Studied by 0 people
Looks like no one added any tags here yet for you.
surnommer → un surnom ≠ un nom de famille
een bijnaam geven
allier
verbinden
intemporel
tijdloos
audacieux
dapper, gedurfd, gewaagd
inépuisable < épuiser
onuitputtelijk
une rue pavée, un pavé
een geplaveide straat
un conte de fées ≠ un compte (rekening) ≠ un comte (graaf)
een sprookje
abonder de → l’abondance (overvloed)
loopt over van
sans cesser → cesser
zonder ophouden
captivant
boeiend
insolite
ongewoon, niet alledaags
une trace
een spoor
un havre de paix → paisible (rustig, vredig)
een vredig, rustig oord
se ressourcer → une source
herbronnen
vaste ≠ vast werk: un travail fixe
uitgestrekt, uitgebreid
un voyage de noces = une lune de miel
een huwelijksreis
ludique
plezierig, speels, ludiek
être désireux de
verlangend naar = graag
une figure de cire (f)
een wassenbeeld
contemporain
hedendaags
dédié à = consacré à
gewijd aan
une demeure = une habitation, une maison
een woning
La Joconde
De Mona Lisa
Converger
Samenkomen
Une verrière
een glazen dak/koepel
une rosace
roosglas-in-loodraam
un parvis
een voorplein
Enterrer → un enterrement (begrafenis) = des funérailles (pluriel!)
begraven
un musée à ciel ouvert = en plein air
een openlucht museum
attenant à
grenzend aan, naast
être prisé
gegeerd zijn
s’étendre de … à → étendu (uitgestrekt)
zich uitstrekken van … tot
un manège
een draaimolen, carrousel
Note 
Flashcard (127)