1/24
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Thiaziden & aanverwanten
kaliumverliezende diuretica
- chloortalidon
- hydrochloortiazide
- indapamide
- hypertensie (alleen of in combinatie)
- oedemen
Lisdiuretica
kaliumverliezende diuretica
- furosemide
- bumetanide
- torasemide
- hartfalen met oedemen (symptoomcontrole)
- nierinsufficiëntie met zout en waterretentie
(Hypertensie -> werken te kort en krachtig)
Bijwerkingen
thiaziden & lisdiuretica
kaliumsparende diuretica
- hypoNa+, hypoK+, hypoCa+, hypoMg+
- stijging van urinezuur (soms met jichtaanvallen)
- hyperK+
- endocriene stoornissen: gynaecomastie, amenorroe en impotentie
diuretica
wat te melden aan de patiënt?
Verhoogde plasfrequentie (vnl. bij begin therapie)
+ meld ook dat het antihypertensieve effect van diuretica aanwezig blijft, ook wanneer na enkele weken het diuretisch effect niet meer merkbaar is.
Spironolacton & Eplerenon
Kaliumsparende diuretica: aldosteron antagonist (MRA)
- Hartfalen
- Therapieresistente hypertensie (hogere doseringen)
- Primair en secundair hyperaldosteronisme
- Cirrose met ascites en oedeem
NSAIDS & lisdiuretica
↓ diuretisch en antihypertensief effect + ↑ risico acuut nierfalen
interactie is eigenlijk mogelijk met alle antihypertensiva namelijk verminderde werking van het antihypertensivum!!
lisdiuretica -> RAAS stimuleren
-> ATII ↑
-> constrictie efferente arteriolen nefron
-> renale prostaglandines ↑
-> dilatatie afferente arteriolen
NSAIDs
-> remmen renale prostaglandines
-> afferente arteriolen ↓
-> verminderde perfusiedruk -> verminderde nierfunctie
en oedeemvorming
RAS remmers (= ACE-inhibitoren, sartanen, renine-inhibitoren) & thiaziden, lisdiuretica
Hypovolemie, verminderde intrarenale perfusie
-> Sterke bloeddrukdaling, met mogelijk collaps tot gevolg
kaliumsparende diuretica
+ combinatie met andere K+ verhogende geneesmiddelen (bv. RAS-remmers, trimethoprim, NSAIDs, kaliumsupplementen, glucosamine (als kaliumzout)
verhoogd risico op hyperkaliëmie (hoger risico bij verminderde nierfunctie) -> risico op levensbedreigende ritmestoornissen
-symptomen: spierzwakte, vermoeidheid, paresthesie, verlamming van de extremiteiten, bradycardie
cardioselectieve B-blokkers
acebutolol, atenolol, betaxolol, bisoprolol, celiprolol, esmolol, metoprolol, nebivolol
Bijwerkingen B-blokkers
- Uitlokken astma-aanval bij patiënten met anamnese van bronchospasme (vnl. niet-selectieve beta-blokkers)
B-blokkers, wat te melden aan patiënt
- Duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel. Gaat doorgaans over binnen enkele dagen tot weken (wanneer lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk). Adviseer i.g.v. duizeligheid:
→niet te snel opstaan uit bed of van een stoel
→ beter geen autorijden de eerste dagen
→ alcohol kan de duizeligheid versterken (vasodilatatie); probeer voorzichtig uit
- Vermoeidheid (door de tragere hartslag)
- Bij sporters: verminderde inspanningscapaciteit → beta-blokkers vertragen de hartslag, waardoor bij intensief sporten de maximale hartslag niet meer bereikt wordt ('alsof er een rem op het hart staat')
dihydropyridines
verapamil
diltiazem
De dihydropyridines zijn vooral vasodilaterend en hebben minder direct effect op het hart.
Verapamil vertraagt de hartfrequentie en de geleiding over de AV-knoop. Tevens vermindert het de contractiliteit van het hart en van de gladde spiercellen.
Diltiazem geeft perifere vasodilatatie en vertraging van de hartfrequentie.
diltiazem en verapamil geven aanleiding tot obstipatie!
dihydropyridine -> enkeloedeem -> diuretica
bijwerking van dihydropiridine is enkeloedeem -> dit kan leiden tot een voorschrijfcascade, enkeloedeem zal worden behandelt met diuretica
ACE inhibitoren/ sartanen
ACE INHIBITOR
- Hoeksteen in de behandeling van hartfalen
- Snelle verbetering in hemodynamiek
- Geen exacerbatie van HF op korte termijn (beta blokkers)
- Hypertensie
- Secundaire preventie na acuut MI (preventie remodellering linkerventrikel)
- Nefropathie (vooral bij proteïnurie bij diabetici)
SARTANEN
= Angiotensine II receptor antagonisten (blokkers) of ARBs: bij intolerantie (hoest) op ACE-I, niet in combinatie met ACE-I (zelfde indicaties)
bijwerkingen ACE inhibitoren/ sartanen
- Hoest (soms na meerdere jaren behandeling: ACE-inhibitoren >> sartanen).
- Hypotensie na de toediening van de eerste dosis van een ACE-inhibitor of na dosisverhoging, vooral bij patiënten met voorafbestaande stimulatie van het RAAS- systeem (volumedepletie door diuretica, hartfalen, stenose van de nierarteriën); dit komt vaker voor bij de behandeling van hartfalen dan bij de behandeling van hypertensie.
- Verslechtering van de nierfunctie (en soms acute nierinsufficiëntie), vooral bij toediening aan patiënten met voorafbestaand nierlijden, of bij patiënten met hartfalen, uitgesproken volumedepletie of dehydratie (bv. door diarree of braken).
- Hyperkaliëmie (vooral bij verminderde nierfunctie; let ook op GM-interacties)
- Rash
- Angio-oedeem dat soms pas na meerdere maanden tot jaren behandeling optreedt,en frequenter is bij patiënten van Afrikaanse afkomst en bij patiënten met antecedenten van angio-oedeem niet te wijten aan ACE-inhibitorgebruik.
- Smaakstoornissen, gastro-intestinale stoornissen (o.a. diarree).
waarom zijn ACE inhibitoren op lange termijn nefroprotectief maar kunnen ze op korte termijn acuut nierfalen induceren?
op lange termijn zorgen ze voor een daling van de bloeddruk en progressie van micro naar macro albuminurie ( = voorbode nefropathie) afremmen
op korte termijn zal de ACE inhibitor zorgen dat de vorming van agiotensine II afneemt waardoor de efferente arteriole zal dilateren en de GFR zal dalen -> als dit te veel zakt kan je acuut nierfalen krijgen
bijwerkingen ACE inhibitoren/sartanen te melden aan patiënt!
- Duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel. Gaat doorgaans over binnen enkele dagen tot weken (wanneer lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk).
De 1e innames: 's avonds op de rand van bed, zodat patiënt kan gaan liggen bij duizeligheid ('1e dosis hypotensie')
Adviseer i.g.v. duizeligheid:
→niet te snel opstaan uit bed of van een stoel
→ beter geen autorijden de eerste dagen
→ alcohol kan de duizeligheid versterken; probeer voorzichtig uit
Hoest: zelf inschatten → misschien best pas naar vragen bij 2de uitgifte?
ARNI
= sacubitril/valsartan complex = angiotensine receptor neprylisine inhibitor
anti aritmica
- adenosine
- vernakalant
- lidocaïne
- amiodaron
- disopyramide
- flecaïnide
- propafenon
- sotalol
amiodaron halfleven
heel lang, omdat veel gm zich verdeelt naar het vetweefsel
effect houdt dus lang aan na het stoppen! niet geven aan iemand met kinderwens
daarom beginnen met een opbouwschema
bv
- Week 1: 3 x 200 mg per dag (alles verdeelt zich naar het vetweefsel)
- Week 2: 2 x 200 mg per dag
- Vanaf week 3: 1 x 200 mg per dag
anti arritmica = pro aritmogeen
-> risico op QT verlenging en torsades de pointes
altijd chekken of iemand nog andere QT verlengende gm neemt zoals domperidon, haloperidol of andere antipsychotica
koolzuuranhydrase inhibitoren
niet meer voor de behandeling van hypertensie en oedemen
maar wel voor hoogteziekte en acuut glaucoom
amiodaron bijwerkingen
- pro aritmogeen
- Maagdarmklachten (vooral in het begin)
- Gevoeligheid van de huid, vooral voor UV-licht
- Typische blauwgrijze verkleuring van de huid
- Oogafwijkingen (corneaneerslag) -> oogarts!
- Schildklierafwijkingen (zowel hypo- als hyperthyreoïdie)
- Pulmonale toxiciteit
- Levertoxiciteit
bijwerkingen nitraten
- hoofdpijn -> soms met misselijkheid, blozen & rode huid
- orthostatische hypotensie
- huidirritatie bij transdermale toediening
hoe een pleister aanbrengen?
Plak de pleister op een schone, droge plaats op de linker of rechter zijde van de borstkas of aan de binnenkant van de bovenarm. De huid moet onbeschadigd zijn en mag niet te behaard zijn. Knip haar af met een schaar.
Druk de pleister goed aan.
Om huidirritatie te voorkomen is het belangrijk om afwisselende plaatsen te kiezen.