Engels woordenschat (5de jaar, 2de examen)

an inmate

een gevangene

a prosecutor

een openbare aanklager

to charge with

aanklagen voor

first-degree murder

moord

second-degree murder

doodslag

manslaughter

onvrijwillige doodslag

to sentence to

veroordelen tot

a defendant

een beklaagde

a conviction

een veroordeling

probation

voorwaardelijke straf, proeftijd

an attorney (US)

een advocaat (US)

a solicitor (UK)

een advocaat (UK)

a misdemeanor

een misdrijf

a jail

een gevangenis (korte tijd)

a felony

een misdaad

a prison

een gevangenis (lange tijd)

an offender

een overtreder

an incarceration

een opsluiting

to reoffend

opnieuw een misdaad begaan

rahabillitation

reclassering

parole

voorwaardelijke vrijlating

unruly

onhandelbaar

to disobey

niet opvolgen, niet gehoorzamen

intoxicated

onder invloed

adultery

overspel

to endure

verdragen

to head out

vertrekken

contempt

minachting

humiliating

vernederend

to confine

opsluiten

a delinquent

een crimineel

to take up

beginnen met

to starve

verhongeren

to strangle

wurgen

to beat up

in elkaar slaan

to give in

toegeven

to pass out

flauwvallen

to torture

martelen

fatal

dodelijk, fataal

a nuisance

overlast

to strap

vastbinden

a thug

een scchurk

to stab

neersteken

morbid

luguber

quaint

schilderachtig

infamous

berucht

a misfortune

een ongeluk

a landlord

een uitbater

an inn

een herberg

untimely

ongelegen

to counterfeited

vervalsen

to ensure

verzekeren

unsettling

verontrustend

to wreak havoc

chaos veroorzaken

susceptible to

ontvankelijk, vatbaar voor

insane

gestood, geschift

deceptive

bedrieglijk

a conspiracy theory

een complottheorie

a trait

een eigenschap

a tendency

een neiging

an exposure to

een blootstelling aan

trust

vertrouwen

to crave

snakken, hunkeren naar

to debunk

ontmaskeren

a misconception

een misvatting

a fraction

een breuk

a decimal number

een decimaal getal

a power

een macht

pi

pi

greater than

groter dan

a diameter

een doorsnede, een middellijn

a radius

een straal

to equal

gelijk zijn aan

divided by

gedeeld door

a circumference

een omtrek

multiplied by

vermenigvuldigd met

average

gemiddeld

a degree

een graad

compassionate

medelevend

envious

jaloers

considerate

attent

mischievous

ondeugend

resourceful

vindingrijk

cautious

voorzichtig

gullible

goedgelovig

spantaneous

spontaan

ambitious

ambitieus

superficial

oppervlakkig

prejudiced

bevooroordeeld

stubborn

koppig

courageous

moedig

selfish

egoïstisch

diligent

ijverig

studious

leergierig

dauntless

onbevreesd

resilient

veerkrachtig

conceited

verwaand

tenacious

vasthoudend

a massacre

een bloedbad

to curb

terugdringen