1/196
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
pugna
gevecht
cecidi
perf. van cado (cadere)
cado, cadere
vallen, sneuvelen
interfeci
perf. van interficio (interficere)
superbus, -a, -um
trots, hoogmoedig
castra
legerkamp
arma
wapens
dignus, -a, -um
waard, waardig
sine
zonder
dubium
twijfel
potui
perf. van possum (posse)
misi
perf. van mitto (mittere zenden, sturen)
Romanus
Romein, Romeins
cum
met
subito
plotseling
cum
toen, wanneer
ubi
waar
pugno, pugnare
vechten
petivi
perf. van peto (petere)
peto, petere
cepi
perf. van capio (capere)
ideo
daarom
flecto (flectere)
buigen, veranderen
ut
zoals, zodra
sufficio, sufficere
voldoende zijn
denique
tenslotte
invitus, -a, -um
niet willend, onvrijwillig, tegen de wil van
aperui
perf. van aperio (aperire)
aperio, aperire
openen
fui
perf. van sum (esse)
ad
naar, bij, tot
duxi
perf. van duco (ducere)
duco, ducere
leiden, brengen
quattuor
vier
equus
paard
cito
snel
iunxi
perf. van iungo (iungere)
iungo, iungere
verbinden
imposui
perf. van impono (imponere)
impono, imponere
leggen op, plaatsen op
cingo, cingere
omringen
deposui
perf. van depono (deponere)
depono, deponere
neerleggen, afleggen
accedo, accedere
naderen, (erbij) komen, ernaar toe gaan
iussi
perf. van iubeo (iubēre)
ait
dubito, dubitare
tibi
(aan/voor) jou
sic
zo
iam
al, reeds
altus, -a, -um
1 hoog 2 diep
puer, pueri
jongen
cognovi
perf. van cognosco
cognosco, cognoscere
leren kennen, vernemen
dixi
perf. van dico (dicere)
veni
perf. van venio (venire)
gaudeo, gaudere
respondi
perf. van respondeo (respondēre)
quod
omdat
certus, -a, -um
zeker
saluto, salutare
begroeten
plenus, -a, -um
vol van/met
mihi
aan/voor mij
longus, -a, -um
lang
narro, narrare
vertellen
sol, solis
zon
aureus, -a, -um
gouden, van goud
argentum
zilver
tum
dan, toen
intro, intrare
binnenkomen, binnengaan
do, dare
geven
semper
altijd
custodio, custodire
bewaken, passen op
paro, parare
gereedmaken, voorbereiden
gladius
zwaard
que
en
deinde
vervolgens
capio, capere
pakken, (in)nemen
primum
eerst
ago, agere
appropinquo, appropinquare
naderen
suus, -a, -um
zijn, haar
descendo, descendere
afdalen
respondeo, respondere
antwoorden
cupio, cupere
begeren, willen, verlangen
nuntius
te
jou, je
interficio, interficere
doden
iubeo, iubere
bevelen
nam
want, namelijk
numquam
nooit
timidus, -a, -um
bang, angstig (voor)
placeo, placere
in de smaak vallen bij
cupidus, a, um
begerig naar
se
zich
circumdo (circumdare)
omgeven
ira
woede