Financieel Management - Theorievragen

studied byStudied by 10 people
5.0(1)
Get a hint
Hint

In het belang van het bedrijf in zijn geheel, op welke doelstelling moeten financiële beslissingen gebaseerd zijn?

1 / 78

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

79 Terms

1

In het belang van het bedrijf in zijn geheel, op welke doelstelling moeten financiële beslissingen gebaseerd zijn?

Maximalisatie van de waarde van de onderneming. Dit leidt tot een efficiënte toewijzing van de financiële middelen.

New cards
2

Geef drie mogelijke criteria voor een objectieve bepaling van de maximalisatie van de waarde van een onderneming.

Absolute winst: geen rekening gehouden met de grootte van de investering die nodig is om extra winst te kunnen realiseren.
Winst per aandeel: relateren de winst aan de grootte van de geïnvesteerde middelen. Door rekening te houden met winst per aandeel wordt tegemoetgekomen aan de tekortkoming van de winst als absoluut maximalisatiecriteria. Maar er wordt geen rekening gehouden met timing of duur van de verwachte resultaten, ook niet met risico.
Marktprijs per aandeel: rentabiliteit, risico en timing zitten hierin vervat.

New cards
3

Wat verstaat men onder ‘corporate governance’?

Het denken over de optimale beheersstructuur binnen de onderneming.

New cards
4

Omschrijf het begrip ‘agency relatie’.

Relaties tussen personen die gebaseerd zijn op contract waarbij één persoon (de principaal) de bevoegdheid geeft aan de andere persoon (de agent) om te handelen in zijn naam.

New cards
5

Geef twee agency relaties in een financiële context én omschrijf hierbij telkens een belangenconflict dat in deze relatie kan optreden.

Relatie tussen aandeelhouder (= principaal) en manager (= agenten)

Belangenconflict

  • Aandeelhouder zal risico van de investeringen laag willen houden om de kans op verlies te beperken (lange tijdshorizon).

  • Manager zal het risico van de investeringen willen verhogen, want dan krijgen ze premies voor goede resultaten terwijl deze bijna geen verlies lijdt bij slechte resultaten (korte tijdshorizon).

Relatie tussen aandeelhouder (= agenten) en schuldeisers (= principaal)

Belangenconflict

  • Aandeelhouders verkiezen hoge dividenden, zodat er minder financiële middelen aanwezig zijn die de schuldeisers kunnen opeisen bij een eventueel faillissement.

  • Schuldeisers ondervinden nadeel wanneer een onderneming meer schulden aangaat. Dit verslechtert de financiële positie van de onderneming. De kans op faillissement en dus ook op wanbetalingen van schulden.

New cards
6

Wanneer is een kapitaalmarkt efficiënt?

Als alle publieke beschikbare en relevante informatie snel wordt weerspiegeld in de prijzen. Een toekomstige prijsverandering kan enkel het gevolg zijn van onverwacht publiek bekendgemaakt nieuws.

New cards
7

Benoem en omschrijf de verschillende vormen van efficiëntie.

Zwakke vorm: Beurskoersen weerspiegelen alle publiek beschikbare informatie uit het verleden. Het is onmogelijk om op basis van het bekijken van prijsevoluties een structureel winstgevende beleggingsstrategie uit te bouwen.

Halfsterke vorm: Snelheid en accuraatheid waarmee nieuwe publieke informatie in prijzen terechtkomt.

Sterke vorm: Nagaan of bevoorrechte informatie kansen oplevert om systematisch een beleggingssurplus te behalen. Indien dit niet mogelijk zou zijn is de markt strong form efficiënt.

New cards
8

Beschrijf wat een agenacy relatie tussen partijen in een bedrijf inhoudt.

Relaties tussen personen die gebaseerd zijn op contract waarbij één persoon (principaal) de bevoegdheid geeft aan een andere persoon (agent) om te handelen in zijn naam.

New cards
9

Geef een voorbeeld van een agency relatie in een bedrijfscontext.

Relatie aandeelhouder-schuldeiser. De schuldeisers stellen financiële middelen ter beschikking van de onderneming. Schuldeiser is de principaal en aandeelhouder de agent.

New cards
10

Hoe komt het dat deze partijen soms in conflict liggen en hoe noemen we dat dan?

Zowel de principaal als de agent hebben andere doelen wat kan leiden tot conflicten. Het agency probleem. Er ontstaat een probleem in de agency relatie, dit noemen we dan een agency probleem.

New cards
11

Wat zijn de eigenschappen van een perfecte kapitaalmarkt?

Geen plaats voor transactiekosten en belastingen.

Alle marktpartijen kunnen kosteloos over dezelfde informatie beschikken zodat niemand in staat is om informatie te monopoliseren en daar voordeel uit te halen.

Perfecte concurrentie tussen alle marktpartijen.

Effecten zijn oneindig deelbaar zodat iedereen kan beleggen.

Geen marge tussen ontleen- en uitleenrentevoet.

New cards
12

Is de reële kapitaalmarkt perfect? Verklaar!

Nee, want in een perfecte kapitaalmarkt zijn er geen fricties, zoals transactiekosten, is er afwezigheid van belastingen… Terwijl je in de werkelijkheid hier wel rekening mee moet houden.

New cards
13

Verklaar de ‘duration’ van een obligatie.

Hoe lang het duurt voorleer de prijs van een obligatielening wordt terugverdiend door kasontvangsten, rekening houdend met de actuele waarde van de kasontvangsten.

Hoe hoger de couponintresten zijn hoe korter de duration en hoe minder de waarde van obligatie zal fluctueren onder invloed van veranderende intresten.

Beleggers met een langere duration hebben een hoger risico, doordat hun waarde meer zal fluctueren bij veranderende intrestvoeten.

New cards
14

Wat betekent een uitgave a pari, boven pari of onder pari van een obligatielening?

A pari: de actuele waarde van de lening L0 is gelijk aan haar nominale waarde indien de coupon intrest gelijk is aan het vereiste rendement. (i = r, L0 = N)

Boven pari: de couponintrest is groter dan het vereist rendement dan zal de actuele waarde van de lening ook groter zijn dan de nominale waarde. (i > r, L0 > N)

Onder pari: de couponintrest bij uitgifte is kleiner dan het vereist rendement dan zal de actuele waarde van de lening kleiner zijn dan de nominale waarde. (i < r, L0 < N)

New cards
15

Hoe gedraagt de couponintrest zich t.o.v. het vereist rendement van de belegger in deze drie soorten uitgifte?

A pari: i = r

Boven pari: i > r

Onder pari: i < r

New cards
16

Hoe korter de resterende duurtijd van een obligatielening is, hoe meer/minder (?) de marktwaarde van de lening afwijkt van haar nominale waarde.

Hoe korter de resterende duurtijd van een obligatielening is, hoe meer de marktwaarde van een lening naar haar nominale waarde converteert.

Hoe minder de marktwaarde van de lening afwijkt van haar nominale waarde.

New cards
17

Wat is een nulcouponobligatie?

Een obligatielening waarbij de obligatiehouder geen intrestbetaling ontvangt gedurende de looptijd van de lening. Hij ontvangt enkel de nominale waarde van de obligatie op het einde van de looptijd.

New cards
18

Waarom zou een belegger in een nulcouponobligatie willen investeren?

Het is een absolute zekerheid van het ontvangen van een vast bedrag op een vaste datum. Bijvoorbeeld: je hebt een bedrag van 10.000 euro nodig binnen 5 jaar dan beleg je nu zoveel en zal je 10.000 euro na 5 jaar ontvangen.

New cards
19

Het totale rendement van een aandeel bestaat uit twee delen. Benoem en beschrijf deze delen.

Meerwaarde: P1 - P0 = verandering. Verandering/P0 = meerwaarde.

Dividend: D1/P0.

New cards
20

Bespreek het “efficiënte-set-theorema” en toon aan gebruik makend van de nutsfunctie (grafisch).

Optimale belegging van een risicoafkerige belegger is efficiënt indien:

  • Men kan geen andere belegging vinden met hoger rendement voor gegeven risico.

  • Men kan geen andere belegging vinden met lager risico voor gegeven rendement.

Een belegging die niet voldoet aan de criteria is niet efficiënt. Er zal dus altijd een superieure efficiënte belegging gevonden kunnen worden. De verzameling van efficiënte beleggingen is de efficiënte set.

New cards
21

Welke relatie bestaat er tussen risico en vereist rendement? Hoe wordt die relatie gekwantificeerd?

Hoe hoger het risico, hoe hoger het vereist rendement zal zijn. Deze relatie wordt gekwantificeerd door middel van de standaardafwijking.

New cards
22

Bespreek het effect van de diversificatie op het risico van een portefeuille?

Een gediversifieerde beleggingsportefeuille zal het totale risico kleiner zijn dan het gemiddelde van het risico van de individuele aandelen.

Het rendement van een portefeuille is steeds gelijk aan het gewogen gemiddelde.

Rendementen van twee aandelen zijn perfect positief gecorreleerd indien beide steeds in dezelfde richting bewegen. Diversificatie houdt hier gaan vermindering van het risico in.

Risicoreductie door diversificatie treedt slechts op indien de beleggingsobjecten niet perfect positief gecorreleerd zijn. Hoe lager de correlatie is hoe sterker het effect van de diversificatie.

Zo verspreid je het risico op je verschillende aandelen, ze kunnen elkaar compenseren wanneer nodig.

New cards
23

Welk risico van een portefeuille kan je niet weg diversifiëren?

Het onsystematische risico, ofwel het bedrijfsgeboden risico valt weg te diversifiëren. In tegenstelling daartoe hebben we het systematische risico, ofwel het marktrisico. Dit risico zal nooit weg te diversifiëren zijn. Beide risico’s tezamen noemen we het totaalrisico.

New cards
24

Bespreek de opportuniteitset bij een risicoloze en een risicovolle belegging.

De standaarddeviatie bij een risicoloze belegging is 0. Het risico van de portefeuille neemt lineair toe met de proportie die risicovol wordt belegd.

New cards
25

Bespreek de Capital Market Line.

De Capital Market Line wordt getrokken door een raaklijn te tekenen beginnend aan het punt van de risicovrije rendement dat de efficiënte set aanraakt.

CML is beter dan de efficiënte grens omdat de CML ook rekening houdt met het risicovrije actief dat zich in de marktportefeuille verschuilt.

De CML geeft elke combinatie weer van een risicovrij actief met de marktportefeuille. De lijn geeft de risicopremie weer die kan verdient worden door het nemen van een extra risico.

New cards
26

Hoe wordt het vereiste rendement bepaald voor een individueel aandeel volgens het CAPM model? Bespreek aan de hand van de formule.

E(Ri) = Rf + Bi * (E(Rm)-Rf).

De risicoloze factor en de beta zijn het verschil tussen de marktrente en de risicoloze factor.

CAPM berekent het rendement van een individueel aandeel rekening houdend met het risico dat het aandeel heeft en het marktrendement.

New cards
27

Hoe noemen we het als een belegger investeert in aandelen uit verschillende sectoren en waarom zou hij dat doen? Wat heeft de correlatie tussen aandelen hiermee te maken?

Gediversifieerd beleggen is de benoeming van deze strategie. Wanneer men belegt in meerdere beleggingen zal het totale risico kleiner zijn dan het gemiddelde risico van de individuele aandelen.

Risicoreductie door diversificatie treedt slechts op indien de beleggingsobjecten niet perfect positief gecorreleerd zijn. Hoe lager de correlatie is, hoe sterker het effect van diversificatie zal zijn.

New cards
28

Hoe kan het totale risico van een portefeuille/aandeel opgesplitst worden?

Het totale risico kan uiteengezet worden in drie verschillende manieren, namelijk:

  • Totaal risico: systematisch risico + onsystematisch risico.

  • Totaal risico: bedrijfsgebonden risico + marktrisico.

  • Totaal risico: diversifieerbaar risico + ondiversifieerbaar risico.

New cards
29

Wat wordt door het CAPM weergegeven?

CAPM geeft de relatie tussen het rendement dat een risicoaverse belegger vereist op een risicovolle belegging en het systematisch risico van de belegging.

New cards
30

Wat is een optie in een financiële context? Geef een zo volledig mogelijke definitie.

Optie geeft de koper een recht van beperkte duur om tegen een van tevoren bepaalde uitoefenprijs een onderliggende waarde te kopen of verkopen.

Optie is een recht en houdt dus geen verplichting in om daadwerkelijk van dit recht gebruik te maken.

Het is van beperkte duur: de houder kan zijn recht enkel uitoefenen op de afloopdatum.

De uitoefenprijs wordt bij het opstellen van het contract bepaald en veranderd niet.

New cards
31

Wat is het verschil tussen een call en een put optie?

Een call optie geeft de koper het recht om de onderliggende waarde te kopen tegen de uitoefenprijs.

Een put optie geeft de verkoper van de optie het recht om de onderliggende waarde te verkopen tegen een de uitoefenprijs.

New cards
32

Wat is de stelling van Modigliani en Miller m.b.t. de kapitaalstructuur?

De kapitaalstructuur is van geen belang in een perfecte kapitaalmarkt. Ze beweren dat een onderneming in een perfecte kapitaalmarkt de waarde voor de aandeelhouders niet kan beïnvloeden door verandering in de kapitaalstructuur. Waarde is altijd hetzelfde wat de kapitaalstructuur ook is.

Er is geen goede of slechte kapitaalstructuur voor aandeelhouders.

Volgens de tweede stelling is de gewogen gemiddelde kapitaalkost (GGKK) onafhankelijk van de kapitaalstructuur (de kapitaalkost van het aandelenkapitaal is een lineaire functie van de schuldgraad van de onderneming zodat de globale kapitaalkost van de onderneming onafhankelijk is van haar kapitaalstructuur).

New cards
33

Onder welke hypothesen geldt de stelling over de kapitaalstructuur van Modigliani en Miller?

In een perfecte kapitaalmarkt. Er zijn geen belastingen en wanneer de onderneming op een bepaald ogenblik met betalingsproblemen kampt en hierdoor failliet gaat dit niet tot kosten leiden.

New cards
34

Wat is het effect op de kapitaalstructuurstelling van Modigliani en Miller als de hypothese van een perfecte kapitaalmarkt wegvalt?

Belastingen

We krijgen de volgende impact op de waarde van de onderneming: er bestaat een belastingvoordeel op intresten. De totale som van winsten en intresten die beschikbaar is voor aandeelhouders en schuldeisers samen is dus groter wanneer er met schulden wordt gefinancierd omdat er minder vennootschapsbelastingen worden betaald.

Het totale inkomen van kapitaalverstrekkers van de onderneming is gelijk aan de som van de intresten en de winsten na belastingen.

Impact op de kapitaalkost en de kost van het eigen vermogen: hogere schuldgraad leidt tot een daling van kapitaalkost in de onderneming.

Faillissementskosten

Impact op de kapitaalstructuur: de totale waarde dient verminderd te worden me de waarde van de faillissementskosten. Uiteindelijk dragen de aandeelhouders de faillissementskosten. Het vereist rendement van de aandeelhouders stijgen en zal de waarde van de aandeelhouder doen dalen. Een hogere schuldraad gaat gepaard met grote faillissementskosten.

New cards
35

Leg uit waarom het vereist rendement van aandelenkapitaal verandert indien men gedeeltelijk financiert met schulden.

Als men gedeeltelijk met schulden gaat financieren, gaat er meer beroep gedaan worden op het vreemd vermogen en zal de solvabiliteitsratio van de verhouding EV/TV dalen en hierdoor zakt dus de waarde van het aandelenkapitaal ook aangezien er meer beroep wordt gedaan op het aangaan van meer schulden. Als de waarde van het aandelenkapitaal daalt, dan zal het risico ook meer toenemen voor de aandeelhouders in kwestie en zal het vereist rendement daarbij ook in neergaande lijn zijn.

New cards
36

Welke strategieën kunnen aandeelhouders ontwikkelen ten kosten van schuldeisers binnen een vastgelegde agency-relatie?

Strategie 1 - onderneming leeghalen

Schuldeisers hebben voorrang van betaling op de aandeelhouders bij faillissement. Dit kan doormiddel van veel dividenden uit te keren (schuldeisers kunnen later geen beslag leggen op uitgekeerde dividenden) of activa te verkopen tegen een hele lage prijs. Schuldeisers kunnen later geen beslag leggen op dividenden, indien de verkoop van activa gebeurt binnen de verdachte periode kan deze wel door de curator nietig verklaart worden.

Strategie 2 - winstgevende projecten niet uitvoeren

Onderneming met een reële kans op faling is het niet interessant om te investeren in een waardevol investeringsproject want de waarde daarvan komt vooral ten goede van de schuldeisers.

Strategie 3 - grote risico’s nemen

Omdat de aandeelhouders menen dat zij niet hun geld maar andermans geld (schuldeisers) op het spel zetten. Ingeval van hoog conjunctuur gaat de meerwaarde van het hoge risicoproject t.o.v. het lage risicoproject volledig naar de aandeelhouder. Wanneer er een recessie is wordt de minderwaarde van het hoger risicoproject t.o.v. het lager risicoproject volledig gedragen door de schuldeisers. Aandeelhouder ontvangt in recessie niets in welk project er is geïnvesteerd.

New cards
37

Wat is de impact van de vennootschapsbelasting op de dividendenpolitiek? Geef een duidelijke verklaring.

Dividenden worden uitgekeerd uit de winst na belastingen, dus vennootschapsbelasting is irrelevant voor de uitkerende vennootschap. Als je dividenden uitkeert aan een andere vennootschap kan het wel zijn dat hier een DBI-vrijstelling van toepassing is indien er aan enkele voorwaarde voldaan wordt.

New cards
38

Wat is de impact van de personenbelasting op de dividendenpolitiek? Geef een duidelijke verklaring.

Als je dividenden uitkeert aan natuurlijke personen worden zij hier uiteraard op belast in de personenbelasting. De belasting die men hierop betaald is de roerende voorheffing.

New cards
39

Met welke vuistregels houdt de financieel manager best rekening voor zijn dividendpolitiek? Licht elke regel toe?

  1. Voer een stabiele dividendpolitiek.

    1. Het niveau van de dividenden mag niet al te veel schommelen.

    2. Stabiel uitkeringspercentage.

  2. Impact van de dividendpolitiek op belastingen.

    1. Hoe beter het clientèle-effect, hoe minder belastingen een effect zullen hebben en hoe dichter je bij een optimaal dividend politiek komt.

  3. Dividendpolitiek heeft een signaalfunctie.

    1. Op basis hiervan hebben de aandeelhouders een verwachting van wat ze volgend jaar zullen krijgen en hoe het met het bedrijf gesteld is.

  4. Dividend uitkeren versus winst bijhouden.

    1. Je geeft geloofwaardige signalen via de dividendpolitiek. Er speelt een logische consistentie tussen de gevoerde dividendpolitiek, de algemene situatie en de toekomstverwachtingen van het bedrijf.

New cards
40

Welke imperfecties in de kapitaalmarkt beïnvloeden de dividendpolitiek? Licht elke imperfectie toe.

  1. Belastingen (besproken in een ander antwoord).

  2. Clientele-effect

    1. De verschillende aandeelhouders van een bedrijf hebben allemaal andere voorkeuren op basis van hun belastingsysteem. Het clientele-effect zwakt de impact van belastingen af.

  3. Assymetrische informatie

    1. Niet iedereen op de markt beschikt over dezelfde informatie waardoor sommigen in een soort van monopolysituatie terechtkomen en er een conflict tussen managers en aandeelhouders kan ontstaan.

New cards
41

Wat is een aandelendividend?

Een dividend onder de vorm van aandelen aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd.

New cards
42

Wat is voor een onderneming de voornaamste beweegreden om een aandelendividend uit te keren?

Het management zal dit doen als het verwacht dat de winsten van de onderneming in de toekomst zullen blijven groeien, dit zal de verwatering van het winst per aandeel ten gevolgen van de aandelen die nu uitgekeerd worden neutraliseren.

New cards
43

Wat is een aandelensplitsing?

De aandelen die bestaan opdelen in meerdere aandelen, hierdoor verhoogt het aantal aandelen en de waarde per aandeel verminderd in dezelfde maten.

New cards
44

Wat is voor een onderneming de voornaamste beweegreden om tot een aandelensplitsing over te gaan?

De aandelensplitsing leidt tot een verlaging van de marktprijs per aandeel, hierdoor komt het aandeel in een lagere prijsklasse en zal het aantrekkelijker worden voor beleggers.

Het kan bovendien een positieve informatiewaarde hebben voor de beleggers, namelijk de onderneming sterk en dat de winstvooruitzichten gunstig zijn zodat de winst per aandeel in de toekomst niet zal dalen en minimum constant zal blijven ondanks het gestegen aantal aandelen.

New cards
45

Waarom kopen ondernemen eigen aandelen in? Geef 6 redenen.

  1. Vermijden van belastingen.

  2. Onderwaardering aandeel tegengaan door de aandelen zelf in te kopen en zo de prijs op te drijven.

  3. Verdediging tegen een vijandige overname van de onderneming.

  4. Aandelen nodig voor toekenning personeelsopties.

  5. Waarde uitstaande opties van management.

  6. Impact op winst per aandeel.

New cards
46

Wanneer spreken we van een ‘openbare’ en een ‘private’ uitgifte van effecten?

Een private uitgifte is een emissie verkopen aan institutionele beleggers of een beperkt aantal privé-investeerders.

Bij een openbare uitgifte worden de effecten volledig of gedeeltelijk aan het brede publiek aangeboden, daarom niet noodzakelijk op een georganiseerde markt.

New cards
47

Wat is de rol van de bank bij een publieke uitgifte van aandelen?

De bank gaat advies verlenen.

Ze zal er ook voor zorgen dat de beleggers op de kapitaalmarkt de effecten kunnen kopen.

Best Effort
De banken zullen proberen de aandelen tegen de best mogelijke prijs te verkopen, maar ze belooft niet dat de volledige hoeveelheid aandelen verkocht zal worden.

Firm Commitment
De bank biedt garantie dat alle aangeboden aandelen tegen de biedprijs verkocht zullen worden. De bank loopt hierbij zelf de volledige uitgifte om deze aan de beleggers door te verkopen en draagt et risico dat niet alle aandelen zullen verkocht worden.

Bij de IPO kan de bank ook als marktstabilisator optreden. Het impliceert een bijstand akkoord waarbij de bank aandelen koopt (verkoopt) als de prijs te sterk gaat dalen (stijgen).

New cards
48

Hoe gebeurt de prijsbepaling van de effecten bij een publieke uitgifte?

De waarde van een effect wordt immers bepaald door de toekomstige inkomsten te verdisconteren tegen het minimaal vereist rendement. De waarde van een obligatie is bijgevolg stabieler omdat de toekomstige interestinkomsten vast en zeker zijn.

Als de onderneming reeds genoteerd is, is prijsbepaling gemakkelijker.

Bij de IPO is er nog geen vastgelegde marktprijs of ander vergelijkingspunt. De onderneming kan een prijs voorstellen op basis van een van de volgende waarderingsmethodes:

  • Dividend Discount Model (DDM)

  • Discounted Cash Flow Model (DCFM)

  • Waardering door vergelijking van cruciale ratio’s met vergelijkbare ondernemingen

De bank zal via premarketing bij institutionele beleggers aftasten hoeveel interesse er in markt is voor uitgifte. Ze zal nog geen definitieve prijs te bepalen. De definitieve prijs wordt bepaald via bookbuilding. De prijsvork wordt bekendgemaakt voor aanvang van de intekenperiode die 1 of 2 weken duurt.

New cards
49

Welke rechten heeft een aandeelhouder?

  1. Recht op dividend

  2. Stemrecht op de algemene vergadering

  3. Volmacht

  4. Voorkeurrecht en recht van voorrang

  5. Recht op toezicht

  6. Recht op informatie

New cards
50

Wat zijn de mogelijke verschillen tussen een gewoon aandeel en een preferent aandeel?

Bij liquidatie gebeurt de terugbetaling na de schuldeisers maar voor de gewone aandeelhouders.

Het preferentdividend is vooropgesteld.

New cards
51

Verklaar de volgende term: uitgifte op een best efforts-basis.

Onderneming krijgt van bank geen garantie dat volledig uitgifte zal kunnen worden verkocht.

New cards
52

Verklaar de volgende term: uitgifte met een firm committment.

Bank geeft garantie dat alle aangeboden aandelen tegen biedprijs zal worden verkocht.

New cards
53

Verklaar de volgende term: greenshoe optie.

Bank biedt mogelijkheid om vooraf vastgelegd aantal bijkomende aandelen te verkopen, als vraag naar aangeboden aandelen groter kan zijn dan de voorziene uitgifte.

New cards
54

Verklaar de volgende term: claw back clausule.

Meestal worden aandelen voor intekenperiode verdeeld over aparte tranches voor particuliere beleggers, institutionele beleggers en werknemers van de vennootschap, waarbij vaak claw back-clausule wordt opgenomen, deze clausule laat toe om aandelen naar andere tranches te verschuiven als er in een tranche te weinig zou zijn en de vraag het aanbod overtreft.

New cards
55

Verklaar de volgende term: openbare uitgifte met een lock-up overeenkomst.

Overeenkomst waarmee bestaande aandeelhouders zich verbinden gedurende vastgelegde periode na openbare uitgifte zelf geen aandelen van onderneming te verkopen. Deze periode bedraagt meestal 6 maanden tot 1 jaar.

New cards
56

Wat zijn de voor- en nadelen van een beursnotering?

Voordelen

  • Lagere financieringskost.

  • Aandelen gemakkelijker te gebruiken bij fusies of overnames.

  • Kost van andere financieringsbronnen dalen omdat het bedrijf in een betere solvabiliteitspositie zit.

  • Grotere naamsbekendheid en geloofwaardigheid.

  • Betere bescherming van minderheidsaandeelhouders.

  • Soepele en doorzichtige wijze om aandelen- en optieplannen voor managers en werknemers in te voeren.

Nadelen

  • Administratieve en boekhoudkundige verplichtingen.

  • Transparantie, verlies van discretie.

  • Greep van controlerende aandeelhouders op de onderneming verzwakken aangezien er informatieverplichtingen zijn op vlak van corporate governance.

  • Als de cijfers op korte termijn niet voldoen aan de verwachtingen van de beleggers volgt er een koersdaling.

New cards
57

In de kredietovereenkomst kan de kredietgever bepaalde clausules opnemen. Waarom zou de kredietgever dit doen?

Om zich te beschermen tegen een mogelijke verslechtering van kredietrisico.

Verschillende clausules moeten ertoe bijdragen dat de algemene liquiditeit en de terugbetalingscapaciteit van de kredietnemer behouden blijft en dat de bedrijfsleiding geen acties neemt die ingaan tegen het belang van de kredietverleners.

New cards
58

In de kredietovereenkomst kan de kredietgever bepaalde clausules opnemen. Welke soorten clausules zijn er? Geef voorbeelden.

Routine clausule
De kredietnemer moet periodiek financiële informatie doorgeven.

Algemene clausule
De kredietnemer is verplicht een bepaald minimumbedrag aan nettobedrijfskapitaal aan te houden.

Speciale clausule
De kredietnemer neemt in het contract op voor welke doeleinden het krediet gebruikt mag worden.

Beschermende clausule
Deze clausule heeft als bedoeling de kredietgever te beschermen tegen een wanbetaling. Als deze niet wordt opgenomen is er een kans dat de kredietgever zijn geld nooit terugkrijgt.

New cards
59

Waarborgen: geef de drie factoren die de marge tussen de verkoopwaarde van een waarborg en het bedrag van het daaraan gekoppeld krediet bepalen en leg uit.

  • Verkoopbaarheid

    • Als men het actief dat in waarborg zeer snel en voor een goede prijs kan verkopen, zal men een krediet geven ten belope van een hoog percentage van de waarde van de waarborg.

  • Levensduur

    • Waarde van de waarborg zal hoger zijn naarmate de levensduur aansluit bij de looptijd van de lening.

  • Basisrisico

    • Hoe meer risico er verbonden is aan de verkoopwaarde van het actief, hoe lager het bedrag zal zijn dat de kredietgever zal willen financieren.

New cards
60

Wat is een krediettermijn?

Krediet met looptijd meer dan één jaar en terugbetalingsschema periodieke vervaldagen. Algemene termijn is 5 tot 10 jaar.

New cards
61

Wat is een wentelkrediet?

Dit is een roll over krediet. Een overeenkomst waarbij de bank akkoord gaat om tot een bepaald maximumbedrag en over bepaalde periode krediet te verlenen.

New cards
62

Wat is een hypothecair krediet?

Doel: financiering onroerend goed, als hypothecaire waarborg voor kredietverstrekker. Looptijd van 15 tot 20 jaar.

New cards
63

Wat is een uitrustingskrediet?

Aanschaffing van MVA financiering waarbij het betreffend actief als waarborg dient. De aflossingsduur van het krediet wordt vastgesteld volgens economische levensduur van activa.

New cards
64

Wat is een obligatie met een calloptie?

Een obligatie die je voor de vervaldag kan aflossen aan een vooraf bepaalde prijs.

New cards
65

Waarom zou een bedrijf een obligatie met calloptie uitschrijven?

Lagere transactiekosten, gemakkelijker om een schuldherschikking te negotiëren bij financiele moeilijkheden.

New cards
66

Wat is een converteerbare obligatie?

Een obligatie kan op vraag van de obligatiehouder omgezet worden in vooraf bepaald aantal aandelen gedurende conversieperiode.

New cards
67

Door welke elementen wordt de nettobedrijfskapitaalbehoefte bepaald?

NBK = permanent vermogen (EV + VVLY) - vaste activa = vlottende activa - VVKT

New cards
68

De optimale behoefte aan bedrijfskapitaal is best zo klein mogelijk. Geef drie manieren om de behoefte aan bedrijfskapitaal te beïnvloeden!

Betalingstermijn klanten verkleinen: periode extra krediet wordt kleiner. Soms laten ondernemingen hun klanten betalen voor levering producten of diensten.

Betalingstermijn leveranciers verkleinen: slagen van negotiatie hangt af van marktmacht.

Gemiddelde voorraadperiode inkrimpen: door efficiënter productie- en voorraadbeheer investeringen in voorraad beperken.

New cards
69

Welke elementen hebben een impact op de kredietnorm? Verklaar telkens het verband.

  • Omzet

  • Contantomzet

  • Inningsperiode

  • Verlies door wanbetaling

New cards
70

Wat is factoring?

Bij factoring neemt een instantie de volledige debiteurenadministratie over. Dit gebeurt in volgende stappen:

  • Kredietwaardigheid klanten onderzoeken.

  • Debiteurenboekhouding.

  • Incassoformaliteiten: uitzending maandelijkse rekeninguitreksels, rappelbrieven, aanmaningen, overmaken dossiers aan deurwaarders en advocaten, gerechtelijke actie.

  • Onderhandelen klanten die uitstel betaling willen.

Klanten betalen rechtstreeks aan de factormaatschappij, zij nemen een percentage van de totale omzet op voor hun geleverde diensten.

New cards
71

Wat is het verschil tussen een incassobureau en een factormaatschappij?

Incassobureau neemt enkel één vordering over. Factormaatschappij neemt de volledige portefeuille van handelsvorderingen over. Dit laat toe het risico te spreiden.

New cards
72

Wat is een kredietverzekeraar?

Indien de klant niet betaalt zal de factormaatschappij de leverancier toch uitbetalen dankzij de kredietverzekering.

New cards
73

Geef drie vormen van handelsschulden en omschrijf elke vorm.

Open krediet
Koper ontvangt goederen en betaalt na bepaalde periode zonder formele schuldbekentenis.

Promessen
Belofte tot betaling van bepaalde bedrag op gespecifieerde toekomstige datum. Verkoper eist een formele erkenning schuld vanwege de klant.

Geaccepteerde wisselbrief
Verkoper geeft aan koper opdracht om bedrag vermeld op wisselbrief op vervaldag te betalen. Verkoper eist een formele erkenning van de schuld vanwege de klant.

New cards
74

Wat is een seizoenskrediet?

Sectoren met seizoensgebonden activiteiten.
De leverancier levert de goederen voor het piekseizoen en de koper betaalt pas tijdens of na het piekseizoen.

New cards
75

Wat is netting?

Techniek waarbij betalingen tussen verschillende werkmaatschappijen centraal met elkaar worden vergeleken en er slechts één nettobedrag per tijdsperiode en per werkmaatschappij wordt overgemaakt.

Bestaat uit gewone netting en multilaterale netting (betaling van alle werkmaatschappijen worden gematcht en elke werkmaatschappij ontvangt via centrale nettingrekening slechts één nettobedrag per tijdsperiode).

New cards
76

Wat is een interne huisbank?

Verschillende werkmaatschappijen beschikken over rekeningen bij dezelfde bank. Hier worden hun betalingen geregeld, netting wordt afgerekend, valutarisico’s worden gecentraliseerd, ingedekt en ook financiering werkmaatschappijen.

New cards
77

Wat is cashpooling?

Het optimaliseren van intrestopbrengsten en intrestkosten van verschillende rekeningen van werkmaatschappijen.

Verschillende rekeningen worden geglobaliseerd in pool van rekening waarbij financiële instellingen die cashpool beheert, wordt afgesproken dat slechts interest wordt verrekend op globale positie onderneming.

Er bestaan twee soorten:

Notionele cashpooling
Saldi verschillende rekeningen samenstellen op hulprekeningen vooraleer intrest wordt berekend.

Zero balancing
Saldi verschillende rekeningen samenbrengen op hoofdrekening en worden regelmatig op nul gebracht.

New cards
78

Wat is een kaskrediet?

Het is een bepaald maximumbedrag in debet om tijdelijke liquiditeitstekorten te kunnen overbruggen. Het bedrag wordt jaarlijks herzien.

Kortetermijnkredietbehoefte bepalen door kasplan.

Kredietwaardigheid voor krediet op KT terug te betalen.

De klant wordt op de hoogte gebracht van het toestaan van een kaskrediet door een kredietbrief al is het geen juridische verplichting.

De kredietlijn kan eenzijdig worden ingetrokken bij een daling van de kredietwaardigheid of bij grote macro-economische schokken.

New cards
79

Wat is een kortetermijnkrediet met waarborg?

  • Discontokrediet gebaseerd op verdisconteren wisselbrieven.

  • Voorschotten op facturen.

  • Voorraadkredieten.

Hoge kostprijsbeheer van de waarborg voor kredietinstelling. Wordt minder en minder gebruikt.

Voorraadkrediet is interessant voor fabrikanten van diepvriesgroenten met grote voorraad. Ze hebben een financieringbehoefte.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 21 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 118 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)
note Note
studied byStudied by 86 people
Updated ... ago
4.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 23 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)
note Note
studied byStudied by 12 people
Updated ... ago
4.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 33 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
note Note
studied byStudied by 20 people
Updated ... ago
4.5 Stars(2)
note Note
studied byStudied by 6 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard146 terms
studied byStudied by 14 people
Updated ... ago
5.0 Stars(2)
flashcards Flashcard85 terms
studied byStudied by 8 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard50 terms
studied byStudied by 4 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard106 terms
studied byStudied by 15 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard118 terms
studied byStudied by 5 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard52 terms
studied byStudied by 172 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)
flashcards Flashcard40 terms
studied byStudied by 13 people
Updated ... ago
4.0 Stars(5)
flashcards Flashcard164 terms
studied byStudied by 42 people
Updated ... ago
5.0 Stars(1)