgerlijke procesrecht

13
New cards

Materieel privaatrecht word onderverdeeld in

  • Vermogensrecht

  • Niet-vermogensrecht

14
New cards

Vermogensrecht

  • Op geld waardeerbare rechten 

  • Overdraagbaar

  • Partijen kunnen vrij afspraken maken

15
New cards

Niet-vermogensrecht

  • Niet op geld waardeerbaar

  • Niet overdraagbaar

Vb wat eronder valt is personen- en familierecht

16
New cards

Vermogensrecht kan worden onderverdeeld in

  • Goederenrecht

  • Verbintenissenrecht

17
New cards

Goederenrecht

Recht dat de rechtsverhoudingen tussen personen en goederen regelt.

18
New cards

Verbintenissenrecht

Recht dat de rechtsverhouding regelt tussen personen onderling.

19
New cards

Internationaal privaatrecht

Recht dat bepaalt welke nationale regels moeten worden toegepast ookwel conflictenrecht

20
New cards

Conflictenrecht

Het recht dat bepaalt welk recht van twee concurrerende rechtssystemen moet worden toegepast

21
New cards

Publiekrecht indelingen

  • Het staatsrecht

  • Het bestuursrecht

  • Het strafrecht

22
New cards

Staatsrecht

Regels voor de organisatie van de staat

23
New cards

Bestuursrecht

Ordening van de relatie tussen bestuur en burger

24
New cards

Strafrecht

Gevallen waarin de overheid bij schending van een wettelijke bepaling een sanctie kan opleggen.

25
New cards

Formeel recht

Recht dat betrekking heeft op vorm/wijze waarop word gehandhaafd

26
New cards

Materieel recht

Inhoudelijke gedragsnormen

27
New cards

Dwingend recht

Alle regels waarvan niet afgeweken mag worden. Mag geen eigen regeling worden getroffen!

28
New cards

Regelend (aanvullend) recht

Alle regels waarvan mag worden afgeweken mits je zelf een nieuwe afspraak maakt.

29
New cards

Onderverdeling rechterlijke macht in drie groepen 

  • De zittende magistratuur → rechters

  • De staande magistratuur → OM

  • De schrijvende magistratuur → griffiers of gerechtssecretarissen

30
New cards

Huidige Nederlandse rechterlijke organisatie bestaat uit rechtspraak in….

Twee feitelijke instanties (rechtbank → gerechtshof) en mogelijkheid tot cassatie bij de Hoge Raad. Je kan je zaak dus 3 keer aan rechter voorleggen!!!

31
New cards

Rechterlijke macht bestaat uit

  • Hoge Raad (met drie of vijf raadsheren)

  • Vier gerechtshoven (drie raadsheren)

  • Elf rechtbanken (een of drie rechters)

32
New cards

Hoge Raad heeft drie kamers

  • Civiele kamer

  • Straf kamer

  • Belasting kamer

33
New cards

Burgerlijk procesrecht

Regelt de rechtsgang voor de burgerlijke rechter en heeft betrekking op geschillen tussen burgers, bedrijven of overheden die optreden als private partij.

34
New cards

Burgerlijk procesrecht kent twee procedures

  • Dagvaardingsprocedure

  • Verzoekschriftprocedure

35
New cards

Dagvaardingsprocedure

Procedure die word gevolgd bij een geschil. Deze begint met een dagvaarding. Bij procedure worden standpunten uitgewisseld en het eindigt met een vonnis.

36
New cards

Competentie 2 soorten

  • Absolute competentie → welk type rechter is bevoegd?

  • Relatieve competentie → welke rechtbank

37
New cards

Verzoekschriftprocedure

Procedure die word gevolgd wanneer er geen direct geschil is. Procedure eindigt met een schikking.

38
New cards

Rechtsmiddelen 

Middelen die partijen de mogelijkheid geven om een rechterlijke beslissing aan te vechten 

39
New cards

Gewone rechtsmiddelen zijn

  • Verzet

  • Hoger beroep

  • Cassatie

40
New cards

Voorlopige voorzieningen 

Meestal via kortgedingprocedure → om in spoedeisende zaken een tijdelijke beslissing te nemen

41
New cards

Executierecht

Regels voor de tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken en van authentieke akten → rechten kunnen afgedwongen worden zelfs als partij weigert mee te werken.