Franse woordenschat (S)

Dico de Base

zand

sable (m)

tas

sac (m)

heilig

sacré - sacrée

braaf

sage - sage

bloeden

saigner

gezond

sain - saine

heilige

saint (m)

heilige

sainte (f)

grijpen

saisir

inputten

saisir

seizoen

saison (f)

salade

salade (f)

salaris

salaire (m)

vuil

sale - sale

vuilmaken

salir

eetkamer

salle à manger (f)

wachtkamer

salle d'attente (f)

badkamer

salle de bains (f)

groeten

saluer

de groet - hoi, hallo, daag

salut (m)

groet, begroeting

salutation (f)

zaterdag

samedi (m)

bloed

sang (m)

gezondheids

sanitaire - sanitaire

zonder

sans

gezondheid

santé (f)

spar, denneboom

sapin (m)

tevreden

satisfait - satisfaite

saus

sauce (f)

worstje

saucisse (f)

behalve

sauf

zalm

saumon (m)

springen

sauter

wild

sauvage - sauvage

redden

sauver

weten

savoir

zeep

savon (m)

smakelijk, lekker, smaakvol

savoureux - savoureuse

schandalig

scandaleux - scandaleuse

scène

scène (f)

schema

schéma (m)

zagen

scier

zaag

scie (f)

wetenschap

science (f)

wetenschappelijk

scientifique - scientifique

voorstelling

séance (f)

emmer

seau (m)

droog

sec - sèche

drogen

sécher

tweede

second - seconde

seconde

seconde (f)

hulp

secours (m)

geheim

secret - secrète

geheim

secret (m)

secretaris

secrétaire (m)

secretaresse

secrétaire (f)

sector

secteur (m)

beveiligen

sécuriser

veiligheid

sécurité (f)

borst

sein (m)

verblijf

séjour (m)

zout

sel (m)

volgens

selon

week

semaine (f)

gelijkaardig aan

semblable (à) - semblable (à)

doen alsof

faire semblant (de)

schijnen

sembler

zool

semelle (f)

zaaien

semer

semester

semestre (m)

zin; betekenis

sens (m)

indruk, gevoel - sensatie

sensation (f)

sensationeel

sensationnel - sensationnelle

gevoelig

sensible - sensible

gevoel

sentiment (m)

voelen

sentir

ruiken

sentir

zich voelen

se sentir

scheiding

séparation (f)

scheiden

séparer

zeven

sept

zeventig

septante

september

septembre

serie

série (f)

serieus, ernstig

sérieux - sérieuse

slang

serpent (m)

serre

serre (f)

schudden; knijpen

serrer

dichter bij elkaar gaan zitten, opschuiven

se serrer

slot

serrure (f)

kelner

serveur (m)

serveerster

serveuse (f)

dienst

service (m)

handdoek

serviette (f)

dienen

servir

drempel

seuil (m)

alleen

seul - seule

enkel

seulement

streng

sévère - sévère

sex; geslacht

sexe (m)