Biologische antropologie boekdeel 2 H1: Begrippen

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/31

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

32 Terms

1
New cards

Biologisch determinisme

Geloof dat de criminele mens niet was aangepast aan de moderne omgeving en dat biologische afwijkingen aan de basis lagen van de ontwikkeling van een individu tot verstokte recidivist, beroepsdader, moordenaar of serieverkrachter.

2
New cards

Atavisme

Het opnieuw optreden van anatomische kenmerken die bij vroegere evolutionaire voorouders aanwezig waren, maar bij de directe voorouders verloren waren gegaan. Worden daarom vaak als misvorming gezien

3
New cards

Degeneratie

Achteruitgang waarbij bepaalde eigenschappen verloren gaan. Tegenovergestelde van progressie of vooruitgang.

4
New cards

Endomorf

Een van de constitutionele typologieën van William Sheldon. Gesteld op ontspanning, lekker eten, gezelligheid, luxe, behoefte aan affectie en reageert traag op prikkels uit de buitenwereld. Ronde dikke vormen, korte ledematen, smalle beenderen, zachte huid.

5
New cards

Ectomorf

Een van de constitutionele typologieën van William Sheldon. Introvert, sociaal geremd en overgevoelig voor prikkels. Mager, breekbaar, smal beenderstelsel, afhangende schouders, smal gezicht, scherpe neus.

6
New cards

Mesomorf

Een van de constitutionele typologieën van William Sheldon. Gespierd, sterk, neigt naar verhoogde activiteit, is dynamisch, avontuurlijk, moedig, lawaaierig, assertief, dominant en agressief. Atletisch, brede borstkas, polsen en handen, gespierd.

7
New cards

Feeblemindedness (Zwakzinnigheid)

Volgens Henry Goddard dé belangrijkste oorzaak van betrokkenheid bij delictgedrag. Werd vrij algemeen aangenomen dat het ervoor zorgde dat men de gevolgen van het eigen handelen niet begreep. Oorspronkelijk werd geloofd dat zwakzinnigheid werd overgeërfd door een recessief gen. Hierdoor werd het accent eenzijdig gelegd op de erfelijke component van het fenomeen zwakzinnigheid.

8
New cards

Frenologie

Psuedowetenschap, geloof dat bepaalde gedragingen in bepaalde delen van de hersenen geconcentreerd zijn.

9
New cards

Eugenetica (positieve en negatieve)

Onderzoek naar het verbeteren van de genetische kenmerken in een bevolkingsgroep.

10
New cards

Italiaans-antropologische school

Lombroso, Ferri, Garofalo. De wetenschappelijke en deterministische methode die de studie van daderschap toelaat door middel van de analyse van iedere dader in het bijzonder

11
New cards

Fysiognomie

Stichter was Jean Baptiste della Porte. Kijken naar uiterlijke lichaamskenmerken van veroordeelden. Van de lichaamsconstitutie van de mens iets afleiden omtrent de individuele psychische eigenschappen, meer bepaald de criminele geneigdheid

12
New cards

Franse milieu-school

Wees op de determinerende rol van ongunstige sociale omstandigheden, vooral onder de arbeidersklasse. Schadelijke rol van de zogenaamde immoraliteit van deze klasse. Stond een 'sociologische deterministische' benadering voor, die stelde dat betrokkenheid bij delictgedrag voornamelijk voortkwam uit een ontaard sociaal milieu.

13
New cards

Kallikak-familie

Werden onderzocht door Henry Goddard: zwakzinnigheid kwam vooral voor onder de vrouwelijke nakomelingen.

14
New cards

The Dukes

Richard Dugdale probeerde de voorouders van deze familie tot tweehonderd jaar terug traceren. Zijn bevindingen waren dat de criminele familie die continue met justitie in aanraking kwam, een geschiedenis kende van prostitutie pauperisme, ontucht, onwettigheid en afwijkend gedrag.

15
New cards

Atletische mens

Van Ernst Kretschmer, een van de verschillende benamingen voor relaties tussen lichaamsbouw en persoonlijkheidskenmerken. Gespierd en agressief

16
New cards

Pycnische mens

Van Ernst Kretschmer, een van de verschillende benamingen voor relaties tussen lichaamsbouw en persoonlijkheidskenmerken. Dik en lomp

17
New cards

Leptosoom

Van Ernst Kretschmer, een van de verschillende benamingen voor relaties tussen lichaamsbouw en persoonlijkheidskenmerken. Tenger en zwak

18
New cards

Natuurlijke misdrijven ‘natural crimes’

Misdaden die overal voor komen, in elke samenleving.

19
New cards

Psychoticisme

Agressief, antisociaal, koel, egocentrisch, niet empathisch, creatief, onpersoonlijk, impulsief, koppig. Onvermogen tot empathie (seriemoordenaars).

20
New cards

Extraversie

Aangenaam in de omgang, actief, zorgeloos, vrolijk, dominant, assertief, sensatiezoekend en waaghalzerig. Zoeken actief stimulatie. Kan leiden tot geweld via lage zelfcontrole.

21
New cards

Introvertie

Kalm, zoeken passief stimulatie. Tegenovergestelde van extraversie.

22
New cards

Sociaal verweer (oud en nieuw)

Oud: een stroming in het strafrecht waarbij de bescherming van de samenleving tegen de verstokte recidivist als een rode draad doorheen het arsenaal aan maatregelen liep.

Nieuw: Individualisering van maatregelen. Behandeling 'op maat'.

23
New cards

Bezwaren tegen biosociale criminologie

1. Biosociale theorieĂ«n zijn deterministisch en sociaal gevaarlijk (dit is ‘pseudowetenschap’).

2. Aangezien betrokkenheid bij delictgedrag sociaal geconstrueerd wordt, kunnen er geen genen zijn die betrokkenheid bij delictgedrag veroorzaken.

3. Als wordt aangenomen dat een probleem biologisch is, leidt dat tot therapeutisch nihilisme.

4. Betrokkenheid bij delictgedrag kan geen biologische oorzaken hebben omdat criminaliteitscijfers snel veranderen terwijl een genetische verandering vele generaties duurt.

5. Biologische theorieĂ«n houden geen rekening met de ‘gevoelens van mensen’.

24
New cards

Vrije wil

Menselijk vermogen om zelf te kiezen hoe we handelen.

25
New cards

Positivisme

De filosofische opvatting dat alleen de empirische wetenschappen geldige kennis opleveren.

26
New cards

Classicisme

De misdrijfpleger is een rationeel en vrijdenkend wezen, kiest op een berekende manier om criminaliteit te plegen.

27
New cards

Somatotypes

Een theorie van William Sheldon om de menselijke lichaamstypes te categoriseren in drie categorieën: ectomorf, endomorf, mesomorf

28
New cards

Constitutie

Vormt de lichaamsbouw en de persoonlijkheid in combinatie met temperament.

29
New cards

Propensity

Een natuurlijke neiging om iets te doen of om iets te prefereren.

30
New cards

Disposities

Individuele eigenschappen, persoonlijkheidsfactoren, neigingen die 'relatief stabiel' (maar niet geheel onveranderlijk) zijn en die getriggerd kunnen worden onder bepaalde omstandigheden.

31
New cards

Arousal

Lichamelijke opwinding

32
New cards

Sociaal-darwinisme

Stroming van sociale wetenschappen aan het einde van de 19e eeuw die de begrippen uit de evolutiebiologie toepast op de sociale omgeving.