ad
naar, tot, bij
aqua
water
arbor, arbores
boom
audire
horen
clamare
schreeuwen
et
en, ook
flumen, flumina
rivier
iacere
liggen
ibi
daar
ideo
daarom
in
in, naar
inter
tussen, tijdens
iubere
bevelen
lacrimare
huilen
locus
plaats
mandatum
opdracht
necare
doden
non
niet
ponere
plaatsen
portare
dragen
puer, pueri
jongen
recusare
weigeren
rex, reges
koning
servus
slaaf
tamen
toch
timere
vrezen, bang zijn voor
tollere
optillen
ubi
waar
venire
komen
videre
zien
vocare
roepen, noemen
accedere
gaan naar, naderen
bibere
drinken
cogitare
(na)denken
custodire
bewaken
dare
geven
deus
god
dicere
zeggen
esse
zijn
favere
steun geven aan
femina
vrouw
filius
zoon
haud
helemaal niet
mater, matres
moeder
nam
want
nomen, nomina
naam
pater, patres
vader
praebere
(aan)bieden
protegere
beschermen
ridere
lachen
sic
zo
sicut
zoals
subito
plotseling
tradere
overhandigen
uxor, uxores
echtgenote
aedificare
bouwen
amicus
vriend
civis, cives
burger
cum
met
cur
waarom
de
van(af), over, aangaande
dividere
verdelen
dum
terwijl, zolang als
facere, facio
doen, maken
frater, fratres
broer
gladius
zwaard
hostis, hostes
vijand
iam
al, reeds
in
in, op
intrare
binnenkomen
licet
het is toegestaan (aan)
mons, montes
berg, heuvel
murus
muur
placere
bevallen
populus
volk
primum
eerst