Dynastie
Opeenvolging van heersers (bijvoorbeeld keizers) die tot dezelfde familie behoren.
Confucianisme
Filosofische stroming, gebaseerd op de leer van Confucius. De keizer wordt door de Hemel aangewezen en regeert als Zoon des Hemels over het land. Men moest eerbied hebben voor de hiƫrarchische ordening van de samenleving. Van iedereen werd verwacht dat hij een vaste plek in de maatschappij innam en deze ook respecteerde. Als iedereen dat deed, zou de samenleving harmonieus blijven.
Mandarijnen
Een groep ambtenaren die de keizer ondersteunde bij het besturen. Moesten een ingewikkeld en kostbaar examenprogramma doorlopen, dat maar weinig mensen haalden. Daardoor vormden de mandarijnen een bevoorrechte klasse met veel aanzien.
Modern imperialisme
Het streven van westerse landen in de negentiende eeuw om hun macht in Aziƫ en Afrika uit te breiden, door koloniƫn te veroveren, te besturen en te exploiteren, met als doel grondstoffen, afzetmarkten en macht. Kwam op in de negentiende eeuw onder invloed van de industrialisatie en het nationalisme.
Nationalisme
Sterke voorliefde voor het eigen land of cultuur. Of het streven naar een eigen, onafhankelijke staat.
Sinocentrisme
Het idee dat China het middelpunt van de wereld vormt en dat de cultuur, economie en politiek superieur zijn ten opzichte van die van andere landen.
Ongelijke verdagen
Verdragen tussen twee partijen, waarbij de ene partij tot veel wordt verplicht, terwijl van de andere partij juist veel eisen worden ingewilligd. (China werd steeds tot veel verplicht, terwijl de westerse mogendheden voor zichzelf juist rechten en privileges afdwongen.)
Invloedssfeer
Gebied, vaak buiten de eigen grenzen, waarbinnen een staat invloed of macht heeft.
Extraterritorialiteit
De regeling dat men in het buitenland niet onder het daar heersende rechtssysteem valt, maar onder de eigen rechtspraak.
Warlord
Lokale heerser die zijn macht baseert op militair geweld en onderdrukking.
Communisme
Economische en politieke ideologie, gebaseerd op de ideeƫn van Karl Marx.Het communisme streefde naar een klasseloze samenleving.
Massacampagne
Grootschalige actie die als doel heeft de bevolking te mobiliseren voor politieke, economische of sociale doelen.
MaoĆÆsme
Stroming binnen het communisme die stelt dat boeren het communisme in praktijk moeten brengen en dat er een voortdurende revolutie nodig is.
Guerrillaoorlog
Type oorlogsvoering waarbij mensen die niet als strijder herkenbaar zijn, verrassingsaanvallen op de tegenstander uitvoeren.
Burgeroorlog
Oorlog waarbij de strijdende partijen deel uitmaken van hetzelfde land.
Volksrepubliek
Benaming waarmee communistische staten zichzelf aanduiden, vanuit het idee dat met het communisme het volk de macht in handen zou hebben.
Vijfjarenplan
Onderdeel van een planeconomie waarbij de overheid streefcijfers voor de productie vaststelt.
Nationaliseren
Particuliere eigendommen, zoals bedrijven en grond, worden bezit van de staat.
Collectiviseren
Het samenvoegen van particuliere landbouwbedrijven tot grote staatsbedrijven.
Volkscommune
Organisatorische eenheid op het platteland, waarbinnen de boeren op staatsbedrijven werkzaamheden verrichten. Daarbinnen bestond geen privƩbezit.
Revisionisme
Stroming waarvan de aanhangers bepaalde opvattingen en zienswijzen willen herzien.
Cultus
De verering van een bepaalde godheid of persoon.
Dissidenten
Personen of groepen die zich verzetten tegen de heersende politieke ideologie of religieuze opvattingen.
Vreedzame co-existentie
Opvatting dat twee tegenstrijdige ideologieƫn naast elkaar kunnen bestaan, zonder elkaar te bedreigen.