1Psy Functieleer d1 2.6. Twee alternatieve benaderingen (denkkaders)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/32

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Functieleer

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

33 Terms

1
New cards

Ecologische validiteit

=ond. over waarneming moet ook gelinkt worden a/h echte leven

+werken m. ecologisch valide situaties, bv: m/e bewegende waarnemer

-James Gibson (20e E)

2
New cards

Horizon-ratio

= verhouding v/h deel boven & onder de horizonlijn

->vw van eenzelfde fysische grootte geven een constante horizon-ratio, waar i/d diepte ze ook staan

3
New cards

Hogere-ordevariabelen

=we vertrekken via info van verhoudingen, patronen.. (niet geometrische maten ofzo) -Gibson

4
New cards

Direct pick-up

=hogere-ordevariabelen worden direct als dusdanig geregistreerd door visueel systeem (niet berekend uit lagere-ordevariabelen, primitieve elementen zoals lijnen & hoeken) -Gibson

5
New cards

Ecologische optica

=studie v/h licht als bron v. informatie over de omgeving  -Gibson

6
New cards

Klassieke optica

=studie v/h licht als fysisch verschijnsel (golven met amplitude & golflengte, lichtstralen die op netvlies vallen)

7
New cards

Stralingslicht

=radiënt licht

=afkomstig lichtbron, enkel info over lichtbron zelf -Gibson

8
New cards

Omgevingslicht

=ambiënt licht

=afkomstig omgeving, bevat ook info over voorwerpen uit de omgeving -Gibson

9
New cards

Optic array

=Het gehele patroon v. licht zoals dat invalt op het oog, niet enkel één lichtstraal en niet enkel het oog met centrale projectie (door een pupilopening en een lens, op het netvlies achteraan)
->patroon licht uit omgeving bevat veel info over vw i/d omgeving  
-Gibson

10
New cards

Invarianten

=wat onveranderd blijft onder een bepaalde groep v. transformaties (bv: rotaties beeldvlak,…) -Gibson

11
New cards

Optic flow

=de stroom van optische elementen die ontstaat i/d optic array v/e bewegende waarnemer -Gibson

12
New cards

Bewegingsparallax

=de richting en snelheid v/d optic flow i/e directe functie vd afstand t.o.v. de bewegende waarnemer  
->dichtbij: beweegt snel & omgekeerde richting, ver: beweegt traag & zelfde richting (uit perspectief bewegende waarnemer) -Gibson

13
New cards

Optical looming

=het snel expanderende flow field t.g.v. een snel naderend object 

->flow komt heel dichtbij (bv: voetbal vliegt naar je hoofd: heel dichtbij=grote vage vlek) -Gibson

14
New cards

Focus of expansion

=geeft aan waar je als waarnemer naartoe beweegt (navigatie) 

 ->grote bron v. info voor bv piloten vliegtuig -Gibson

15
New cards

Time-to-contact

=hoelang heeft men vooraleer opp. raken (bv: ond. vogels die duiken naar vis: weten wanneer ze vleugels moeten dichtklappen) -Gibson

16
New cards

Affordances

=eig. van vw die in directe relatie staan m/h gedrag vd waarnemer.
 ->Wat je m/h vw kan doen i/h licht van je behoeften (bezitbaarheid, beklimbaarheid) -Gibson

17
New cards

Computationele theorie

=een analyse vd taak van visuele waarneming als een informatieverwerkingsprobleem (input en output)  -David Marr 20e E

18
New cards

Raw primal sketch

=verzameling v/e set features met hun kenmerken (Marr)

19
New cards

Full primal sketch

=een abstracte representatie v/d output van perceptuele organisatie (Marr)

20
New cards

2,5D schets

->3e dimensie achterhalen (recovery probleem): via dieptecues diepte berekenen (Marr)

21
New cards

3D schets

=hiërarchische weergave via veralgemeende cilinders

Gezichtspuntonafhankelijke representatie van vw  

-Globale weergave v/d spatiale relaties tss de belangrijkste delen kan volstaan voor herkenning  (Marr)

22
New cards

Ocomulostorische dieptecues

= het oog beschikt over spieren die zorgen dat de vw scherp afgebeeld worden op/h netvlies

23
New cards

Accomodatie (oc. dieptecues)

=vw scherp afgebeeld op/h netvlies door aanpassing vd lens (opspannen/ontspannen bij dicht/ver)

24
New cards

Convergentie (ac. dieptecues)

=vw scherp afgebeeld op/h netvlies doordat beide ogen zich op 1 bepaald punt i/d 3D-ruimte richten

25
New cards

Binoculaire (visuele dieptecues)

=stereopsis/stereovisie

= Door gebruik twee ogen dieptecue beschikbaar: retinale dispariteit = het verschil tss beide netvliesbeelden doordat ogen uit een lichtjes verschillende ruimtelijke positie kijken nr/e welbepaald punt i/d 3D-ruimte  

26
New cards

Dynamisch (monoculair)

-bewegingsparallax=dynamische versie stereovisie // twee beelden afkomstig van één oog op twee momenten i/d tijd

(ipv 2 beelden >2 ogen op 1 moment i/d tijd)

27
New cards

Statisch (monoculair)

=informatiebronnen in 1, statisch beeld (zoals een foto)

->6 soorten infobronnen in 1 beeld

28
New cards

Interpositie/occlusie (statische bron)

=wanneer een vw een ander vw bedekt, moet het eerste dichterbij zijn dan het tweede  (cue geeft diepterangordening mee)

29
New cards

Relatieve grootte (statische bron)

=vw op een grote afstand, beslaan een kleinere portie v/h netvliesbeeld dan vw dichterbij (helpen ook fysische grootte/afstand v. onbekende vw te bepalen ->cue krijgt daarom centrale plaats in cognitieve theorieën)

30
New cards

Relatieve hoogte i/h visuele beeld (statische bron)

=vw die verderaf, staan i/h algemeen hoger i/h visuele veld dan vw dichterbij  

31
New cards

Textuurgradiënten (statische bron)

=een oppervlak met zgn. textuur i/d diepte uitgestrekt maar ook in gevallen waarbij de textuurelementen zelf onderdelen van betekenisvolle vw zijn (naarmate grotere kijkafstand: textuurelem. kleiner & dichter bij elkaar)

32
New cards

Lineair perspectief (statische bron)

=parallelle lijnen die in perspectief getekend worden, convergeren i/e zgn. verdwijnpunt (zeer bekende dieptecue, zie corridor illusion)

33
New cards

Atmosferisch perspectief (statische bron)

=vw die zich verderaf bevinden, zijn meestal waziger door geringe helderheid (want verre lichtstralen moeten meer stof & luchtdeeltjes passeren)