kapitel 4: Zeugen der Geschichte

5.0(1)
studied byStudied by 14 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/105

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

106 Terms

1
New cards

die Geschichte

de geschiedenis

2
New cards

der Krieg(e)

de oorlog mv

3
New cards

der Weltkrieg(e)

de wereldoorlog mv

4
New cards

der Frieden

de vrede

5
New cards

der Anfang

het begin

6
New cards

das Ende

het einde

7
New cards

das Jahrhundert(e)

de eeuw mv

8
New cards

der Kaiser(-)

de keizer mv

9
New cards

das Kaiserreich

het keizerrijk

10
New cards

die Republik

de republiek

11
New cards

gründen

stichten, oprichten

12
New cards

die Gründung

de oprichting

13
New cards

der Staat(en)

de staat mv

14
New cards

die Armee(n)

het leger mv

15
New cards

der Sieg

de overwinning

16
New cards

die Niederlage

de nederlaag

17
New cards

die Inflation

de inflatie

18
New cards

die Wirtschaftskrise

de economische crisis

19
New cards

wirtschaftlich

economisch

20
New cards

der Arbeitslose(n)

de werkloze mv

21
New cards

die Demokratie

de democratie

22
New cards

die Diktatur

de dictatuur

23
New cards

die Partei(en)

de partij mv

24
New cards

die Regierung

de regering

25
New cards

zurücktreten

aftreden, ontslag nemen

26
New cards

flüchten, fliehen

vluchten 2

27
New cards

die Flucht

de vlucht

28
New cards

das Konzentrationslager(-)

het concentratiekamp mv

29
New cards

der Jude(n)

de jood mv

30
New cards

jüdisch

Joods

31
New cards

das Volk(¨er)

het volk mv

32
New cards

die Bevölkerung

de bevolking

33
New cards

zerstören

verwoesten

34
New cards

die Zerstörung(en)

de verwoesting mv

35
New cards

die Grenze(n)

de grens mv

36
New cards

der Stacheldraht

de prikkeldraad

37
New cards

die Mine(n)

de mijn mv

38
New cards

sperren

afsluiten

39
New cards

die Mauer(n)

de muur mv

40
New cards

trennen

scheiden

41
New cards

öffnen

openen

42
New cards

schließen

sluiten

43
New cards

das Gepäck

de bagage

44
New cards

die Politik

de politiek

45
New cards

das Mitglied(er)

het lid mv

46
New cards

das Ausland

het buitenland

47
New cards

der Tod

de dood

48
New cards

töten

doden

49
New cards

tot

dood

50
New cards

das Leben

het leven

51
New cards

der Bürger(-)

de burger mv

52
New cards

die Demonstration(en)

de betoging mv

53
New cards

die Haupstadt

de hoofdstad

54
New cards

die Wiedervereinigung

de hereniging

55
New cards

die Folge(n)

het gevolg mv

56
New cards

der Held

de held

57
New cards

das Denkmal

het monument

58
New cards

das Mahnmal

het gedenkteken

59
New cards

der Film(e)

de film mv

60
New cards

die Literatur

de literatuur

61
New cards

die Erzählung(en)

het verhaal mv

62
New cards

das Fragment(e)

het fragment mv

63
New cards

das Gedicht(e)

het gedicht mv

64
New cards

die Ballade(n)

de ballade mv

65
New cards

die Strophe(n)

de strofe mv

66
New cards

de Vers(e)

het vers mv

67
New cards

das Flugblatt(¨er)

het pamflet mv

68
New cards

das Theaterstück(e)

het toneelstuk mv

69
New cards

der Protest(e)

het protest mv

70
New cards

die Gleichgültigkeit

de onverschilligheid

71
New cards

die Unterdrückung

de onderdrukking

72
New cards

das Opfer(-)

het slachtoffer mv

73
New cards

die Gesellschaft

de maatschappij

74
New cards

das Exil

de verbanning

75
New cards

der Widerstand

het verzet

76
New cards

verhaften

arresteren

77
New cards

hinrichten

terechtstellen

78
New cards

die Vernichtung

de vernietiging

79
New cards

verbrennen

verbranden

80
New cards

die Brandstiftung

de brandstichting

81
New cards

das Lager(-)

het kamp mv

82
New cards

das Alltagsleben

het alledaagse leven

83
New cards

das Blut

het bloed

84
New cards

verbluten

doodbloeden

85
New cards

retten

redden

86
New cards

versuchen

proberen

87
New cards

ohnmächtig

machteloos

88
New cards

die Gewalt

het geweld

89
New cards

die Gefahr(en)

het gevaar mv

90
New cards

Der Erste Weltkrieg endete (im Jahre) 1918.

De Eerste Wereldoorlog eindigde in 1918.

91
New cards

Der Zweite Weltkrieg begann (im Jahre) 1939.

De Tweede Wereldoorlog begon in 1939.

92
New cards

Deutschland hat den Krieg verloren.

Duitsland heeft de oorlog verloren.

93
New cards

Es gab eine galoppierende Inflation.

Er was een voorthollende inflatie.

94
New cards

Die Demokratie, Diktatur ... war an allem Schuld.

De democratie, dictatuur ... was overal de schuld van.

95
New cards

Das Gebäude wurde durch Brandstiftung zerstört.

Het gebouw werd door brandstichting verwoest.

96
New cards

Viele konnten ins Ausland fliehen/flüchten.

Velen konden naar het buitenland vluchten.

97
New cards

In den Konzentrationslagern fanden Millionen von Juden den Tod.

In de concentratiekampen vonden miljoenen Joden de dood.

98
New cards

Deutschland war ein Trümmerfeld.

Duitsland was één puinhoop.

99
New cards

Die Hauptstadt Berlin wurde in vier Besatzungszonen eingeteilt.

De hoofdstad Berlijn werd in vier bezettingszones ingedeeld.

100
New cards

Die Grenze war durch Stacheldraht und Minen gesperrt.

De grens was door prikkeldraad en mijnen afgesloten.