Engels: vocabulary U3

p. 239-242

a cipher

een code

a cryptographer

een cryptograaf

a codebreaker

een codebreker

to decrypt

ontcijferen

to infiltrate

infiltreren

to intercept

onderscheppen

an operative

een agent

clandestine

geheim

espionage

spionage

an informant

een informant

an interrogation

een verhoor

to divulge

onthullen

intelligence

inlichtingen-

a dissident

een dissident

surveillance

toezicht

to bug

afluisteren

countermeasures

een tegenmaatregel

to crack the code

de code kraken

a dress code

een kledingvoorschrift

to bring something up to code

aanpassen volgens de voorschriften

a code of honour

een erecode

a code of silence

zwijgplicht

code red

code rood

to take a secret to the grave

een geheim meenemen naar je graf

an open secret

een publiek geheim

your secret is safe with me

je geheim is veilig bij mij

to be in on a secret

op de hoogte zijn van een geheim

susceptible to

vatbaar voor

insane

gestoord

deceptive

misleidend

a conspiracy theory

een complottheorie

a trait

een eigenschap

a tendency

een neiging

an exposure to

blootstelling aan

trust

vertrouwen

to crave

snakken naar

to debunk

ontmaskeren

a misconception

een misvatting

a fraction

een breuk

a decimal number

een decimaal getal

a power

een macht

greater than

groter dan

a diameter

een doorsnede

a radius

een straal

to equal

evenaren, gelijk zijn

divided by

gedeeld door

a circumference

een omtrek

multiplied by

vermenigvuldigd met

average

gemiddeld

a degree

een graad

compassionate

medelevend

envious

jaloers

considerate

attent

mischievous

ondeugend

resourceful

vindingrijk

cautious

voorzichtig

gullible

naïef, goedgelovig

spontaneous

spontaan

ambitious

ambitieus

superficial

oppervlakkig

prejudiced

bevooroordeeld

stubborn

koppig

courageous

moedig

selfish

egoïstisch

diligent(ly)

ijverig

studious

studieus, leergierig

dauntless

onbevreesd

resilient

veerkrachtig

conceited

verwaand

tenacious(ly)

vasthoudend