Nederlands 1.1 tot 2.2

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/61

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

62 Terms

1
New cards

literair

wat betrekking heeft op literatuur

2
New cards

literatuur

verzamelnaam voor fictieve teksten die een diepere laag hebben.

3
New cards

proza

verzamelnaam voor verhalende teksten die niet rijmen.

4
New cards

roman

een lang (boekvullend), fictief verhaal

5
New cards

autobiografie

de schrijver beschrijft zijn eigen leven

6
New cards

stijl

de manier waarop een verhaal is geschreven.

7
New cards

fictie

verzonnen verhaal (het kan wel deels)

8
New cards

Round character

goed uitgewerkt personage waarvan je weet wat hij denkt en voelt.

9
New cards

flat character

personage over wie je minder te weten komt (blijft redelijk gelijk)

10
New cards

type

personage dat een ondergeschikte rol in het verhaal speelt (je weet bijna niks van de personage)

11
New cards

karikatuur

bepaalde kenmerken van een personage (groep) dat overdreven wordt overdreven

12
New cards

conflictmodel

  1. evenwicht

  2. conflict

  3. ontwikkeling

  4. oplossing of nieuwe evenwicht

13
New cards

evenwicht

alles is min of meer normaal

14
New cards

conflict

het evenwicht wordt verstoord door een gebeurtenis

15
New cards

ontwikkeling

de hoofdpersoon moet reageren, hij komt in actie en maakt een ontwikkeling door

16
New cards

oplossing of nieuwe evenwicht

het conflict word opgelost en er ontstaat een nieuwe evenwicht (dat weer verstoord kan worden)

17
New cards

perspectief

een verhaal word altijd verteld vanuit het gezichtspunt van een of meerdere personages

18
New cards

de 3 perspectieven

  1. ik perspectief verteld door ik

  2. personaal perspectief verteld in hij/zij

  3. perspectief van de alwetende verteller

19
New cards

debuut

eerste literaire werk dat een schrijver publiceert, niet waargebeurt.

20
New cards

onbetrouwbaar perspectief

het verhaal is niet menselijk betrouwbaar en echt.

21
New cards

wisselend perspectief

het perspectief kan veranderd (per) hoofdstuk. (wit regel)

22
New cards

Setting

De plaats, tijd en omstandigheden

23
New cards

ruimte

karakterisering van een personage

sfeertekening

symbolisch

24
New cards

karakterisering

een personage heeft een voorkeur of juist een afkeer van een bepaalde ruimte

25
New cards

sfeertekeningen

de ruimte wordt gebruikt ter ondersteuning van een bepaalde handeling of gevoel

26
New cards

symbolisch

de ruimte staat symbool voor iets.

27
New cards

Spanning

wordt opgeroepen door alles wat maakt om door te willen lezen

28
New cards

vertelheden

het ‘nu’ in het verhaal

29
New cards

flashback

de verteller verteld over het verleden dat is plaatsgevonden.

30
New cards

A-chronologie

de gebeurtenissen staan niet op chronologische volgorde

31
New cards

alwetende verteller

je kunt niet afleiden wiens gedachten of observaties worden beschreven maar hij wel van alle andere personages

32
New cards

vooruitwijzing

je leest over iets wat nog gaat gebeuren

33
New cards

vertraging

de gebeurtenissen worden langzaam verteld

34
New cards

open plekken

vragen die het verhaal oproept om iets te laten gebeuren.

35
New cards

cliffhanger

het verhaal wordt onderbroken op een spannend moment.

36
New cards

verhaalmotief

opvallend verhaalelement dat steeds opnieuw opduikt in het verhaal

37
New cards

concreet motief

verhaalelement dat meerdere malen letterlijk voorkomt (je kunt het aanwijzen)

38
New cards

abstract motief

verhaalelement dat niet letterlijk in het verhaal voorkomt, maar zelf moet afleiden (een gedrag zoals angst)

39
New cards

Thema

Waarover een verhaal nog meer gaat, afgezien van de personage en de gebeurtenissen

40
New cards

poëzie

verzamelnaam voor gedichten en korte teksten kan lijken als.

  1. afwijkende letters

  2. opbouw strofen

  3. verschillende rijm

  4. beeldspraak

41
New cards

Neologisme

Nieuw gevormd woord

42
New cards

Pseudoniem

Verzonnen naam om te publiceren

43
New cards

strofen

korte stukjes in een gedicht die gescheiden worden door een witregel

44
New cards

Haiku

kort gedichtje dat bestaat uit 3 regels 5,7,5 lettergrepen

45
New cards

Ollekebolleke

Gedicht met strakke, vaste vorm. 2 strofen van 4 regels

46
New cards

klemtoon

waardoor een woord klinkt

47
New cards

Limerick

vijfregeling gedichtjes. de eerste tweede en vijfde regel moet rijmen.

48
New cards

Sonnet

Gedicht van precies veertien regels verdeeld over 4 strofen

49
New cards

Rijmschema

Schematische weergave van het eindrijm in een gedicht

50
New cards

Allusie

Toespeling op een bekend verhaal, zoals sprookje, mythe of bijbel

51
New cards

Semantisch veld

woorden die op grond van inhoud en betekenissen koppelt.

52
New cards

vergelijking

een beeldspraak tussen een object en een beeld

53
New cards

Beeldspraak

figuurlijk taalgebruik waarbij iets word omschreven door te vergelijken met iets anders

54
New cards

personificatie

aan een voorwerp of abstract begrip worden menselijke eigenschappen toegekend.

55
New cards

Parafraseren

een gedicht in eigen woorden na te vertellen om het beter te begrijpen

56
New cards

soorten rijm

eindrijm

beginrijm

klankrijm

halfrijm

binnenrijm

57
New cards

eindrijm

de laatste woorden van de regels rijmen

58
New cards

beginrijm

meerdere woorden beginnen met dezelfde klank

59
New cards

klankrijm

meerdere woorden hebben de zelfde klank

60
New cards

halfrijm

de laatste woorden van de regel rijmen niet helemaal

61
New cards

binnenrijm

de woorden binnen een regel rijmen op elkaar

62
New cards

metafoor

vorm van beeldspraak zonder object alleen met een beeld