Kaarten: BBG - LP 4 | Quizlet

Elektroconvulsietherapie (ECT)

Elektroshocktherapie. Zorgt voor een boost waardoor serotonine en noradrenaline terug op peil komen.

Neuroplasticiteit

Het vermogen van de hersenen om zich aan te passen en te veranderen door nieuwe verbindingen te vormen

Elektro-encefalogram (EEG)

Meet de hersenactiviteit door de elektrische activiteit te registreren. Met elektroden op de schedel legt die neuronale correlaten van verschillende types gedrag vast.

Event-related potential (ERP)

De elektrische activiteit van de hersenen als reactie op een specifieke prikkel

Magneto-encefalografie (MEG)

De elektroden worden vervangen door een apparaat dat het volledige magnetische veld rond de schedel registreert. Maakt gebruik van elektromagnetische inductie.

Elektromagnetische inductie

Een verschijnsel dat een elektrisch een magnetisch veld opwekt.

Transcraniale magnetische stimulatie (TMS)

Er wordt een licht magnetische prikkel door de hersenen gestuurd, waardoor de neuronale communicatie onder de spiraal even verstoord wordt, dan wordt gekeken naar de gevolgen daarvan.

Positron emissie tomografie (PET)

Om de bloedtoevoer te kunnen meten, diende men een licht radioactief geladen stof in te spuiten. Deze stof kwam na een tijdje in de hersenen terecht en kon getraceerd worden.

Radio-isotopen

Radioactieve stoffen. Tracers

Positronemissie

Er wordt een energierijk positief geladen deeltje (positron) uitgezonden

FDG-tracer

Fluor-gelabelde tracer. Een gemodificeerde vorm van glucose die gemakkelijk door de hersenen wordt opgenomen

Functional magnetic resonance imaging (fMRI)

Hierbij wordt de kernspinresonantie gemeten van de rode bloedcellen waardoor men kan bepalen in welke gebieden van de hersenen veel zuurstof afgezet wordt. Duidelijker lokalisatie dan PET. In vivo-hersenonderzoek, belangrijkste techniek in onderzoek naar opbouw en werking van en naar stoornissen in de hersenen.

Hemoglobine

In het bloed zit een rode kleurstof waaraan zuurstof zich bindt

Oxyhemoglobine

Zuurstofrijk hemoglobine

Deoxyhemoglobine

Zuurstofarm hemoglobine

Diamagnetisch

Zuurstofrijk bloed geeft een hoog signaal af op fMRI-beelden

Paramagnetisch

Zuurstofarm bloed geeft een laag signaal af op fMRI-beelden

Blood Oxygenation Level Dependent (BOLD)-signaal

Geeft de verhouding weer tussen zuurstofrijk en zuurstofarm en stelt ons in staat om te identificeren welke hersengebieden het meest actief zijn gedurende de fMRI-scan. Hoog niveau zuurstofrijk bloed → hoge neurale activiteit → actief hersengebied

Temporele resolutie

Maat voor nauwkeurigheid in tijd

Spatiële resolutie

Maat voor nauwkeurigheid in locatie

Structurele beeldvormingstechnieken

CT- en MRI-scans. Worden gebruikt om hersenpathologieën zichtbaar te maken door gedetailleerde beelden van de hersenstructuren te leveren. Neuro-anatomisch

Computertomografie (CT)

Maakt het mogelijk om hersenweefsel in beeld te brengen dmv röntgenstralen

Hypodens

Hersenweefsel is donkerder afgebeeld tov van normaal hersenweefsel

Hyperdens

Bloed en kalk in de hersenen zijn wit afgebeeld

Functionele beeldvormingstechnieken

Brengen neurobiologische processen van de hersenen in kaart.

Functional imaging

Gebruikt voor diagnosticeren van metabole ziektes en afwijkingen op fijnere schaal (bv ziekte van Alzheimer), maar ook voor (neuro)psychologisch onderzoek

Bèta-golven

Wanneer een persoon actief bezig is of alert is (zoals tijdens het concentreren) hebben de EEG-patronen een lage amplitude en een hoge frequentie. Tussen 13 en 30 Hz

Alfa-golven

Wanneer een persoon kalm en ontspannen is hersengolven extreem ritmisch met een lagere frequentie. Tragere regelmatigere golven in rusttoestand.

Amplitude

Hoogte van de hersengolven

Frequentie

Het aantal hersengolven per seconden

Desynchroniseren

Neuronen vuren niet meer tegelijk met neuronen om hen heen omdat ze reageren op specifieke stimuli, gedachten en gevoelens wanneer we informatie aan het verwerken zijn.

Thèta-golven

Frequentie van 3-7 Hz, en een iets hogere amplitude dan alfagolven

Slaapspoel

Korte sequentie van golven van 12-14 Hz. Men vermoedt dat ze betrokken zijn bij het opslaan van informatie in de hersenen.

K-complex

Plotselinge grote golfbewegingen in elektrische activiteit.

Delta-golven

Golven met een grote amplitude en lage frequentie (minder dan 3 Hz). Ze geven aan dat veel cellen in de hersenen samen vuren

REM-slaap

Rapid Eye Movement slaap. Ogen bewegen snel onder oogleden. Paradoxale slaap omdat de hersenen heel actief zijn terwijl de spieren ontspannen zijn.

Montreal cognitive assessment

Gestandaardiseerde set van tests voor het meten van de belangrijkste cognitieve functies

Hersenplasticiteit

Neuroplasticiteit. Hersenen beschikken over de belangrijke capaciteit om hun organisatie en functies te herschikken afhankelijk van veranderende omstandigheden. Hierdoor kunnen we nieuwe vaardigheden aanleren en emoties voelen.