boek uitgebracht door Darwin
on the origin of species by means of natural selection
neodarwinisme
wetten van Mendel + nieuwe inzichten DNA zorgen voor synthetische evolutietheorie
creationisme
scheppingsverhaal
Intelligent Design
iets complex moet door iets nog complexer gemaakt worden (oog en camera)
Linneaus
grondlegger taxodermie
generatio spontanea
spontaan ontstaan van het leven (Grieken dachten dit over bijen)
catastrofetheorie
evolutie gebeurd dr catastrofen (bv dinos)
theologie vs filosofie
vragen/onderzoeken van religie vs levensvragen
aanwijzingen voor evolutie (5)
fossielenleer / paleontologie
embryologie
vergelijkende anatomie
moleculaire biologie
biogeografie
C14 datering (yes again)
levend organisme neemt tijdens leven C12/c14 verhouding op (zelfde als atmosfeer)
dood→ C14 w omgezet (langzaam) naar N14
we meten hoeveel C14 over = data
NA ATOOMBOMMEN NIET MOGELIJK
orthogenetische reeksen
geheel van verschijningsvormen / fossielen die (als ze chronologisch gerangschikt worden) een geleidelijke ontwikkeling vertonen naar hun huidige vorm (paarden, olifanten…)
evolutie olifant
boven en onderlip langer, slagtanden ontw zich verder + verschil in oren (Afrika grote oren om af te koelen , Azie kleine oratjes want regenwoud)
overgangsvormen
fossielen die een overgangsvorm vormen tussen verschillende klassen van gewervelde dieren
overgang vis - amfibie (2)
kwastvinnige vissen = Coelacanth- (van poel naar poel)
met ledematen (eerste amfibie) =- Ichtyostega
overgang reptiel - vogel
archeopteryx
eig reptielen : staart klauwen
eig vogels: pluimen, vleugels
paleontologie
fossielenleer
overgangsvormen
orthogenetische reeksen
embryologie
versch diergroepen hebben een grote overeenkomst
aanleg chorda
aanleg tanden bij alle gewervelde dieren
vergelijkende anatomie (2)
gelijkaardige bouwplannen => dus van gemeenschappelijke voorouder afkomstig
homologe organen
rudimentaire organen
homologe organen
een vroeger type of een gemeenschappelijke vorm waaruit verschillende vormen geevolueerd zijn
rudimentaire organen
embryonaal aangelegde organen die niet volledig ontwikkeling of geen functie meer hebben
(bv. bekkengordel walvis, niet-ontw achterpoten python, staartbeentje, knipvlies)
moleculaire biologie
dezelfde:
bouwdstenen, stofwisselingreacties, biosynthese van nucleotiden en eiwitten, genetische code geldt voor alle organismen
biogeografie
noordelijk halfgrond → minder verschillen want later uiteen gegaan (continentendrift)
kangoeroe’s / buideldieren
enkel in Au overleeft why?
zijn lagere zoogdieren (aplacentale/ geen moederkoek, dus zwakke periode int leven) en op de andere continenten ontw er zich hogere zoogdieren deze waren concurrenten, in Au gebeurde dit niet so they could keep doing their thing
buideldieren: kangoeroe, wombat, vliegende eekhoorn, Tasmaanse duivel…
Lamarck
individueel verworven aanpassingen kunnen door de nakomelingen geerfd worden
Darwin (3)
variatie
er is varriatie in elke soort (bv giraf met langere nek)
struggle for life
vechten om te overleven bv droge periodes
survival of the fittest
de sterkste overleeft + plant voort en zet zijn genen voort
2 + 3 is natuurlijke selectie
Ontstaan van het leven (proef van Miller)
water+ methaan en ammoniak onder hoge temp en elktrische ontladingen → organische stoffen ontstonden uit anorganische stoffen
(bliksem + uv straling = organische moleculen = ingwikkeldere eiwitachtige verbindingen)
Synthetische evolutie theorie (4)
= neodarwinisme
hergroepering van genen
mutaties
natuurlijke selectie
isolatie
hergroepering van genen
= recombinatie van genen
tijdens meiose willekeurige rangschikken van chr.paren op middenvlak => alle afstammelingen verschillend
Mutaties
wijzigingen genotypen → soms beter voor bv aanpassingen milieu → verspreiden hun nieuw genotypen en kan leiden tot nieuwe rassen/soorten
natuurlijke selectie (neo darwinisme)
voordelige gencombinaties/gunstige mutaties zijn succesvoller
insecticiden zorgt voor resistentie
ziekenhuisbacterie
Isolatie (5)
geografische
ethologische
ecologische
morfologische
seizoensgebonden
geografische isolatie
populatie gescheiden door barriere bv zee, rivier, berg…
olifanten (azie vs Afrika)
huismus (Eu VS US → andere kleur)
etc
Ethologische isolatie
vershillend gedrag → oorspronkelijke geslachtspartners reageren niet meer
verschillende zangpatronen (TsjifTsjaf, Fitis)
Ecologische isolatie
ander habitat/leefgebied = nieuwe niche = nieuw voedingspatroon etc
purperslakken Voet/zuignaap groot aan de zee anders niet (golven)
Morfologische isolatie
vorm verandering → ver. in vlekken patroon lieveheersbeestjes / ogen vlinders
seizoensgebonden isolatie
bruine kikker (maart)
groene kikker (mei)