Kaarten: Rallye 2 - 9 Circuit rouge | Quizlet

le bijou

het juweel

l'indice (m)

de aanwijzing

le miroir

de spiegel

la boucle d'oreille

de oorring

les boucles d'oreilles

de oorringen

la ceinture

de riem

la coque

de hoes

la surprise

de verrassing

cher/chère

duur

important, importante

belangrijk

pratique

praktisch

assez

genoeg

quelque chose de

iets + bijvoeglijk naamwoord

commencer par

beginnen met

continuer

doorgaan, verdergaan

deviner

raden

emballer

inpakken

protéger

beschermen

beige

beige

blanc, blanche

wit

brun, brune

bruin

kaki

kaki

mauve

paars

jaune

geel

rouge

rood

vert, verte

groen

noir, noire

zwart

orange

oranje

bleu, bleue

blauw

clair, claire

licht

uni, unie

effen

marron

kastanjebruin

la couleur

de kleur

l'object

het voorwerp

le centimètre

de centimeter

le mètre

de meter

le modèle

het model

la partie

het (onder)deel

aigu, aiguë

scherp

carré, carrée

vierkant

doux, douce

zacht

droit, droite

recht

dur, dure

hard

épais, épaisse

dik

fin, fine

fijn

léger, légère

licht

lourd, lourde

zwaar

ovale

ovaal

plat, plate

plat

pointu, pointue

spits, puntig

rectangulaire

rechthoekig

rond, ronde

rond

solide

stevig

triangulaire

driehoekig

la matière

het materiaal

le bois / en bois

het hout / van hout

le carton / en carton

het karton / van karton

le cuir / en cuir

het leder / van leder

le métal / en métal

het metaal / van metaal

le plastique / en plastique

het pastic / van plastic

le tissu / en tissu

de stof / van stof

le verre / en verre

het glas / van glas

manquer

ontbreken

mesurer

meten

servire à

dienen voor

la taille

de maat

C'est petit et fin.

Het is klein en fijn.

la forme

de vorm

C'est quelque chose de grand.

Het is iets groots.

Cet objet est rectangulaire.

Dit voorwerp is rechthoekig.

C'est un objet en tissu.

Het is van stof.

C'est un objet blanc.

Het is een wit voorwerp.

C'est très léger.

Het is heel licht.