larynx
strottenhoofd, sluit aan op trachea
functies larynx
primair: sfincter, aflsuiten luchtpijp -> voorkomen aspiratie secundair: fonatie
soort kraakbeen larynx
alles hyalien kraakbeen behalve epiglottis (elastisch kraakbeen)
onderdelen larynx
cartilago thyroidea
cartilago cricoidea
cartilago epiglottica
cartilago arytenoidea
cartilago thyroidea
schildkraakbeen, twee platte platen in middellijn gefuseerd
prominentia laryngeus
deel cartilago thyroidea dat adamsappel vormt, hoek bij vrouw 120 graden, bij man 90
cartilago cricoidea
zegelring met arcus aan voorkant, aan richel achter eerste spiervezels zit slokdarm vast, met facetgewrichtjes verbonden aan cartilago thyroidea
functie kraakbenige elementen op cartilago cricoidea
draai, glij en kantelbewegingen, waardoor spieren de stembanden kunnen bewegen
cartilago epiglottica
in mediaanlijn vast aan schildkraakbeen, passief naar beneden gedrukt als larynx omhoog door tongbasis
cartilago arytenoidea
bekerkraakbeentjes, ware en valse stembanden en intrinsieke larynxspieren hechten hieraan vast
processus vocalis
uitsteeksel cartilago arytenoidea naar voren waaraan ligamentum vocale (ware stemband) vasthecht
processus muscularis
uitsteeksel cartilago arytenoidea naar achter waaraan ligamentum vestibulare (valse stembanden) vast hecht
membrana thyrohyoidea
extrinsiek, larynxskelet verbonden aan tongbeen
ligamentum hypo-epiglotticum
extrinsiek, verbindt tongbeen aan hypoglottis
ligamentum cricotracheale
extrinsiek, verbindt larynx en trachea
extrinsieke ligamenten
ligamentum cricotracheale
ligamentum hypo-epiglotticum
membrana thyrohyoidea
intrinsieke ligamenten
ligamentum thyro-epiglotticum
ligamentym cricothyoideum
membrana quadrangularis
ligamentum thyro-epiglotticum
intrinsiek, verbindt epiglottis en schildkraakbeen
ligamentum cricothyoideum
intrisniek, vast aan proc. vocalis en schildkraakbeen en bovenrand cricoid, medianum en lateraal deel (conus elasticus), vrije bovenrand is lig. vocale
medische functie mediane deel lig. cricothyoideum
kan daar iemand helpen als geen lucht krijg en obstructie boven stembanden
membrana quadrangularis
vast aan onderkant epiglottis en proc. vocalis, onder vormt valse stembanden
paramediaal
stand stembanden, waardoor je kan ademhalen
bekleding binnenkant larynxholte
mucosa
supraglottische ruimte/vestibulum laryngis
boven stembanden
transglottische ruimte/cavitas laryngis intermedia
tussen stembanden
subglottische ruimte/cavitas infraglottica
onder stembanden
ventriculus laryngis
larynx puilt naar buiten tussen valse en ware stembanden en hierin zitten kliertjes die mucosa produceren
rima glottidis
ware stemspleet tussen lig. vocale, verbreden/vernauwen door intrinsieke larynxmusculatuur
rima vestibuli
valse stemspleet tussen lig. vestibulare, verbreden/vernauwen door intrinsieke larynxmusculatuur
epitheel bij ware stemplooien
meerlagig onverhoornd plaveiselepitheel, nauwelijks lymfogene drainage
epitheel supra en subglottisch
pseudomeerlagig trilhaardragend cilinderepitheel, goeie lymfatische drainage -> sneller uitzaaiing
intrinsieke larynxmusculatuur
abductoren
adductoren
tensoren
sphincters
abductor
verwijdt stemspleet, m. cricoarytaenoideus posterior, beweegt proc. vocalis, ook bij diepe ademhaling aangespant rima glottidis verwijdt
adductoren
stemspleet sluiten
m. cricoarytaenoideus lateralis
m. arytenoideus transversus
m. arytenoideus obliquus
m. cricoarytaenoideus lateralis
proc. muscularis mee en beweegt proc. vocalis naar midden -> lig. vocale naar elkaar -> mucosa in trilling -> foneren of hermetisch afsluiten
m. arytaenoideus transversus
loopt transversaal en vast op proc muscularis en arytenoid
m. arytaenoideus obliquus
lopen gekruist van R naar L, vast op proc muscularis en arytenoid
ruimte tussen arytenoiden sluiten
met transversus en obliquus en helemaal met ook cricoarytenoideus lateralis
tensoren
geĂŻnnerveerd door n. X, belangrijk voor facet stem
m. vocalis
m. cricothyroideus
m. vocalis
tensor, aan zijkant parallel met ware stemband -> verhogen stemgeluid naar facet stem
m. cricothyroideus
aan voorkant recht en schuin deel -> schildkraakbeen over ringkraakbeen kantelen -> extra spanning op lig. vocale
sphincters (vestibulum)
m. aryepiglottica
m. thyro-arytenoideus
m. aryepiglottica
pars aryepiglottica van m arytenoideus obliquus, epiglottis richting arytenoide bewegen en vestibulum vernauwen
m. thyro-arytenoideus
tussen schildkraakbeen en arytenoidea en spiervezels over vestibulum -> vestibulum nauwer doordat wanden naar elkaar, vooral tijdens slikken samen met adductoren
hermetisch afsluiten
m. cricoarytenoideus lateralis meer aanspannen dan bij foneren waardoor valse stembanden tegen mediaan komen, mbv sphincters kan je alles afsluiten
intra-abdominale en thoracale druk verhogen
stembanden tegen elkaar aan
stroboscoop
kan in beeld brengen dat stembanden tegen elkaar aan door subglottische druk en onderbroken door lucht -> stemgeluid
arteriele vascularisatie
supraglottisch: a. thyroidea superior (eerste tak a. carotis externa) subglottisch: a. thyroidea inferior (tweede tak a. subclavia)
veneuze vascularisatie
supraglottisch: v. thyroidea superior subglottisch: v. thyroidea inferior eerste komt in v. jugularis interna, of als eerder bij elkaar dan in v. brachiocephalica sinistra
innervatie sensibiliteit
nervus vagus
supraglottisch: n. laryngeus superior
subglottisch: n. laryngeus recurrens
innervatie motoriek
nervus vagus m. cricothyroideus: n. laryngeus superior en rest n. laryngeus recurrens
effort closure
vestibule en vocalis dicht, thoracale druk verhogen (persen en zwaar tillen), heesheid als stembanden niet goed tegen elkaar sluiten
sluiting fonatie
vestibule open, vocalis dicht
toonhoogte bepaald door
opspannen stembanden
volume bepaald door
subglottische druk