1/12
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Microvili
=uitsteeksels plasmamembraan: opp. vergroten zonder veel toename volume
->vooral bij cellen die stoffen in & uit lich. transporteren
Ribosomen
=kleine structuren, bestaande uit RNA & bep. eiwitten
->eiwitsynthese (assembleren AZ tot eiwitten)
->verbinden AZ in juist volgorde adhv RNA-template
ER
=endoplasmatisch reticulum (celorganel)
->synthese biologische moleculen
->vrijgeven eiwitten dr vouwen ER (uitscheiden, verlaten cel)
Vesikels
=membraangebonden containers (opslag & transport)
Microtubili
+kleine holle buizen (deel v. netwerk cytoskelet)
->bestaat uit eiwitten
Microfilamenten
=dunne vaste vezels (deel v. netwerk cytoskelet)
->bestaat uit eiwitten
Trilharen
=cilia (steken uit oppervlakte)
->bewegen materialen lang opp. cel (borstelende beweging, veel in luchtwegen)
Flagellen
=langer dan trilharen, enkel bij spermacellen
->zweepachtige beweging zorgt vr voortgang
Diffusie
=beweging v. moleculen van gebied hoge concentratie -> gebied lage concentratie
->willekeurig proces (oorzaak=concentratiegradiënt/verschil in concentraties)
Selectief permeabel
+selectively permeable
->sommige stoffen mogen diffunderen, andere niet
-Plasmamembraan: sterk permeabel vr water (mr niet vr alle ionen of moleculen)
Toniciteit
=relatieve concentratie van opgeloste stoffen in 2 vloeistoffen die van elkaar gescheiden zijn dr/e celmembraan
Meest hypotone vloeistof
=puur water (dierlijke cellen gaan daarin dood)
Metabolisme
=som alle chemische reacties die leven in standhouden
->E & moleculen verwerkt om nieuwe moleculen op te bouwen & af te breken (afh. wat cel nodig heeft)
->E die vrijkomt bij afbraak: gebruikt om andere moleculen op te bouwen of op te slaan