TM: Français 1 (p. 10 - p.16) ALLES
Studied by 0 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/322
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
323 Terms
een voorstelling
une représentation
bijwonen
assister à
een show, een schouwspel
un spectacle
een acteur
un comédien
het podium
la scène, le podium
een toeschouwer
un spectateur, une spectatrice
een regisseur
un réalisateur, un metteur en scène
smaak
un goût
een interesse
un centre d'intérêt
geboeid zijn in
se passionner pour
zich vermaken
se distraire
belangstelling hebben voor
s'intéresser à
de vakantie
le congé/les vacances (fém et toujours au pluriel)
vakantie hebben
être en congé/être en vacances
de tijd verdrijven
passer le temps
sport beoefenen
pratiquer un sport
spelen
jouer à + sport
spelen
jouer de + instrument de musique
een museum
un musée
een toneelstuk
une pièce de théâtre
een tentoonstelling
une exposition
zich ontspannen
se détendre, se relaxer
ontspannen zijn
être détendu,détendue /être relax
ontspannen, op z'n gemak/casual
décontracté, décontractée
de ontspanning
la détente
stoom afblazen
décompresser, se défouler
plezier maken
se marrer
de geschreven pers
la presse écrite
een dagblad, een krant
un quotidien, un journal
een weekblad
un hebdomadaire
een maandblad
un mensuel
het tijdschrift
le magazine, la revue
bewerken, editen
éditer
publiceren, uitgeven
publier
een interview
une interview
de televisie
la télévision
het televisietoestel
le téléviseur
een zender
une chaîne
het nieuws op tv
le journal télévisé
de kijker
le téléspectateur
ondertiteld
sous-titré
een radiopresentator
un animateur radio
een radiostation
une station
een uitzending
une émission
de massamedia
les médias de masse
de lokale media
les médias de proximité
de digitale media
les médias digitaux
iets in de media brengen
médiatiser un événement
het publiek
le public
publiceren
publier
een gebeurtenis, evenement
un événement
de behoefte
le besoin
op de markt brengen
mettre sur le marché, lancer, commercialiser
het keurmerk
le label
een verkoopactie
une action commerciale
de reclame
la publicité, la pub
een post
un post
een foto posten
poster une photo
een eventbureau
une agence événementielle
een pr-bureau
une agence conseil en relations publiques
de professionele bachelor in communicatiemanagement
le bachelier professionnalisant en Gestion de la Communication
de bedrijfscommunicatie
la communication d'entreprise
de eventcommunicatie
la communication événementielle
de communicatiestrategie
la stratégie de communication
de stijl of toon
le ton
een communicatiemiddel
un outil de communication
een slagzin, een slogan
une accroche, un slogan
een verkoper/verkoopster
un vendeur/une vendeuse
een aankoop
un achat
de verkoop
la vente
de zaken, business
les affaires
de handel
le commerce
de winkel
le magasin, la boutique, le commerce
een aanbod, een offerte
une offre
een offerte
un devis
de bestelling
la commande
een bestelling plaatsen
passer une commande
leveren
livrer
een leverancier
un fournisseur
de levering
la livraison
het afhaalpunt
le point de retrait
onlineverkoop
le commerce en ligne
wijzigen
modifier, changer
een voordeel
un avantage
voordelig, gunstig
avantageux, avantageuse
een nadeel
un désavantage
nadelig, ongunstig
désavantageux, désavantageuse
het bedrag
le montant, la somme
de verhoging, de toename
la hausse
de korting, de vermindering
la réduction
een financiële korting
un escompte
de hoeveelheidskorting
la remise
uiterlijk, ten laatste
au plus tard
24 uur per dag, dag en nacht
24 heures sur 24 / 7 jours zur 7
binnen twee weken
dans quinze jours
in voorraad
en stock
beperkt
limité, limitée
uitverkocht
épuisé, épuisée
de klacht
la réclamation, la plainte
reclameren
réclamer