Looks like no one added any tags here yet for you.
Wat was het doel van het onderzoek naar prosocial gedrag in een ongelijke wereld?
Het onderzoeken van interventies die groepen kunnen aanzetten tot samenwerking ondanks ongelijkheid.
Wat is een superordinate doel?
Een doel waarbij twee of meer groepen moeten samenwerken om een bepaald resultaat te bereiken.
Welke interventies werden getest in de studie?
Meditatietraining voor mededogen, lagere ongelijkheid en het introduceren van een pro-deeldnorm door een confederate.
Wat was de belangrijkste bevinding van Studie 1?
Korte meditatietraining had geen significante invloed op prosociaal gedrag.
Wat is compassionate meditation training?
Een meditatievorm die gericht is op het verhogen van mededogen en prosociaal gedrag.
Wat gebeurde er in de Robbers Cave-experiment?
Groepen jongens werden in conflict gebracht maar konden samenwerken na de introductie van een superordinate doel.
Waarom is er meer moeite met samenwerking bij hoge ongelijkheid?
Ongelijkheid vergroot 'us' versus 'them' dynamiek, waardoor het moeilijker wordt om gemeenschappelijke doelen te bereiken.
Wat is de rol van leiderschap in groepsdynamiek, volgens de bevindingen?
Leiders kunnen groepsnormen beĆÆnvloeden en samenwerking bevorderen in ongelijke contexten.
Wat is de impact van ongelijkheid op samenwerking en mededogen?
Ongelijkheid vermindert mededogen en samenwerking tussen groepen.
Hoe werd de effectiviteit van de interventies gemeten in het onderzoek?
Via gedrag en zelfrapportage over mededogen en samenwerking.
Wat is een pro-sharing group norm?
Een groepsnorm die delen en samenwerking bevordert tussen ingroup en outgroup.
Wat was het resultaat van de pro-sharing group norm?
Deelnemers toonden meer mededogend gedrag en samenwerking.
Wat zijn enkele barriĆØres voor prosociaal gedrag bij ongelijkheid?
Vrees voor hulpeloosheid, competitieve gevoelens en groepsdynamiek.
In welke context werden de deelnemers geƫvalueerd?
De deelnemers werden verdeeld in groepen met verschillende hoeveelheden LEGO-stukken om voedsel te maken.
Hoeveel deelnemers waren er in de studies?
In totaal 283 deelnemers in Studie 1, 173 in Studie 2, en 160 in Studie 3.
Welke groep vertoonde minder angst om compassie te tonen tijdens de experimenten?
De leden van de groep met hogere middelen.
Wat verklaart de verschillen in het gedrag tussen de hoge en lage middelen groep?
De perceptie van schaarsheid en winst waarbij hogere middelen vaker initiatieven tot delen en samenwerking tonen.
Wat houdt de term 'fears of compassion' in?
Angst voor de gevolgen van het tonen van mededogen, zoals uitbuiting of verplichtingen.
Welke gevolgen heeft ongelijkheid voor de sociale identiteit van groepsleden?
Ongelijkheid kan leiden tot een versterking van identiteiten binnen groepen, waardoor er weerzijden zijn.
Hoe werd de invloed van de norm op de groepsdynamiek gemeten?
Door de interpretatie van de deelnemers over de samenwerking of competitie tussen de groepen.
Wat was het effect van de introductie van een pro-sharing norm op de kookprestaties?
De deelnemers werkten sneller en produceerden meer voedsel wanneer ze onder deze norm opereerden.
Hoe werden gevoelens van competitie en samenwerking in de studies gemeten?
Door deelnemers te vragen de mate van competitie of samenwerking te beoordelen op een schaal van 1 tot 10.
Wat was het effect van de liefdevolle meditatietraining op compassie volgens eerdere studies?
Lange termijn meditatietraining leidde tot verhoogde medemenselijkheid in andere studies, maar niet in het huidige onderzoek.
Waarom was het gebruik van fictieve landen belangrijk in het onderzoek?
Om teveel vooringenomenheid te vermijden en om een neutrale basis te creƫren voor interactie.
Wat gaf de hoogste mate van mededogen in de experimentsituaties aan?
Degenen die in de pro-sharing norm situatie waren, vertoonden meer cooperatief gedrag.
Wat was een van de belangrijkste beperkingen van het onderzoek?
De handelingen met LEGO en hun overdracht naar echte wereldinteracties zijn beperkt.
Wat suggereert het onderzoek over mediatietraining en de rol van het individu?
Dat individualistische interventies zoals meditatietraining mogelijk effectiever zijn in minder groepsgebonden context.
Hoe reageerden deelnemers op de ambiguĆÆteit van de instructies?
Door zowel competitief als coƶperatief gedrag te vertonen zat er veel variatie in de reacties.
Wat was de gemiddelde leeftijd van deelnemers in de studies?
Ongeveer 21 jaar oud.
Wat was de uitkomst voor de lage middelen groepsleden in termen van cohesie?
Hun cohesiebeleving was hoger dan die van de hoge middelen groepsleden.
Wat is de implicatie van de bevindingen voor toekomstige interventies?
Dat interventie die de groepstructuur en normen aanpassen effectiever kunnen zijn in plaats van individuele aanpakken.
Wat wordt er gesuggereerd voor toekomstig onderzoek op basis van deze studies?
Meer gedetailleerde en vertegenwoordigde steekproeven, evenals real-world applicaties van de interventies.
Welke type gevoelens werden vaak geregistreerd in de experimenten?
Gevoelens van compassie, concurrentie, en cohesie binnen de groepen.
Waarom werden er verschillen gevonden tussen deelnemers in de pro-sharing norm groep en de controlegroep?
De pro-sharing groep heeft geleid tot verhoogd delen en verhoogd groepsgevoel.
Wat waren de belangrijkste conclusies van het onderzoek?
Dat het introduceren van groepsnormen effectiever blijkt in het bevorderen van mededogen dan individuele en structurele benaderingen.