nederlands les 30

manier verhaal starten : Begin van een verhaal

• ab ovo

• erhaal start vanaf het begin

  • Personages worden langzaam geïntroduceerd

manier verhaal starten : n midden van het verhaal

• Verhaal begint middenin of zelfs aan het einde

• Vragen worden pas later beantwoord

  • in medias res

manier verhaal eindigen :open einde

Open einde

• Vragen blijven onbeantwoord

• Gebeurtenissen zijn niet altijd afgerond

• Soms suggesties over afloop

manier verhaal eindigen : 2 opties

• Gesloten einde: verhaal is volledig afgerond, geen vragen meer

  • Cliffhanger: verhaal stopt plotseling op een spannend moment, maakt nieuwsgierig naar vervolg

Spanning oproepen – Personage ( 2 )

• Onvoldoende info geven over personage (topische vragen)

  • Vragen over het personage oproepen

Spanning oproepen – Tijd ( 4 )

• Gebeurtenissen vertragen (retardering)

• Gebeurtenissen versnellen

• Vooruitwijzingen toevoegen

• Informatie plots afbreken

Spanning oproepen – Ruimte

• Sfeerscheppingen gebruiken

  • Vragen oproepen over de ruimte

Spanning oproepen – Perspectief ( 3 à

• Lezer kent info, personage niet (= kennisvoorsprong)

• Personage kent info, lezer niet (= kennisachterstand)

  • Beide kennen dezelfde info via personage (gelijk kennisniveau)

Motorisch moment

• Ogenblik waarop de situatie plots verandert

• Startpunt van nieuwe gebeurtenissen