Looks like no one added any tags here yet for you.
de studie
das Studium
zich inschrijven aan een universiteit
sich an einer Universität immatrikulieren
zich inschrijven aan een hogeschool
sich an einer Fachhochschule einschreiben
de inschrijving
die Immatrikulation (en) / die Einschreibung (en)
het inschrijvingsgeld
die Studiengebühren (Plural)
de semesterbijdrage
der Semesterbeitrag (¨ e)
de (studie)beurs
das Stipendium (die Stipendien)
de Erasmusbeurs
das Erasmusstipendium
de studieplaats
der Studienplatz
kandideren voor een studieplaats
sich um einen Studienplatz bewerben
het eindcijfer secundair onderwijs
die Abiturnote (n)
goede cijfers behalen
gute Noten bekommen
een aanvraag doen; invullen
einen Antrag stellen; ausfüllen
het bewijs van ziekteverzekering
der Krankenversicherungsnachweis (e)
in de rij staan
Schlange stehen
in de rij aanschuiven/ aansluiten
sich in die Schlange anstellen
aan de beurt komen
an die Reihe kommen
aan de beurt zijn
an der Reihe sein
de studierichting
der Studiengang (¨ e)
de faculteit economie
die Wirtschaftsfakultät (en)
economische wetenschappen
Wirtschaftswissenschaften
bedrijfseconomie
Betriebswirtschaftslehre (BWL)
de bedrijfseconoom
der Betriebswirt (e) / die Betriebswirtin (nen)
de handelsingenieur
der Wirtschaftsingenieur (e) / die -ingenieurin (nen)
de econoom
der Volkswirt (e) / die Volkswirtin (nen)
rechten studeren
Jura studieren
de reputatie
der Ruf (e)
Deze faculteit heeft/geniet een goede reputatie.
Diese Fakultät hat/genießt einen guten Ruf.
het hoorcollege
die Vorlesung (en)
hoorcolleges volgen
Vorlesungen besuchen
het werkcollege/seminarie
das Seminar (e)
een seminariewerk (paper) maken
eine Seminararbeit schreiben
een opleiding volgen
eine Ausbildung machen
een cursus volgen
an einem Kurs teilnehmen
taalcursussen volgen
Sprachkurse besuchen / an Sprachkursen teilnehmen
de talenkennis
die Sprachkenntnisse
zijn talenkennis verbeteren
seine Sprachkenntnisse verbessern/optimieren
kennis van het Duits
Deutschkenntnisse
het vak
das Fach (¨ er)
het verplicht vak
das Pflichtfach (¨ er)
het keuzevak
das Wahlfach (¨ er)
vakken vastleggen
Fächer belegen
vakken kiezen
Fächer wählen
populaire vakken
begehrte Fächer
zich in internationaal recht specialiseren
sich auf internationales Recht spezialisieren
winter- en zomersemester
das Winter- und Sommersemester (-)
in zijn derde semester zijn
im dritten Semester sein
de medestudent
der Kommilitone (n), die Kommilitonin (nen)
de studie in het buitenland
das Auslandsstudium (-studien)
het (studie-)verblijf in het buitenland
der Auslands(studien)aufenthalt (e)
het semester in het buitenland
das Auslandssemester
het uitwisselingsprogramma
das Austauschprogramm (e)
de selectieprocedure
das Auswahlverfahren (-)
numerus clausus (een opleiding met toelatingsbeperkingen)
ein Studium mit Zulassungsbeschränkung
afstuderen
(das Studium) absolvieren / beenden
de afgestudeerde
der Absolvent(en) (schwaches Substantiv)
een gesprek beginnen
ein Gespräch anfangen
elkaar leren kennen
sich kennenlernen
Ben je hier ook voor het eerst?
Bist du auch zum ersten Mal hier?
Studeer je hier al lang?
Studierst du hier schon lange?
Ik ben nog maar net aangekomen
Ich bin gerade/erst angekommen
Heb je al een kot?
Hast du schon eine Bude?
Ik woon in een studentenhuis/ woongemeenschap
Ich wohne in einem Studentenwohnheim/ in einer Wohngemeinschaft (WG)
Waar kom je vandaan?
Wo kommst du her?
Ik kom uit België
Ich komme aus Belgien