Geschiedenis - Verlichting - 6VWO

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/12

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

13 Terms

1
New cards

Wetenschappelijke revolutie

Mensen gingen zelfstandig nadenken, observeren en redeneren. Vanaf 16e/17e eeuw.

2
New cards

4 historische ontwikkelingen omtrend 16e/17e eeuw

  • Ontdekkingsreizen zorgden voor nieuw wereldbeeld (uit de Bijbel klopt niet)

  • Hernieuwde interesse voor literatuur uit de tijd van Grieken en Romeinen. Mens staat centraal = humanisme.

  • Veel discussie over hoe kennis te vergaren: rationalisme (logisch redeneren) en empirisme (zintuiglijk waarnemen)

  • Kruisbestuiving ambacht en wetenschap door maken onderzoeksinstrumenten

3
New cards

Verlichting

Periode waarin geleerden aspecten van de samenleving ter discussie stelden.

4
New cards

Vooruitgangsgedachte

Door redelijk denken is vooruitgang mogelijk. Dit kwam veel voor in onderwijs → verspreiding kennis biedt weerstand van misvattingen en bijgeloof.

5
New cards

Verlichte denkers

  • John Locke: natuurrecht (alle mensen hebben recht op vrijheid, bezit en leven) en sociaal contract (burgers zijn een gemeenschap en volgen dezelfde wetten)

  • Jean-Jacques Rousseau: gebruikte ook natuurrecht en sociaal contract, maar dit bevatte ook de algemene wil (wetten moesten volgens hoe burgers het wilde). Ook volkssoevereiniteit (volk grootste macht)

  • Montesquieu: scheiding der machten

  • Adam Smith: minder staatsinvloed op economie (vraag en aanbod)

6
New cards

Basisideëen verlichters

  • rationalisme

  • gelijkheid: geen standen tussen mannen boven 18

  • vrijheid

  • onwetendheid verminderen door kennis te verbreden

7
New cards

Verlicht absolutisme

  • vorsten hadden in de tijd absolute macht en droit divin, maar door de verlichting te steunen kregen ze meer steun van volk

  • Algemeen belang dienen door verlicht te besturen

8
New cards

Amerikaanse revolutie

Amerika wilde meer inspraak en minder belasting. Dit lukte niet en koloniën werden onafhankelijk dmv committees of correspondence (verzetsacties). Ook Common Sense door Thomas Paine was hierbij belangrijk. Werd gerechtvaardigd door verlichtingsideëen.

9
New cards

Tijdlijn onafhankelijkheid VS van GB

  • 1773: Boston tea party

  • 1774: Intolerable acts (onderdrukking door Engelsen)

  • 1774: Eerste Continentaal Congres (boycot Britse goederen)

  • 1775-1783: oorlog Amerika vs Engeland

  • 1776: onafhankelijkheidsverklaring (rechten van de mens, grievances, handtekeningen)

  • 1783: vrede van Parijs (erkenning onafhankelijkheid)

  • 1789: ontstaan nieuwe Amerikaanse Republiek met grondwet

10
New cards

Franse Revolutie tijdbalk

  • 1789: Nationale Vergadering met verklaring van de rechten van de mens en burger

  • 1789: Bestorming Bastille

  • 1791: nieuwe grondwet (constitutionele monarchie)

  • 1792-1799: periode van Terreur → onder leiding van Robespierre en Jakobijnen. Elke tegenstander vermoord door guillotine.

  • 1792: onthoofding koning XVI en vrouw Marie-Antoinette

  • 1799: Napoleon aan de macht. Code penal (code Napoleon) → burgers voor wet gelijk, burgers vrijheid, logische rechtspraak.

  • 1813: Napoleon verslagen en verbannen naar Elba

  • 1815: Europese vorsten willen herstel (Restauratie) als Napoleon definitief verslagen

11
New cards

Congres van Wenen

2 manieren om orde te scheppen:

  • herstellen monarchie → speciale rechten voor adel en kerk (geen democratische grondwet)

  • stabiliteit Europa → machtsevenwicht tussen Europese staten

12
New cards

Vanaf 19e eeuw emancipatiebewegingen

  • Liberalisme: vrijheid individu, grondwet (gelijke rechten). Johan Rudolph Thorbecke schreef liberale nieuwe grondwet.

  • Nationalisme: een volk/staat vormt eenheid. Komt door, theorie Rousseau (algemene wil), Napoleon met overal hetzelfde bestuur en de romantiek waarbij er belangstelling was voor tradities, cultuur, volkeren.

  • Socialisme: gelijkheid macht en inkomen. Opkomen voor zwakkeren. Vooral na industriële revolutie.

  • Communisme: arbeiders moesten macht grijpen via revolutie om gelijkheid te eisen.

  • Anarchisme: revolutie voor einde kapitalisme en machtsverhoudingen

  • Feminisme: gelijke rechten tussen man en vrouw

  • Conservatisme: geen verandering → tradities behouden

  • Confessionalisme: Bijbel en christelijk geloof uitgangspunt politieke denkbeelden.

13
New cards

Sociale kwestie

Fabrieksarbeiders werkten onder slechte omstandigheden voor een laag loon.