Kaarten: T7 FR VOC | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/92

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

93 Terms

1
New cards

les bagages à main

de handbagage

2
New cards

la compagnie aérienne

de luchtvaartmaatschappij

3
New cards

l'embarquement

de boarding

4
New cards

le vol

de vlucht

5
New cards

atterrir

landen

6
New cards

décoller

opstijgen

7
New cards

embarquer

boarden

8
New cards

enregistrer (les bagages)

(de bagage) inchecken

9
New cards

récupérer les bagages

de bagage ophalen

10
New cards

voler

vliegen

11
New cards

changer de train

overstappen

12
New cards

descendre (du train)

uitstappen

13
New cards

monter dans (le train)

instappen

14
New cards

rater sa correspondance

zijn aansluiting missen

15
New cards

la carte d'identité

de identiteitskaart

16
New cards

le contrôle de sûreté

de veiligheidscontrole

17
New cards

le contrôle passeport

de paspoortcontrole

18
New cards

les documents de voyage

de reisdocumenten

19
New cards

les papiers d'identité

de identiteitspapieren

20
New cards

la boussole

het kompas

21
New cards

le camping (sauvage)

het (wild)kamperen

22
New cards

la caravane

de caravan

23
New cards

l'emplacement

de standplaats, de locatie

24
New cards

le feu de camp

het kampvuur

25
New cards

le matelas pneumatique

de luchtmatras

26
New cards

le sac à dos

de rugzak

27
New cards

le sac de couchage

de slaapzak

28
New cards

dormir sous la tente

in de tent slapen

29
New cards

monter / planter sa tente

zijn tent opzetten

30
New cards

replier sa tente

zijn tent opvouwen

31
New cards

l'altitude

de hoogte (t.o.v. de zeespiegel)

32
New cards

l'arrivée

de aankomst

33
New cards

l'autorisation

de toestemming

34
New cards

la baignade

het baden, het zwemmen

35
New cards

le bain de soleil

het zonnen, het zonnebad

36
New cards

la borne libre-service

de ticketautomaat

37
New cards

le château

het kasteel

38
New cards

la clim(atisation)

de airco(nditioning)

39
New cards

la crème solaire

de zonnecrème

40
New cards

le départ

het vertrek

41
New cards

le dépliant

de folder

42
New cards

la destination

de bestemming

43
New cards

la frontière

de grens

44
New cards

les heures d'ouverture

de openingsuren

45
New cards

le logement

het logement

46
New cards

l'office de tourisme

de toeristische dienst

47
New cards

le parc naturel

het natuurpark

48
New cards

le passager, la passagère

de passagierster

49
New cards

le paysage

het landschap

50
New cards

la randonnée

de trektocht

51
New cards

le renseignement

de inlichting

52
New cards

le rocher

de rots

53
New cards

le sac de voyage

de reisttas

54
New cards

le séjour

het verblijf

55
New cards

la serviette de plage

het badlaken, de strandhanddoek

56
New cards

le spray antimoustiques

de antimuggenspray

57
New cards

le stage

de stage, de cursus, het kamp

58
New cards

le syndicat d'initiative

de dienst voor toerisme

59
New cards

le tour du monde

de wereldreis

60
New cards

le tourisme (durable)

het (duurzame) toerisme

61
New cards

la trousse de toilette

de toilettas

62
New cards

la valise

de koffer

63
New cards

le voilier

de zeilboot

64
New cards

le voyage organisé

de georganiseerde reis

65
New cards

le voyageur, la voyageuse

de reiziger, de reizigster

66
New cards

la vue

het (uit)zicht

67
New cards

bien / mal situé(e)

goed / slecht gelegen

68
New cards

bruyant(e)

luidruchtig

69
New cards

confortable

comfortabel

70
New cards

inoubliable

ongevergetelijk

71
New cards

splendide

prachtig

72
New cards

accueillir

onthalen

73
New cards

attendre (les vacances)

wachten op (de vakantie)

74
New cards

faire sa valise / faire ses bagages

zijn koffer maken

75
New cards

loger (à l'hôtel)

logeren, overnachten (in een hotel)

76
New cards

participer à

deelnemen aan

77
New cards

passer (ses vacances)

(zijn vakantie) doorbrengen

78
New cards

profiter de

genieten van

79
New cards

réserver (à l'avance)

(vooraf) reserveren

80
New cards

rester

blijven

81
New cards

retourner

terugkeren

82
New cards

revenir de

terugkomen van

83
New cards

se reposer

(uit)rusten

84
New cards

s'informer

zich informeren

85
New cards

traverser

oversteken, doorkruisen

86
New cards

à destination de (La Panne)

met bestemming (De Panne)

87
New cards

à proximité

in de buurt

88
New cards

Bienvenue !

Welkom!

89
New cards

Bonnes vacances !

Fijne vakantie!

90
New cards

en direction de (la mer)

in de richting van (de zee)

91
New cards

en provenance de (Liège)

komende uit (Luik)

92
New cards

Je vous souhaite un bon voyage !

Ik wens u een goede reis!

93
New cards

Il vaut mieux (réserver)

Het is beter te (reserveren)