HC Duitsland in Europa 1918-1991 (begrippen) | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/50

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

51 Terms

1
New cards

Aanhangers van de SPD, een Duitse politieke partij. Zij maakten deel uit van de regering van de Republiek van Weimar die de wapenstilstand en de vrede van Versailles ondertekende.

sociaaldemocraten

2
New cards

Vorm van bestuur waarbij de gekozen volksvertegenwoordiging het laatste woord heeft (bij wetgeving en controle van bestuurders).

parlementaire democratie

3
New cards

Aanhangers van politieke partijen die een bestaande toestand zoveel mogelijk wilden behouden / een oude toestand wilden herstellen; hier bijvoorbeeld de DNVP en de DVP (conservatief-liberalen).

conservatieven

4
New cards

Het verhaal, dat niet op historische gronden berustte, dat het Duitse leger tijdens de Eerste wereldoorlog (figuurlijk) met een dolk in de rug was gestoken door aanhangers van linkse politieke stromingen. Aanhangers van rechts-extremistische groepen vonden dat Duitsland de oorlog had verloren door de revolutie van november 1918 en de oprichting van de parlementaire democratie.

dolkstootlegende

5
New cards

Vredesverdrag met Duitsland (1919). Veel Duitsers beschouwden dit verdrag als een dictaat: het werd opgelegd door de overwinnaars.

Verdrag van Versailles

6
New cards

Betalingen die Duitsland vanaf 1919 moest voldoen om de in de Eerste wereldoorlog aangerichte schade te vergoeden.

herstelbetalingen

7
New cards

Amerikaans plan dat zorgde voor een (tijdelijk) lagere aflossing van de herstelbetalingen door Duitsland en kortetermijnleningen aan Duitsland, waardoor de Duitse economie zich kon herstellen vanaf 1924.

Dawesplan

8
New cards

Term voor het ineenstorten van de aandelenbeurzen in New York in 1929.

beurskrach

9
New cards

Toestand van economische achteruitgang die gepaard gaat met stijgende werkloosheid. Hier: de crisis van het wereldkapitalisme in de jaren 1930.

economische crisis

10
New cards

National-Sozialistische Deutsche Arbeiter Partei; partij van Hitler/Duitse nationaalsocialisten.

NSDAP

11
New cards

Vijandig tegenover Joden.

antisemitisch

12
New cards

Premier in de Republiek van Weimar.

rijkskanselier

13
New cards

Een wet waarbij het Duitse parlement de regering-Hitler voor vier jaar volmachten gaf (23 maart 1933) om de crisissituatie te bestrijden.

machtigingswet

14
New cards

Brand in het gebouw waar de Duitse volksvertegenwoordiging vergaderde, op 27 februari 1933.

Rijksdagbrand

15
New cards

Naam voor Duitsland tussen 1918 en 1933 met een republiek als staatsvorm en als bestuursvorm een parlementaire democratie.

Republiek van Weimar

16
New cards

Een regering / partij die probeert het leven van de mensen volledig te beheersen, van vroeg tot laat en van wieg tot graf (in Duitsland in de periode 1933-1945 en in de DDR in de periode 1949-1990).

totalitaire regime

17
New cards

Schrikbewind om tegenstanders uit te schakelen en anderen in de pas te laten lopen.

terreur

18
New cards

Alles wat wordt gedaan om aanhangers te winnen voor een ideaal / standpunt.

propaganda

19
New cards

Opnieuw inrichten van de samenleving volgens de idealen van de nationaalsocialisten.

nazificeren

20
New cards

Nationaalsocialistisch ideaal van een raszuivere, hechte en harmonieuze gemeenschap van 'echte' Duitsers. Joodse inwoners hoorden hier bijvoorbeeld niet bij volgens de nazi's.

Volksgemeinschaft

21
New cards

Bijeenkomst van de leiders van Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië en Duitsland in 1938, waar werd onderhandeld over de eis van Hitler dat het (Tsjecho-Slowaakse) Sudetenland zich moest aansluiten bij Duitsland.

Conferentie van München

22
New cards

(= verzoenen / sussen) Streven van de Engelse (en Franse) regering om oorlog met Hitler-Duitsland te voorkomen door toe te geven aan de eisen van Hitler.

appesementpolitiek

23
New cards

Staat waarin het recht gehandhaafd wordt.

rechtsstaat

24
New cards

Soort (ongewapende) dienstplicht in de door Duitsland (tijdens de Tweede Wereldoorlog) bezette gebieden.

arbeidsdienst

25
New cards

Kamp waar op een fabrieksmatige manier massaal mensen werden vermoord tijdens de Tweede Wereldoorlog.

vernietigingskamp

26
New cards

Duitse naam voor de 10 a 12,5 miljoen Duitstaligen die aan het einde van / vlak na de Tweede Wereldoorlog uit gebieden in Oost- en Midden-Europa werden verdreven of wegvluchtten, naar het westen van Duitsland.

Heimatvertriebene

27
New cards

Leer dat alle volkeren die bedreigd worden door een gewapende minderheid (lees: de communisten onder hen) kunnen rekenen op economische en als het moet militaire steun van de Verenigde Staten. Daarmee wilden de VS een dam opwerpen tegen communistische expansie.

Trumandoctrine

28
New cards

Amerikaans plan voor financiële en economische hulp aan Europese landen, voor de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Het politieke doel was een dam opwerpen tegen communistische expansie.

Marshallplan

29
New cards

Het afsluiten van de toegangswegen over land en water naar (West-)Berlijn door de Sovjet-Unie in 1948 en 1949. De Amerikanen wisten West-Berlijn te behouden door een luchtbrug.

Blokkade van Berlijn

30
New cards

Naam voor West-Duitsland (1949-1990).

Bondsrepubliek Duitsland

31
New cards

Naam voor Oost-Duitsland (1949-1990).

Duitse Democratische Republiek

32
New cards

Naam voor het bestuur (eenpartijstelsel) in de communistische landen in Oost-Europa, zoals de DDR, tijdens de Koude Oorlog.

volksdemocratie

33
New cards

Periode van snelle economische groei onder leiding van de regering Adenauer in West-Duitsland, na de Tweede Wereldoorlog. Het zorgde er mede voor dat West-Duitsland zich in de jaren 1950 ontwikkelde tot een stabiele democratie.

Wirtschaftswunder

34
New cards

Bondgenootschap van de VS, Canada en 'West'-Europese landen, opgericht in 1949 om zichzelf te beschermen tegen communistische expansie.

NAVO

35
New cards

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, opgericht in 1951. Een van de eerste organisaties die bijdroeg bij de Europese eenwording na 1945.

EGKS

36
New cards

Eenpartijstaat / alleenheerschappij, hier: van Hitlers NSDAP in Duitsland en van de communistische partij (SED) in de DDR na 1945.

dictatuur

37
New cards

Ministerie voor Staatsveiligheid in de DDR, meestal afgekort tot Stasi, die iedere vorm van tegenstand tegen het communisme in de DDR probeerde te onderdrukken. Past bij terreur.

Staatssicherheitsdienst

38
New cards

Bondgenootschap van de Sovjet-Unie en Oost-Europese landen opgericht in 1955 om zichzelf te beschermen tegen kapitalistische expansie.

Warschaupact

39
New cards

Oost-Europese samenwerking voor wederzijdse economische hulp (opgericht in 1949 als tegenhanger Marshallplan) die in 1959 werd omgevormd tot Comecon. De DDR was lid.

Comecon

40
New cards

Naam voor de Sovjet-Unie en de volksdemocratieën in Oost-Europa tijdens de Koude Oorlog.

Oostblok

41
New cards

Economie waarin de productie via orders van bovenaf tot stand komt. Hier vastgelegd in plannen waarin de productiecijfers stonden die de komende vijf jaar gehaald moesten worden.

planeconomie

42
New cards

Muur die West-Berlijn van Oost-Berlijn scheidde, waardoor Oost-Duitse burgers niet langer (zonder toestemming) naar het Westen konden reizen. Ook de grens tussen Oost- en West-Duitsland werd hermetisch gesloten.

Berlijnse muur

43
New cards

Kring van landen waarbinnen een land invloed uitoefent, bijvoorbeeld de VS die invloed uitoefenden in West-Europa tijdens de Koude Oorlog

invloedssfeer

44
New cards

Periode van politieke ontspanning tijdens de Koude Oorlog.

detente

45
New cards

Politiek van de regering Brandt om de betrekkingen tussen West-Duitsland en Oost-Duitsland (en andere Oost-Europese landen) te verbeteren.

Ostpolitik

46
New cards

Openheid tijdens de regering van Gorbatsjov in de Sovjet-Unie. Er kwam onder meer gelegenheid om misstanden aan de kaak te stellen.

glasnost

47
New cards

Herstructurering van de Sovjet-Russische economie, meer efficiency en ruimte voor eigen initiatief tijdens de regering van Gorbatsjov in de Sovjet-Unie.

perestrojka

48
New cards

Leer, geformuleerd door de Russische partijleider Brezjnev eind jaren 1960, die omschreef dat wanneer het communisme in een Oostblokland in gevaar verkeerde, andere communistische landen verplicht waren om daar in te grijpen. Zo kon worden voorkomen dat het desbetreffende land zou afglijden naar het kapitalisme.

Brezjnevdoctrine

49
New cards

Periode van grote spanningen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie en hun bondgenoten in de periode 1945-1991, zonder dat het tot een rechtstreeks gevecht kwam tussen beide partijen, maar waarin wel een voortdurende dreiging was van een nucleair conflict.

Koude Oorlog

50
New cards

Georganiseerde samenwerking op steeds meer gebieden tussen (27) Europese landen.

Europese Unie

51
New cards

Premier van West-Duitsland vanaf 1949 en vanaf 1990 van het herenigde Duitsland.

bondskanselier