1/190
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
l'adrénaline
de adrenaline
une aventure
eeb avontuur
une compétition
een competitie
la détente
de ontspanning
une équipe
een ploeg, een team
une expérience
een ervaring
une piste
een piste
un risque
een risico
une salle de sport
een sportzaal
fatigant(e)
vermoeiend
physique
fysiek
préféré(e)
lievelings-
sportif / sportive
sportief
tranquille
rustig
courir
lopen
découvrir
ontdekken
faire du / de la / de l' + sport
(aan sport) doen
jouer au / à la / à l' + sport de ballon
(balsport) spelen
pratiquer le / la (+sport)
een sport beoefenen
à la portée de tous
voor iedereen
à l'extérieur
buiten
à l'intérieur
binnen
l'athlétisme
atletiek
le badminton
badminton
le basketball
basketbal
le beachvolley
beach volley
la course de haies
hordes lopen
le cyclisme
wielrennen
l'équitation
paardrijden
l'escalade
muurklimmen
le football
voetbal
le golf
golf
le handball
handbal
le judo
judo
le kayaking
kayaking
la marche
wandelen
la natation
zwemmen
le rugby
rugby
le saut à la perche
polstokhoogspringen
le saut en hauteur
hoogspringen
le ski
skiën
le tennis
tennis
le tir à l'arc
boogschieten
le volleyball
volleybal
un adepte / une adepte
een aanhanger, een fan
un athlète / une athlète
een atleet / een atlete
le danger
het gevaar
un entrainement
een training
une excitation
een opwinding
une falaise
een klif
une hormone
een hormoon
un snowboard / une planche à neige
een snowboard
un plongeon (de haut vol)
een duik (van grote hoogte)
un saut
een sprong
discipliné(e)
gedisciplineerd
extrême
extreem
grandiose
grandioos, groots
avertir
waarschuwen
maitriser
beheersen
ressentir
voelen, ondervinden
s'elancer de
zich storten van
courir des risques
risico's lopen
être acro à
verslaafd zijn aan
repousser ses limites
zijn grenzen verleggen
une angoisse
een angst
une anxiété
een angst
une araignée
een spin
un ascenseur
een lift
un atterrissage
een landing
une crise cardiaque
een hartaanval
un décollage
een opstijging
l'évanouissement
het flauwvallen
une foule
een menigte, een massa
un mal de ventre
buikpijn
une palpitation
een hartklopping
une perte de mémoire
een geheugenverlies
le rougissement
het rood worden, het blozen
la sueur
het zweet
un symptôme
een symptoom
un tremblement
een trilling, het bibberen
un vertige
een duizeling
le vomissement
het overgeven, het braken
cognitif, cognitive
cognitief, op kennis gericht
comportemental(e)
gedrags-, van het gedrag
incontrôlable
oncontroleerbaar
incurable
ongeneeslijk
irrationnel, irrationnelle
irrationeel
obsessionnel, obsessionnelle
obsessief
permanent(e)
voortdurend
rationnel, rationnelle
rationeel
redouté(e)
gevreesd
contrôler
controleren, onder controle houden
craindre
vrezen
perturber
(ver)storen
raisonner
redeneren
rougir
rood worden, blozen
s'evanouir
flauwvallen
souffrir de
lijden aan
trembler
trillen, bibberen
vomir
overgeven, braken