1/32
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Ecologische validiteit
=ond. over waarneming moet ook gelinkt worden a/h echte leven
+werken m. ecologisch valide situaties, bv: m/e bewegende waarnemer
-James Gibson (20e E)
Horizon-ratio
= verhouding v/h deel boven & onder de horizonlijn
->vw van eenzelfde fysische grootte geven een constante horizon-ratio, waar i/d diepte ze ook staan
Hogere-ordevariabelen
=we vertrekken via info van verhoudingen, patronen.. (niet geometrische maten ofzo) -Gibson
Direct pick-up
=hogere-ordevariabelen worden direct als dusdanig geregistreerd door visueel systeem (niet berekend uit lagere-ordevariabelen, primitieve elementen zoals lijnen & hoeken) -Gibson
Ecologische optica
=studie v/h licht als bron v. informatie over de omgeving -Gibson
Klassieke optica
=studie v/h licht als fysisch verschijnsel (golven met amplitude & golflengte, lichtstralen die op netvlies vallen)
Stralingslicht
=radiënt licht
=afkomstig lichtbron, enkel info over lichtbron zelf -Gibson
Omgevingslicht
=ambiënt licht
=afkomstig omgeving, bevat ook info over voorwerpen uit de omgeving -Gibson
Optic array
=Het gehele patroon v. licht zoals dat invalt op het oog, niet enkel één lichtstraal en niet enkel het oog met centrale projectie (door een pupilopening en een lens, op het netvlies achteraan)
->patroon licht uit omgeving bevat veel info over vw i/d omgeving
-Gibson
Invarianten
=wat onveranderd blijft onder een bepaalde groep v. transformaties (bv: rotaties beeldvlak,…) -Gibson
Optic flow
=de stroom van optische elementen die ontstaat i/d optic array v/e bewegende waarnemer -Gibson
Bewegingsparallax
=de richting en snelheid v/d optic flow i/e directe functie vd afstand t.o.v. de bewegende waarnemer
->dichtbij: beweegt snel & omgekeerde richting, ver: beweegt traag & zelfde richting (uit perspectief bewegende waarnemer) -Gibson
Optical looming
=het snel expanderende flow field t.g.v. een snel naderend object
->flow komt heel dichtbij (bv: voetbal vliegt naar je hoofd: heel dichtbij=grote vage vlek) -Gibson
Focus of expansion
=geeft aan waar je als waarnemer naartoe beweegt (navigatie)
->grote bron v. info voor bv piloten vliegtuig -Gibson
Time-to-contact
=hoelang heeft men vooraleer opp. raken (bv: ond. vogels die duiken naar vis: weten wanneer ze vleugels moeten dichtklappen) -Gibson
Affordances
=eig. van vw die in directe relatie staan m/h gedrag vd waarnemer.
->Wat je m/h vw kan doen i/h licht van je behoeften (bezitbaarheid, beklimbaarheid) -Gibson
Computationele theorie
=een analyse vd taak van visuele waarneming als een informatieverwerkingsprobleem (input en output) -David Marr 20e E
Raw primal sketch
=verzameling v/e set features met hun kenmerken (Marr)
Full primal sketch
=een abstracte representatie v/d output van perceptuele organisatie (Marr)
2,5D schets
->3e dimensie achterhalen (recovery probleem): via dieptecues diepte berekenen (Marr)
3D schets
=hiërarchische weergave via veralgemeende cilinders
Gezichtspuntonafhankelijke representatie van vw
-Globale weergave v/d spatiale relaties tss de belangrijkste delen kan volstaan voor herkenning (Marr)
Ocomulostorische dieptecues
= het oog beschikt over spieren die zorgen dat de vw scherp afgebeeld worden op/h netvlies
Accomodatie (oc. dieptecues)
=vw scherp afgebeeld op/h netvlies door aanpassing vd lens (opspannen/ontspannen bij dicht/ver)
Convergentie (ac. dieptecues)
=vw scherp afgebeeld op/h netvlies doordat beide ogen zich op 1 bepaald punt i/d 3D-ruimte richten
Binoculaire (visuele dieptecues)
=stereopsis/stereovisie
= Door gebruik twee ogen dieptecue beschikbaar: retinale dispariteit = het verschil tss beide netvliesbeelden doordat ogen uit een lichtjes verschillende ruimtelijke positie kijken nr/e welbepaald punt i/d 3D-ruimte
Dynamisch (monoculair)
-bewegingsparallax=dynamische versie stereovisie // twee beelden afkomstig van één oog op twee momenten i/d tijd
(ipv 2 beelden >2 ogen op 1 moment i/d tijd)
Statisch (monoculair)
=informatiebronnen in 1, statisch beeld (zoals een foto)
->6 soorten infobronnen in 1 beeld
Interpositie/occlusie (statische bron)
=wanneer een vw een ander vw bedekt, moet het eerste dichterbij zijn dan het tweede (cue geeft diepterangordening mee)
Relatieve grootte (statische bron)
=vw op een grote afstand, beslaan een kleinere portie v/h netvliesbeeld dan vw dichterbij (helpen ook fysische grootte/afstand v. onbekende vw te bepalen ->cue krijgt daarom centrale plaats in cognitieve theorieën)
Relatieve hoogte i/h visuele beeld (statische bron)
=vw die verderaf, staan i/h algemeen hoger i/h visuele veld dan vw dichterbij
Textuurgradiënten (statische bron)
=een oppervlak met zgn. textuur i/d diepte uitgestrekt maar ook in gevallen waarbij de textuurelementen zelf onderdelen van betekenisvolle vw zijn (naarmate grotere kijkafstand: textuurelem. kleiner & dichter bij elkaar)
Lineair perspectief (statische bron)
=parallelle lijnen die in perspectief getekend worden, convergeren i/e zgn. verdwijnpunt (zeer bekende dieptecue, zie corridor illusion)
Atmosferisch perspectief (statische bron)
=vw die zich verderaf bevinden, zijn meestal waziger door geringe helderheid (want verre lichtstralen moeten meer stof & luchtdeeltjes passeren)