1/12
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Wetenschappelijke revolutie
Mensen gingen zelfstandig nadenken, observeren en redeneren. Vanaf 16e/17e eeuw.
4 historische ontwikkelingen omtrend 16e/17e eeuw
Ontdekkingsreizen zorgden voor nieuw wereldbeeld (uit de Bijbel klopt niet)
Hernieuwde interesse voor literatuur uit de tijd van Grieken en Romeinen. Mens staat centraal = humanisme.
Veel discussie over hoe kennis te vergaren: rationalisme (logisch redeneren) en empirisme (zintuiglijk waarnemen)
Kruisbestuiving ambacht en wetenschap door maken onderzoeksinstrumenten
Verlichting
Periode waarin geleerden aspecten van de samenleving ter discussie stelden.
Vooruitgangsgedachte
Door redelijk denken is vooruitgang mogelijk. Dit kwam veel voor in onderwijs → verspreiding kennis biedt weerstand van misvattingen en bijgeloof.
Verlichte denkers
John Locke: natuurrecht (alle mensen hebben recht op vrijheid, bezit en leven) en sociaal contract (burgers zijn een gemeenschap en volgen dezelfde wetten)
Jean-Jacques Rousseau: gebruikte ook natuurrecht en sociaal contract, maar dit bevatte ook de algemene wil (wetten moesten volgens hoe burgers het wilde). Ook volkssoevereiniteit (volk grootste macht)
Montesquieu: scheiding der machten
Adam Smith: minder staatsinvloed op economie (vraag en aanbod)
Basisideëen verlichters
rationalisme
gelijkheid: geen standen tussen mannen boven 18
vrijheid
onwetendheid verminderen door kennis te verbreden
Verlicht absolutisme
vorsten hadden in de tijd absolute macht en droit divin, maar door de verlichting te steunen kregen ze meer steun van volk
Algemeen belang dienen door verlicht te besturen
Amerikaanse revolutie
Amerika wilde meer inspraak en minder belasting. Dit lukte niet en koloniën werden onafhankelijk dmv committees of correspondence (verzetsacties). Ook Common Sense door Thomas Paine was hierbij belangrijk. Werd gerechtvaardigd door verlichtingsideëen.
Tijdlijn onafhankelijkheid VS van GB
1773: Boston tea party
1774: Intolerable acts (onderdrukking door Engelsen)
1774: Eerste Continentaal Congres (boycot Britse goederen)
1775-1783: oorlog Amerika vs Engeland
1776: onafhankelijkheidsverklaring (rechten van de mens, grievances, handtekeningen)
1783: vrede van Parijs (erkenning onafhankelijkheid)
1789: ontstaan nieuwe Amerikaanse Republiek met grondwet
Franse Revolutie tijdbalk
1789: Nationale Vergadering met verklaring van de rechten van de mens en burger
1789: Bestorming Bastille
1791: nieuwe grondwet (constitutionele monarchie)
1792-1799: periode van Terreur → onder leiding van Robespierre en Jakobijnen. Elke tegenstander vermoord door guillotine.
1792: onthoofding koning XVI en vrouw Marie-Antoinette
1799: Napoleon aan de macht. Code penal (code Napoleon) → burgers voor wet gelijk, burgers vrijheid, logische rechtspraak.
1813: Napoleon verslagen en verbannen naar Elba
1815: Europese vorsten willen herstel (Restauratie) als Napoleon definitief verslagen
Congres van Wenen
2 manieren om orde te scheppen:
herstellen monarchie → speciale rechten voor adel en kerk (geen democratische grondwet)
stabiliteit Europa → machtsevenwicht tussen Europese staten
Vanaf 19e eeuw emancipatiebewegingen
Liberalisme: vrijheid individu, grondwet (gelijke rechten). Johan Rudolph Thorbecke schreef liberale nieuwe grondwet.
Nationalisme: een volk/staat vormt eenheid. Komt door, theorie Rousseau (algemene wil), Napoleon met overal hetzelfde bestuur en de romantiek waarbij er belangstelling was voor tradities, cultuur, volkeren.
Socialisme: gelijkheid macht en inkomen. Opkomen voor zwakkeren. Vooral na industriële revolutie.
Communisme: arbeiders moesten macht grijpen via revolutie om gelijkheid te eisen.
Anarchisme: revolutie voor einde kapitalisme en machtsverhoudingen
Feminisme: gelijke rechten tussen man en vrouw
Conservatisme: geen verandering → tradities behouden
Confessionalisme: Bijbel en christelijk geloof uitgangspunt politieke denkbeelden.
Sociale kwestie
Fabrieksarbeiders werkten onder slechte omstandigheden voor een laag loon.