hoofdstuk 1: situering psychologie en functieleer

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/62

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

63 Terms

1
New cards

dualisme

lichaam en geest zijn duidelijk van elkaar gescheiden

2
New cards

mind-body problem

de uitdaging om interactie tussen de geest lichaam te begrijpen

3
New cards

interactionisme

theorie die stelt dat de geest en het lichaam met elkaar in wisselwerking staan

4
New cards

monisme

lichaam en geest niet opvatten als twee verschillende entiteiten maar als twee delen van 1 entiteit

5
New cards

materialisme

(1) ontologisch: alleen het fysische bestaat echt

(2) epistemologisch: men kan enkel het fysische wetenschappelijk bestuderen

=> leidt tot reductionisme

6
New cards

reductionisme

alles wordt tot één soort werkelijkheid herleid

7
New cards

idealisme

(1) ontologisch: panpsychisme

(2) epistemologisch: we kennen werkelijkheid enkel door eigen zintuigen en denken

=> leidt tot solipsisme

8
New cards

panpsychisme

alles in de natuur heeft een ziel

9
New cards

solipsisme

elke geest in eigen bubbel met eigen werkelijkheid (= de overtuiging dat alleen het eigen bewustzijn werkelijk bestaat)

10
New cards

psychofysica

exacte wetenschap van functionele relatie tussen lichaam en geest

11
New cards

psychologie

(1) oorspronkelijk: zielkunde, wetenschap van de geest

(2) hedendaags: wetenschap van het gedrag en de factoren (fysisch of mentaal, zichtbaar of verborgen) die dit beïnvloeden

12
New cards

pareidolia

het zien van betekenisvolle voorwerpen in vormloze prikkels

13
New cards

nomothetische benadering

men zoekt naar algemene wetten (= zelfde voor iedereen)

14
New cards

ideografische benadering

men zoekt naar specifieke factoren (verschillen voor elk individu)

15
New cards

longitudinaal

over langere periode, op meerdere momenten

16
New cards

cross-sectioneel

meerdere groepen worden onderzocht op zelfde moment

17
New cards

Occams’s razor

geheel van gegevens zo zuinig mogelijk verklaren, met zo weinig mogelijk en zo eenvoudig mogelijke variabelen

18
New cards

natuurwetenschappen

gericht op verklaren wetmatigheden in de natuur

19
New cards

menswetenschappen

gericht op het begrijpen van mens en zijn geschiedenis

20
New cards

hub-science

wetenschap die fungeert als centraal punt in netwerken van kennis en onderzoek, en die de interactie tussen verschillende disciplines bevordert

21
New cards

methodenleer

fundamenteel, geeft aan hoe psychologische fenomenen wetenschappelijk onderzocht moeten worden

22
New cards

functieleer

studie van algemeen-menselijke functies en capaciteiten

23
New cards

persoonlijkheidsleer

studie van datgene waarin het individu uniek is en zich onderscheidt van anderen (= individuele persoonlijkheid)

24
New cards

ontwikkelingsleer

studie van ontwikkeling van de mens in alle aspecten (functies, persoonlijkheid, gedrag)

25
New cards

gedragsleer

studie van gedrag van mens in wisselwerking met zijn omgeving, zowel fysisch als sociaal

26
New cards

filosofie

de studie van fundamentele vragen over het bestaan, kennis, waarden, reden, geest en taal

27
New cards

fysiologie

tak van de biologie die zich bezighoudt met het bestuderen van de werking van levende organismen en hun onderdelen, inclusief cellen, weefsels, organen en orgaansystemen

28
New cards

rationalisme

kennis komt voort uit het verstand

29
New cards

empirisme

kennis komt voort uit zintuiglijke ervaringen

30
New cards

immaterialisme

de werkelijkheid niet fysiek van aard is, maar afhankelijk is van waarneming door een bewustzijn

31
New cards

idealisme

de werkelijkheid is slechts mentaal en afhankelijk van waarneming

32
New cards

probleem van Molyneux

blinde die opeens kan zien, neemt niet meteen alles waar zoals wij, moet eerst associaties gaan koppelen aan bepaalde waarnemingen dmv tast en andere zintuigen

33
New cards

onbewuste inferentie

waarneming impliceert onbewuste redenering

34
New cards

frenologie

methode om iemands persoonlijkheid en vaardigheden af te lezen adhv knobbels op de schedel

35
New cards

substractiemethode

identificeren van mentale basisprocessen door vergelijking van condities die maar op 1 component van elkaar verschillen

36
New cards

mentale chronometrie

meting tijdsduur mentale processen

37
New cards

nativisme

stelt dat de menselijke geest bij de geboorte al over bepaalde aangeboren eigenschappen beschikt die de basis vormen voor onze waarneming, kennis en gedrag

38
New cards

fenomenologie

de studie van de structuur van ervaringen en bewustzijn zoals die direct worden waargenomen

39
New cards

logisch positivisme (Wiener Kreiss)

stelt dat kennis alleen zinvol is als deze gebaseerd is op logische analyse of empirische waarneembare feiten

40
New cards

intentionaliteit (Brentano)

elk mentaal fenomeen heeft inhoud en is gericht op een object

41
New cards

Aktpsychologie

mentale fenomenen zijn geen inhouden maar acties/functies

42
New cards

functionalisme (Brentano)

gaat om de actie of functie van mentale processen, wat ze doen en hoe ze gericht zijn op externe objecten

43
New cards

structuralisme

psychologische delen samengesteld uit elementaire delen (bewuste mentale inhouden)

44
New cards

introspectie

proces waarbij iemand naar binnen kijkt om zijn of haar eigen mentale toestand te onderzoeken

45
New cards

ethnopsychologie

studie van de psychologische verschijnselen binnen verschillende culturen en de invloed van cultuur op het menselijk gedrag

46
New cards

apperceptie

de manier waarop we vorige kennis gebruiken om nieuwe waarnemingen te interpreteren en te begrijpen

47
New cards

stimulusfout

introspectieve beschrijvingen moeten beperkt blijven tot analyse van inhouden van bewuste ervaringen, niet beïnvloed door kennis over aard van stimulus

48
New cards

functionalisme

bewustzijn is géén passief orgaan om ervaringen op te vangen, maar toolbox van functies om adaptief te reageren op nieuwe situaties

49
New cards

Law of effect

responsen gevolgd door beloning worden versterkt, responsen gevolgd door straf geëlimineerd

=> vormt basis voor operante conditionering

50
New cards

Gestaltpsychologie

Graz:

(1) Gestalten zijn emergerende kwaliteiten afhankelijk van objecten, maar stijgen erboven uit

(2) geest als productiesysteem waarbij Gestaltkwaliteiten tot stand komen door mentale acten

Berlijn:

(1) Gestalt is op zichzelf staand geheel, eigen entiteit, eigen ontologische status (= sui generis) en dus niet gebaseerd op elementaire bouwstenen

(2) geest als dynamisch systeem

51
New cards

phi motion

zien van beweging tussen twee kort na elkaar aangeboden prikkels, je ziet een beweging en geen afzonderlijke objecten (= nieuw Gestalt)

52
New cards

one-sided dependancy

relaties tussen delen die geheel bepalen, onderdelen hangen af van het geheel maar niet andersom

53
New cards

two-sided dependancy

sterk geheel beïnvloed waarneming van de delen, geheel en onderdelen zijn wederzijds afhankelijk

54
New cards

Aha Erlebniss (Köhler)

probleemoplossend denken dat opeens uit het niks opduikt (cognitief inzicht), duikt op als één volledig geheel (= Gestalt)

55
New cards

dynamische systeem-theorie

beschrijft hoe complexe, veranderlijke systemen zich gedragen en ontwikkelen door de wederzijdse interactie van hun onderdelen

56
New cards

synesthesie

sterke associaties tussen verschillende betekenisdomeinen

57
New cards

behaviorisme

exclusieve focus op stimuli en responsen, connecties en associaties hiertussen zijn de enige objectief waarneembare entiteiten

58
New cards

psychic reflex

aangeleerde/geconditioneerde stimulus-respons-associatie

59
New cards

klassieke conditionering/pavloviaanse conditionering

neutrale stimulus wordt herhaaldelijk samen aangeboden met betekenisvolle stimulus, dan lokt na verloop van tijd neutrale stimulus zelfde respons uit als betekenisvolle stimulus (door associatie)

(1) UCS => UCR

(2) UCS + CS => UCR

(3) CS => CR

60
New cards

emoties (Watson)

interne activiteiten obv ongestreepte spieren (onbewust)

61
New cards

instincten (Watson)

obv gestreepte spieren, erfelijk (bewust)

62
New cards

gewoontes (Watson)

aangeleerde responsen in de vorm van aaneengeschakelde reflexpatronen

63
New cards

cognitieve psychologie/informatieverwerkingstheorie

meest dominante stroming binnen psychologie vandaag, nadruk op hersenwerking