Frans l'argent
Studied by 0 people
Call Kai
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards
Knowt Play1/99
Earn XP
Description and Tags
me ha toma'o tiempo así que ESTUDIA BIEN TÍA
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
100 Terms
het geld
L'argent (m.) - les sous (m.) (populaire)
het kleingeld
la monnaie
de muntstukken
les pièces de monnaie
een (bank)biljet
un billet (de banque)
cash
le liquide - les espèces (f) - le cash
cash betalen
payer en espèces/ cash
geld op zak hebben
avoir de l'argent sur soi
blut zijn
être fauché
geen geld hebben
ne pas avoir un rond
kopen
acheter
verkopen
vendre
de aankoop
l'achat
de verkoop
la vente
geld kosten
coûter de l'argent
de kost
le coût
duur zijn
être cher
goedkoop zijn
être bon marché
de lage prijs
le prix baissé
de hoge prijs
le prix élevé
het tarief
le tarief
stijgen
augmenter
dalen
diminuer / baisser
de inkomsten
les revenus (m.)
inkomsten hebben
avoir des revenus (m)
betaald worden
être rémunéré / payé
geld verdienen
gagner de l'argent
een salaris ontvangen
recevoir un salaire
het minimumloon
le smic
zakgeld krijgen
recevoir de l'argent de poche
moeite hebben om rond te komen
avoir du mal à joindre les deux bouts
financiële problemen hebben
avoir des problèmes financiers / d'argent
in financiële onzekerheid leven
Vivre dans la précarité / la pauvreté
arm zijn
être pauvre
een onzekere job hebben
avoir un job précaire
een studentenjob hebben
avoir un job d'étudiant
een centje bijverdienen
faire un petit boulot
de bank
le banque
de bankkaart
la carte bancaire
de kredietkaart
la carte de crédit
de Visa-kaart
la carte bleue
met de kaart betalen
payer par carte
de contactloze betaling
Le paiement sans contact
de betaling via QR-code
le paiement via code QR
de betaling met de gsm
le paiement mobile
de bankrekening
la compte de banque
de zichtrekening
la compte à vue
de spaarrekening
la compte d'épargne
de interestvoet
le taux d'intérêt
het percentage
le pourcentage
geld opbrengen
rapporter de l'argent
onder de nul staan
être à découvert
in het rood zijn
être dans le rouge
geld afhalen aan de geldautomaat
retirer de l'argent au distributeur
geld op zijn rekening zetten
mettre, déposer de l'argent sur son compte / alimenter son compte
een betaling uitvoeren (online)
faire un paiement/virement (en ligne)
geld ont(lenen)
emprunter de l'argent
een lening aangaan
prendre un crédit
geld (uit)leven
prêter de l'argent
schulden hebben
avoir des dettes
geld terugbetalen / teruggeven
rembourser, rendre de l'argent
geld geven aan een goed doel
faire un don à une association
het BTW-tarief
le taux de TVA (la taxe sur la valeur ajoutée)
de fiscus
le fisc, l'administration fiscale
de inkomstenbelasting
l'impôts sur le revenu
een fiscale controle
un contrôle fiscale
fiscale controles
des contrôles fiscaux
investeren (in crypto)
investir (dans le cryptomonnaies)
een rendable investering
un investissement rentable
een investeerder
un investisseur, une investisseuse
een veilige belegging
un placement sécurisé
een risicovolle belegging
le placement risqué
de beurs
la bourse
de aandelen
les actions (f)
een project financieren
financier un projet
projectfinanciering
le financiement d'un projet
de financiële markt
le marché financier
een beursgenoteerde bedrijf
une société/entrepise cotée en bourse
winst boeken
réaliser des bénéfices (m)
verlies lijden
enregistrer des pertes (f.)
geld in een bedrijf investeren/pompen
injecter de l'argent dans une entrepise
de productiviteit
la productivité
het rendement
le rendement
het concurrentievermogen van bedrijven
la compétitivité des entrepises
competitief zijn
être compétitif
de economie is sterk
l'économie (f) est forte
de economie is zwak
l'économie est faibe
de financiële crisis
la crisis financière
de welvaart
la prosperité
de deeleconomie
l'économie du partage / collaborative
de ruilhandel
le troc / l'échange
dingen ruilen
échanger des choses
de inflatie
l'inflation (f)
de koopkracht van de gezinnen
le pouvoir d'achat des ménages
de koopkracht daalt
le pouvoir d'achat est en baisse
de koopkracht stijgt
le pouvoir d'achat est en hausse
een sterke munt
une monnaie forte
het monetaire beleid
la politique monétaire
de devaluatie van een munt
la devaluation d'une monnaie
het bezuinigingsbeleid
la politique d'austérité
de bezuinigingen
Les coupes (f.) budgétaires
Note 
Flashcards (161)