wijsbegeerte (copy)

studied byStudied by 3 people
0.0(0)
Get a hint
Hint

metafysica

1 / 81

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

6th

82 Terms

1

metafysica

zijnsleer: wat betekent het dat iets bestaat

New cards
2

epistemologie

kenleer: wat is wetenschappelijke kennis

New cards
3

ethiek

zedenleer: wat is goed of juist handelen

New cards
4

logica

redeneerkunde: wat is een geldige redenering

New cards
5

chremastiek vs economie

middel wordt het doel → geld verdienen om een groot vermogen te hebben = bezitsvermeerdering = onbegrensd

economie = begrensd: geld nodig als levensonderhoud

New cards
6

redeneren

aaneenschakeling van beweringen waarbij 1 bewering (= standpunt) afgeleid wordt uit1 of meerdere andere beweringen (premissen)

New cards
7

argumenteren

aaneenschakeling van beweringen waarbij 1 bewering (= standpunt) wordt ondersteund door 1 of meerdere andere beweringen (= argumenten)

New cards
8

analytiek

onderzoek naar opbouw en geldigheid van redeneringen

New cards
9

dialectiek

methode om uitgaande v/h aanvaardbare discussies te voeren en drogredenen te ontmaskeren

New cards
10

deductie

noodzakelijkheid, iets moet noodzakelijk volgen uit iets anders, anders is het geen goede redenering

New cards
11

premissen

aangezien, want, vermits, …

New cards
12

inferentieel verband

conclusie afgeleid uit premissen

New cards
13

voldoende vw

het leidt er automatisch toe dat het andere eruit afgeleid kan worden (antecedens)

New cards
14

noodzakelijke vw

je moet eraan voldoen (consequens)

New cards
15

geldigheid

de conclusie wordt gegarandeerd door de premissen, als alle premissen waar zijn, moet de conclusie ook waar zijn.

New cards
16

explanandum

wat verklaard moet worden

New cards
17

explanans

datgene wat verklaart

New cards
18

logisch positivisme

ofwel logisch (via redenering) ofwel empirisch (uit vaststelbare data)

New cards
19

falsificatie

zoeken naar weerlegging: wetenschap als geheel van versterkbare hypothesen (voorwaardelijk) → versterking/ondersteuning ipv verificatie

New cards
20

oorzaak

waardoor → zorgt ervoor dat een bepaalde handeling in actie wordt gezet

New cards
21

correlatie

proportioneel verband tussen X en Y (symmetrisch). zou kunnen komen door onderliggende oorzaak

New cards
22

oorzakelijkheid

verband tussen X en Y van oorzaak en gevolg

New cards
23

post hoc ergo propter hoc

het is niet dat iets erna gebeurd, dat het ook erdoor gebeurt

New cards
24

cum hox ergo propter hoc

het is niet omdat iets samen optreedt, dat het ook daardoor optreedt

New cards
25

common sense

gedrag gestuurd door overtuigingen en verlangens (reden voor handelen)

New cards
26

keuze

een in handeling omgezette beslissing

New cards
27

ordinal choice theory

handelingen vanuit persoonlijke voorkeuren

  • transitief

  • compleet

New cards
28

cardinal choice theory

handelingen vanuit onzekerheid / risico

  • paradox van Allais

  • paradox van Ellsberg

  • extra axioma: onafhankelijkheid

New cards
29

dispositie

karaktertrek, wijst op innerlijke toestanden

New cards
30

moraal

geheel van waarden en normen verbonden met goede leven en juist handelen

New cards
31

ethiek/moraalfilosofie

kritisch nadenken over goede leven en juist handelen

New cards
32

moreel

wat moet/mag volgens zedelijke beoordeling

New cards
33

immoreel

wat niet mag volgens zedelijke beoordeling

New cards
34

amoreel

wat niet in aanmerking komt voor zedelijke beoordeling

New cards
35

sofisten

hoe kan je zo goed mogelijk een publiek overtuigen? zoeken naar overtuiging

New cards
36

psychologisch egoïsme

menselijke handeling gericht op

  • vermijden van persoonlijk nadeel

  • verkrijgen van persoonlijk voordeel

altruisme is onmogelijk

New cards
37

ethisch egoïsme

handelingen = moreel juist: eigenbelang bevorderen, anders moreel fout

Ayn Rand:

  • self reliance argument

  • libertarian argument

New cards
38

waardeleer

nadenken over het goede leven: wat is een goed leven (absoluut) of wat zou het leven beter maken (relatief)

New cards
39

hedonisme

goed leven is het ervaren van plezier en het vrij zijn van pijn (fundamenteel genot of plezier nastreven)

New cards
40

voordelen hedonisme

  1. verschillende opvattingen

  2. verklaart regels en uitzonderingen voor een goed leven

  3. eenvoudige verklaring voor daden

  4. bij keuze tussen tevreden en ontevreden, mensen kiezen voor 1

  5. persoonlijke autoriteit

New cards
41

nadelen hedonisme (6)

  1. paradox van hedonisme

  2. kwaadaardig plezier

  3. 2 werelden argument + verschillende levensloop

  4. belang van autonomie

  5. pijn als teken van kwaad

  6. vals genot

New cards
42

desire theory

goed leven is het vervullen van verlangens (goed omdat je iets wil en het kan bereiken). wat je verlangt is niet altijd moreel juist

New cards
43

voordelen desire theory

  1. verschillende opvattingen

  2. persoonlijke autoriteit

  3. vermijden van objectieve waarden

    1. verklaring van motivatie

New cards
44

nadelen van desire theory (7)

  1. paradox van zelfbeschadiging

  2. feilbaarheid van verlangens

  3. verlangen ≠ noodzakelijk om iets te doen

  4. verlangen ≠ voldoende

    1. valse overtuigingen + belangenloze verlangens

    2. teleurstelling + onwetendheid over afloop

    3. verarmde verlangens

New cards
45

trolley problem

een trein rijdt op het spoor A richting 5 mensen, maar je kan deze via een hendel op spoor B laten rijden, waarop slechts 1 persoon staat

je haalt de hendel over: 1 persoon dood ipv 5 personen = consequentialisme (utilitaristisch)

New cards
46

hoe moet men leven

morele manier van redeneren: handelingen zijn moreel juist omdat ze de hoeveelheid goedheid in de wereld vermeerderen of maximaliseren

New cards
47

consequentialisme

algemeen belang nastreven: kijken naar gevolgen

New cards
48

utilitarisme

belangrijkste versie van consequentialisme

= creëer zo veel mogelijk goed voor zo veel mogelijk mensen
→ morele regels zijn relatief: schending mogelijk

New cards
49

voordelen utilitarisme

  1. onpartijdigheid

  2. rechtvaardiging van conventionele moraal

  3. slechts 1 regel, dus geen conflicten

  4. morele verboden soms toch toelaatbaar

  5. duidelijke kijk op morele gemeenschap

New cards
50

nadelen van utilitarisme

  1. hoe kun je welzijn meten

  2. veeleisend

  3. onpartijdigheid: geen rechtvaardiging voor eigenbelang + dat van dierbaren

  4. niets is intrinsiek verkeerd (onder sommige omstandigheden is zelf moord oke)

  5. onrechtvaardigheid: soms kan welzijn worden gemaximaliseerd door het plegen van onrecht

New cards
51

slippery slope

iets bekritiseren omdat het tot overduidelijk ongewenste resultaten zou leiden (moord → moord, soft drugs → verslaving, …)
= geldige, maar ongefundeerde argumenten

New cards
52

deontologie

plichten staan centraal: doen wat juist is ongeacht of het meer geluk creëert → niet naar gevolgen kijken

New cards
53

kantianisme

het enige wat er moreel toe doet is de goede wil (de gevolgen kunnen negatief zijn)

New cards
54

argumenten kantianisme

  1. universaliseerbaarheid: stelregels moeten universaliseerbaar zijn

  2. weerlegging van amoraliteit: mensen kunnen ook handelen zonder hierbij eigenbelang na te streven:

    1. hypothetisch imperatief: voorwaardelijke bevelen (enkel iets doen als je daarmee een doel bereikt: niet universaliseerbaar)

    2. categorisch imperatief: onvoorwaardelijke bevelen; ongeacht of je het nu wil of niet, je moet het doen

  3. menselijkheid: autonomie en respect // behandel een mens altijd als een doel op zich en nooit als een middel om het doel te bereiken

New cards
55

test van kant:

stel dat de hele wereld jouw stelregel toepast, zal je doel dan nog steeds bereikt worden?

New cards
56

voordelen kantianisme

  1. onpartijdigheid als ideaal

  2. rechtvaardigheid conventionele moraal = straffen

  3. persoonlijke autoriteit, maar handelen naar plichten

  4. absolute morele regels→ geen uitzonderingen toegelaten

  5. verantwoordelijkheid verklaard door rationaliteit en autonomie (principe van menselijkheid)

  6. verdiende straf: retributieve rechtvaardigheid

New cards
57

nadelen kantianisme (6)

  1. retributieve rechtvaardigheid, lex talionis beginsel

  2. doel op zich = vaag

  3. argument tegen autonomie: als keuzes noodzakelijk zijn, dan geen controle, dus niet autonoom
    als keuzes niet noodzakelijk zijn, dan willekeurig en dus ook niet autonoom

  4. moreel toeval

  5. morele plichten = absoluut, maar wat met liegen tegen een moordenaar om jezelf te beschermen

  6. omvang morele gemeenschap: enkel als ze rationeel en autonoom zijn

    1. dieren horen bij mensen, die mag je niet schaden. maar wat met wilde dieren of misbruik door eigenaren

New cards
58

gulden regel

hoe zou je het vinden als iemand het bij jou deed

New cards
59

stelregel

je moet de regels waar je naar leeft kunnen uitleggen (intentie en reden)

New cards
60

regel consequentialisme

situatie vergelijken en kijken naar de regels die gehanteerd worden en waar we het best mee af zijn

New cards
61

trolley problem (2)

op het spoor staan 5 mensen, je zou de trein kunnen stoppen door 1 dikke persoon actief op het spoor te duwen, wat is juist?

→ plicht is belangrijker dan gevolgen: actief ingrijpen is verkeerd

New cards
62

trolley problem (3)

op het ene spoor staan 5 mensen, op het andere staat een geliefde, je zou de hendel kunnen overhalen om slechts 1 geliefde aan te rijden, wat is juist?

hendel overhalen: emotionele betrokkenheid, niet langer onpartijdig)

New cards
63

deugd

goed in zedelijke zin, een goede zedelijke eigenschap (beleefd zijn)

New cards
64

deugdenethiek

een handeling is moreel juist omdat het de handeling is die een deugdzaam persoon, in overeenstemming met diens karakter, in die situatie zou doen

New cards
65

ethisch pluralisme

meerdere morele regels: een morele regel per deugd
= deugdenethiek

New cards
66

morele complexiteit

wat moet ik doen bij een moreel conflict? verschillende handelingen kunnen overeenkomen met dezelfde deugd of voortreffelijkheid

New cards
67

morele gebruiken

hoe kan ik weten wat ik moet doen (praktisch inzicht → weten hoe): door ervaring, emotionele maturiteit, …

New cards
68

morele opvoeding

hoe kan ik een goed mens worden?

New cards
69

moreel conflict / morele complexiteit

wat als deugdzame mensen het oneens zouden zijn?

  • alle deugdzame mensen doen het = VEREISTE

  • sommige deugdzame mensen doen het = TOEGESTAAN

  • geen enkele deugdzaam persoon doet het = VERBODEN

New cards
70

divine command theory

een handeling is moreel vereist omdat God het gebiedt en immoreel omdat God het verbiedt

New cards
71

nadelen van deugdenethiek

  1. tragische dilemma’s

  2. morele begeleiding

  3. te veeleisend: niet omdat iets veel moeite kost, dat het daarom slecht is

  4. moreel conflict: wat als deugdzame mensen het oneens zouden zijn?

  5. morele rolmodellen: hoe kiezen we persoon die als moreel voorbeeld dient (persoonlijke, culturele en historische verschillen)

  6. prioriteitenprobleem

New cards
72

prioriteitenprobleem

wat heeft voorrang? karakter of daden (redenen/ intenties):

  • zijn handelingen juist omdat deugdzame mensen ze uitvoeren

  • of verrichten deugdzame mensen ze omdat de handelingen juist zijn?

→ omdat deugdzame mensen ze uitvoeren

New cards
73

prioriteitenprobleem, euthyphro

het goede wordt door goden bemind omdat het goed is
→ redenen/ intenties maken zaken juist of fout

New cards
74

moreel objectivisme

morele normen gelden voor iedereen

New cards
75

error theory

de opvatting dat er helemaal geen morele waarheden zijn

New cards
76

moreel relativisme

de opvatting dat er wel morele waarheden zijn, maar dat deze relatief zijn t.o.v. de persoon die ze aanhangt en de cultuur waarin ze worden aangehangen

New cards
77

individueel relativisme

= ethisch subjectivisme: een handeling is moreel aanvaardbaar omdat ik die goedkeur of omdat er ik er mij toe engageer

New cards
78

cultureel relativisme

een handeling is moreel aanvaardbaar omdat ze is toegestaan door de dominante idealen v/e samenleving of cultuur

New cards
79

moreel nihilisme

waarden vgl met feiten

  • waarden zijn niet echt

  • waarde-bewegingen zijn niet informatief

New cards
80

argumentum ad hominem

Het aanvallen van de persoon die het argument maakt in plaats van het argument zelf aan te pakken

New cards
81

spinazietest

test om te kijken of een morele regel wel objectief is of niet: vb van spinazie: de stelling “ik vind spinazie vies” is subjectief en dus geen morele regel

New cards
82

hoge hoedentest:

hoge hoeden zijn uit de mode. stel dat iedereen terug hoge hoeden zou dragen, is het dan nog uit de mode? nee

pas dit toe op roken veroorzaakt kanker: regel geldt niet meer
→ wanneer de regel niet geldt: gaat over een objectieve morele regel

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 12 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)
note Note
studied byStudied by 16 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 17 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 45 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 15 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 6 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 12 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 8879 people
Updated ... ago
4.6 Stars(59)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard30 terms
studied byStudied by 26 people
Updated ... ago
5.0 Stars(3)
flashcards Flashcard24 terms
studied byStudied by 2 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard23 terms
studied byStudied by 1 person
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard35 terms
studied byStudied by 3 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard53 terms
studied byStudied by 65 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard32 terms
studied byStudied by 171 people
Updated ... ago
4.3 Stars(17)
flashcards Flashcard30 terms
studied byStudied by 5 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)
flashcards Flashcard30 terms
studied byStudied by 26 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)