Het absolutisme

absolutisme

Een regeringsvorm waarbij de vorst alle macht heeft en beweert dat die macht van God komt.

ambtenaren

Werknemers van de overheid die taken uitvoeren in dienst van de staat.

dictatuur

Een regeringsvorm waarbij één persoon of groep alle macht heeft over alle domeinen van de maatschappij.

Droit Divin

Het geloof dat de koning alleen verantwoording verschuldigd is aan God en door Hem het recht heeft om te regeren.

feodaliteit

Een middeleeuws systeem waarbij leenheren grond uitlenen aan leenmannen in ruil voor trouw en diensten.

Gallicaanse kerk

De Franse katholieke kerk die onder wereldlijke leiding van de koning staat, maar geestelijk onder het Vaticaan.

hugenoten

Franse protestanten, vaak slachtoffer van vervolging in het katholieke Frankrijk.

manufactuur

Een werkplaats waar met meerdere mensen goederen op grotere schaal worden geproduceerd dan bij huisnijverheid of gilden.

mercantilisme

Economisch systeem waarbij de staat de economie stuurt door vooral te exporteren en minder te importeren.

propaganda

Eenzijdige of misleidende communicatie om een idee of ideologie door te drukken.

protectionisme

Economisch beleid waarbij de staat de binnenlandse economie beschermt tegen buitenlandse concurrentie.

staatsgodsdienst

Een religie die officieel erkend en bevorderd wordt door de staat, met invloed op politiek en samenleving.

Staten-Generaal

Vertegenwoordiging van de drie standen die door de koning kon worden samengeroepen bij financiële nood.