1/46
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
L’abolition
De afschaffing
L’atteinte
De inbreuk
La culpabilité
De schuld
La dignité
De waardigheid
L’emprisonnement
De gevangenisstraf
L’esclavage
De slavernij
L’innocence
De onschuld
La liberté d’expression
De vrij meningsuiting
L’opposant
De tegenstander
L’opposition
De tegenstand
L’oppression
De verdrukking
La paix
De vrede
Le point de vue
Het standpunt
La réconciliation
De verzoening
Le réfugié
De vluchteling
La torture
De foltering
Le tribunal
De rechtbank
La victime
Het slachtoffer
La violation
De schending
La violence
Het geweld
Coupable
Schuldig
égal(e)
Gelijkwaardig
Inhumain(e)
Onmenselijk
Injustifié(e)
Onverantwoord
Innocent(e)
Onschuldig
Pacifique
Vreedzaam
Violent(e)
gewelddadig
Abolir
Afschaffen
Accuser de
Beschuldigen van
Avoir le droit de
Het recht hebben om
Avouer
Bekennen, toegeven
Bafouer
Schenden
Bénéficier de
Genieten van, kunnen gebruik maken van
Combattre
Bestrijden
Démontrer
Bewijzen
Dénoncer
Aanklagen, aangeven
Détenir
Gevangenhouden
Emprisonner
Gevangennemen, opsluiten
Juger
Oordelen
Maltraiter
Mishandelen
Porter attente à
Schenden, inbreuk maken op
Prouver
Bewijzen
(Se) réconcilier
(Zich) verzoenen
Traiter
Behandelen
Violer
Schenden, verkrachten
En sécurité
Veilig, in veiligheid
Être victime de
Het slachtoffer zijn van