Frans woordenschat (T)

Dico de Base

tabak

tabac (m)

tafel

table (f)

bord

tableau (m)

tablet

tablette (f)

vlek

tache (f)

opdracht, taak

tâche (f)

maat

taille (f)

mantelpak

tailleur (m)

zwijgen

se taire

talent

talent (m)

hak

talon (m)

terwijl

tandis que

zoveel

tant

binnenkort

tantôt

tante

tante (f)

typen

taper

tapijt

tapis (m)

laat

tard

tarief

tarif (m)

boterham

tartine (f)

hoop

tas (m)

tas, kopje

tasse (f)

tatoeage

tatouage (m)

belasting, heffing

taxe (f)

taxi

taxi (m)

technicus

technicien (m)

technisch

technique - technique

techniek

technique (f)

technologie

technologie (f)

gelaatskleur

teint (m)

zo een, zulk

tel - telle

downloaden

télécharger

aftandsbediening

télécommande (f)

telecommunicatie

télécommunication (f)

telefoon

téléphone (m)

telefoneren (naar)

téléphoner (à)

televisie

télévision (f)

zo

tellement

getuigenis

témoignage (m)

getuigen

témoigner

getuige

témoin (m)

temperatuur

température (f)

storm

tempête (f)

tempel

temple (m)

tijdelijk

temporaire - temporaire

tijd

temps (m)

tendens

tendance (f)

zacht

tendre - tendre

tederheid

tendresse (f)

houden

tenir

rekening houden (met)

tenir compte (de)

druk

tension (f)

poging

tentative (f)

tent

tente (f)

termijn

terme (m)

term, woord

terme (m)

beëindigen

terminer

terrein

terrain (m)

terras

terrasse (f)

aarde

terre (f)

verschrikkelijk

terrible - terrible

territorium

territoire (m)

terrorisme

terrorisme (m)

terrorist

terroriste (m)

test

test (m)

hoofd

tête (f)

koppig

têtu - têtue

tekst

texte (m)

textiel

textile (m)

tgv (hogesnelheidstrein)

TGV (m)

thee

thé (m)

theater

théâtre (m)

thema

thème (m)

theorie

théorie (f)

theoretisch

théorique - théorique

therapie

thérapie (f)

thermometer

thermomètre (m)

tonijn

thon (m)

derde

tiers (m)

derdewereld

tiers-monde (m)

postzegel

timbre (m)

timide, schuchter

timide - timide

trekking

tirage (m)

trekken

tirer

streepje

tiret (m)

lade

tiroir (m)

stof

tissu (m)

titel

titre (m)

zeil ; doek

toile (f)

toilet

toilette (f)

wc

toilettes (f)

dak

toit (m)

tomaat

tomate (f)

graf

tombe (f)

vallen

tomber

toon

ton (m)

ton, vat

tonne (f)

donder

tonnerre (m)

ongelijk

tort (m)

vroeg

tôt