les vacances (toujours fém. pluriel)
de vakantie
un site culturel/industriel/préhistorique/antique/médiéval/naturel
een culturele/industriële/prehistorische/antieke/middeleeuwse/natuurlijke site
connu(e)
bekend
connaître qqch/qqn
iem./iets kennen
renommé(e)
bekend
la renommée
de bekendheid
célèbre
beroemd
un lieu
een plaats (algemeen)
un endroit
een plaats (precies)
chargé d'histoire
beladen met geschiedenis
historique
historisch
l’histoire
de geschiedenis
une histoire
een verhaal
transformer qqch en qqch
iets in iets veranderen
(re)valoriser
(her)waarderen
la valorisation
de waardering
la valeur
de waarde
le Hainaut
Henegouwen
la province d’Anvers
de provincie Antwerpen
la province de Namur
de privincie Namen
la province de Liège
de provincie Luik
la Flandre occidentale
Oost-Vlaanderen
la Flandre orientale
West-Vlaanderen
Le Limbourg
Limburg
le Brabant flamant
Vlaams Brabant
le Brabant wallon
Waals Brabant
le Luxembourg
Luxenburg
l'importance
het belang
il est important de + inf
het is belangrijk te + inf
être important(e)
belangrijk zijn
être classé
geklasseerd zijn
un monument classé
een geklasseerd monument
le Patrimoine mondial de l'Unesco
het Unesco Werelderfgoed
le public
het publiek
un musée
een museum
visiter
een museum bezoeken
une attraction/un site touristique
een toeristische attractie/site
le tourisme
het tourisme
le touriste
de tourist
le bureau d’information touristique
het touristisch informatiebureau
attirer qqn/qqch
iem./iets aantrekken
un visiteur
een bezoeker
visiter qqch
iets bezoeken
rendre visite à qqn
iemand bezoeken
un témoin
een getuige
un témoignage
een getuigenis
témoigner
getuigen
une époque
een tijdperk
une période
een periode
à l’époque
in die tijd
séjourner qq part
ergens verblijven
un séjour
een verblijf
intéressant
interessant(e)
ça m’intéresse
het interesseert mij
un intérêt
een interesse
découvrir
ontdekken
une découverte
een ontdekking
une promenade/une balade
een wandeling
un promeneur
een wandelaar
se promener/se balader
wandelen
le Ravel
De 'Réseau Autonome des Voies Lentes' (RAVeL)
un parcours
een parcour
parcourir
afleggen
une randonnée
een wandeltocht
une promenade balisée
een aangeduide wandeling
un sentier de grande randonnée
een grote routepad
un GR
een GR
un sentier
een pad
une route
een baan
un chemin (de terre)
een (aarde)weg
une autoroute
een autosnelweg
suivre (verbe irrégulier)
volgen
faire partie de qqch
deel uitmaken van
projeter de + inf.
plannen te + inf
se trouver qqpart - se situer qqpart
zich ergens bevinden
plat
vlak
montagneux
bergachtig
vallonné
heuvelachtig
escarpé
steil
une plaine
een vlakte
une colline
een heuvel
une motagne
een berg
la côte/le littoral
de kust
la plage
het strand
une station balnéaire
een badplaats
une vallée
een vallei
un vignoble
een wijngaard
un champ (de bataille)
een (slag)veld
un bois
een bos
une forêt
een woud
le long de (la Semois)
langs de (Semois)
un ruisseau
een beek
une rivière
een rivier
un fleuve
een stroom
un canal
een kanaal
une écluse
een sluis
une chapelle
een kapel
une église
een kerk
une basilique
een basiliek
une cathédrale
een kathedraal