1/210
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Culturele diensten
Genoegens die mensen putten uit ecosystemen door geestelijke verrijking (esthetische waarden).
Ondersteunende diensten
Diensten die noodzakelijk zijn voor de productie van alle overige ecosyteemdiensten (biomassaproductie, productie van atmosferische zuurstof, waterkringloop)
Waarom verdwijnen stikstof-arme standplaatsen?
Door luchtverontreiniging onder invloed van intensieve landbouw slaat stikstof uit de lucht neer
Bufferfunctie bodem
Het reguleren van de chemische omstandigheden in het bodemvocht en neerwaarts bewegend water.
Regeneratie-functie bodem
Vrijmaken van nutriënten en water bij de afbraak van resten van planten/dieren/afvalstoffen.
Filterfunctie bodem
Bodem als filter van neerwaarts bewegend water.
Wat is een gevolg van versnelde oppervlakkige afvoer van regenwater?
Leidt tot minder opslag van water in het bodemprofiel en grondwater, waardoor de grondwaterstand lager staat (veen kan gaan oxideren).
Wat kan een gevolg zijn van ontwatering?
Door ontwatering wordt de bodem droog. Een droge bodem heeft een betere draagkracht dan een natte bodem.
Waarom zijn sterk kleihoudende gronden moeilijk te bewerken?
Een droge kleigrond verkruimelt niet door ploegen (grote cohesie tussen kleideeltjes).
Een natte kleigrond is plastisch en versmeert waardoor grote kluiten ontstaan.
Inzijging
Door het onttrekken van water uit diepe lagen ontstaat een stijghoogteverschil -> ondiep water verplaatst zich door de tussenliggende slechtere watervoerende pakketten naar een dieper watervoerend pakket.
Kwel
In een dieper watervoerend pakket kan een overdruk aanwezig zijn t.o.v. een ondieper watervoerend pakket -> water beweegt tegen de zwaartekracht omhoog door de slechtdoorlatende laag.
Hoe worden opgeloste stoffen in water verspreid?
Stoffen die oplossen in water spoelen uit en worden in de bodem meegevoerd met de waterstroom. Als de stoffen in het grondwater komen vindt verdere verspreiding plaats.
Hoe is de oceanische korst ontstaan?
Waar magma van grote diepte opstijgt wordt nieuwe korst gevormd. De door stolling ontstane korst drijft uiteen.
Oceanische korst (kenmerken)
5-10 km dik, rijk aan ijzer en magnesium, arm aan kwarts, basalt.
Continentale korst (kenmerken)
5-50 km dik, rijk aan kwarts, arm aan ijzer en magnesium (vandaar lichtere kleur), graniet
Toevoerdiensten
Producten die uit ecosystemen worden verkregen (voedsel, zoet water)
Regulerende diensten
Voordelen die worden verkregen uit de regulering van ecosysteemprocessen (regulering van klimaat en water)
Stollingsgesteenten
Gesteenten die ontstaan na stolling van magma.
Sedimentgesteenten
Door verwering en erosie aan het aardoppervlak ontstaan nieuwe gesteenten.
Metamorfe gesteenten
Gesteenten die diep in de aardkorst onder hoge druk staan en aan hoge temperaturen worden blootgesteld.
Dieptegesteenten
Intrusie van magma -> langzame afkoeling -> gesteenten ontstaan.
- alle mineralen even groot en zichtbaar.
- geen holtes in gesteente.
3 voorbeelden van dieptegesteenten
Graniet, dioriet, gabbro.
Vulkanische gesteenten
Intrusie van magma tot aan het aardoppervlak -> snelle afkoeling -> vulkaan ontstaat.
- amorf (geen zichtbare mineralen).
- fenokristen aanwezig.
- holtes in het gesteente door gassen.
3 voorbeelden van vulkanische gesteenten
Rhyoliet, andesiet, basalt.
Fenokristen
De eerstgevormde kristallen na stolling van magma, gevormd vóór de vulkaanuitbarsting (vulkanisch gesteente).
Fysische verwering
Mechanisch proces (uiteenrukken van gesteenten door ijsvorming of wortelgroei)
Chemische verwering
Proces waarbij elementen met elkaar reageren (oplossen van kalksteen door zure regen, vorming van roest).
Erosie
Door water, wind, ijs en de zwaartekracht kunnen verweringsproducten worden verplaatst.
Klastische sedimenten
Bestaan uit vaste fragmenten van gesteenten, zoals brokjes steen en delen van mineralen (niet verkit).
Biochemische sedimenten
Worden gevormd door biochemische processen (schelpdieren vormen kalkskeletten door opname van kalk -> als zij doodgaan zakken ze naar de bodem waar de kalkskeletten grote sedimentlagen vormen).
Hoe vindt verkitting plaats?
In grondwater opgeloste stoffen, zoals kalk/ijzer/silicium, slaan neer tussen de korrels van sediment -> vast gesteente ontstaat.
Waarom heeft zandsteen een gele of rode kleur?
Door verkitting met ijzeroxiden.
Waarom kan gesteente een grijs-blauwe kleur hebben?
Door verkitting met klei.
Hoe noem je klei als het verkit is?
Schalie
Hoe noem je zand als het verkit is?
Zandsteen
Hoe noem je grind als het verkit is?
Conglomeraat
Metamorfose
Onder invloed van een hoge druk en temperatuur raken gesteenten in een instabiele toestand -> elementen vormen nieuwe, stabiele mineralen die aangepast zijn aan de nieuwe omstandigheden.
Tot welk soort mineralen worden kleimineralen gemetamorfoseerd?
Mica's
Mica's
Mineralen die bestaan uit dunne gestapelde plaatjes, loodrecht op de drukrichting.
Schisteus gesteente
Gesteente dat goed in 1 bepaalde richting splijt.
Kenmerkende mineralen/gesteenten voor zwakke metamorfose
Mica's, leisteen.
Kenmerkende mineralen/gesteenten voor sterke metamorfose
Veldspaten en donkere mineralen, gneis
Marmer
Gerekristalliseerd zandsteen, niet schisteus.
Bodemvorming
Vorm van erosie dat vanaf het oppervlak naar beneden plaatsvindt.
Wat is de drijvende kracht achter bewegingen van de aardkorst?
Convectiestromen onder de aardkorst; opwellende stromen brengen warm mantelmateriaal naar de oppervlakte waar afkoeling plaatsvindt -> mantelmateriaal koelt af, wordt zwaarder en zinkt weer naar de diepte.
Mid-oceanische rug
Onderzeese bergketen, gevormd door opstijgend magma ter plaatse van uiteendrijvende oceanische aardkorsten.
Diepzeetrog
Aardkorstplaten drijven tegen elkaar en de zwaarste plaat duikt onder de andere -> bij het wegzakken ontstaat tussen de platen een diepe kloof; diepzeetrog.
Gebergtevorming
Als een oceanische en continentale plaat botsen wordt de zwaardere oceanische plaat naar beneden geduwd en de rand van de continentale plaat in elkaar gedrukt -> gebergte ontstaat
Vulkanisme door gebergtevorming
Als de oceanische plaat wegzakt (gebergtevorming) gaat de temperatuur van het gesteente omhoog waardoor het gedeeltelijk wegsmelt. Dit nieuw gevormd magma stijgt op langs zwaktezones in de korst, waardoor vulkanisme optreedt.
Waarom komt vulkanisme vrijwel niet voor bij botsing van twee continentale platen?
Bij twee continentale platen is het moeilijker om platen onder te duwen omdat ze dezelfde kenmerken hebben; er vindt dus geen temperatuurverhoging van gesteente plaats en dus ook geen smelt.
Schild
Het oudste deel van de aardkorst, zeer star en kristallijn.
Plooiing
Een gesteentepakket wordt gedeformeerd tot gebogen vormen zonder breuken. Gesteente moet voldoende plastisch zijn.
Anticlinaal
Omhoog gebogen vorm in een plooi.
Synclinaal
Omlaag gebogen vorm in een plooi.
Breuk
Vlak waarlangs een verschuiving heeft plaatsgevonden, gesteente is onvoldoende plastisch.
Diaklaas
Barst in gesteente waarlangs geen verschuiving heeft plaatsgevonden; netwerk van barsten die elkaar kunnen snijden.
Hoe ontstaat dun-vloeibaar magma? (basaltisch vulkanisme)
Ontstaat door gedeeltelijke opsmelting van vast mantelmateriaal; mogelijk wanneer rek in de aardkorst de opstijging van magma uit de mantel naar het oppervlak mogelijk maakt.
Schildvulkaan
Zeer brede basis, geringe hellingshoek, zelden explosief
Slakkenkegels
Flodders vloeibaar magma worden uitgeworpen en stollen in de lucht tot grillige, poreuze brokken steen (kegelvormig vulkaanlichaam).
Andesitisch magma (andesitisch vulkanisme)
Gas kan minder makkelijk ontsnappen -> heftigere erupties.
3 verschijnselen die kunnen optreden bij andesitisch vulkanisme
1. bij lage gasdruk vloeien lavastromen uit, bij hoge gasdruk wordt veel pyroclastica uitgeworpen; resulterend gesteente is andesiet.
2. als een kratermeer wordt uitgeworpen, als de eruptie op een besneeuwde vulkaan plaatsvindt, of als zware regenbuien optreden, kunnen vulkanische modderstromen voorkomen.
3. vorming van pyroclastische stromen (mengsel van hete gassen en fijne gasdeeltjes).
Stratovulkaan
Fraaie kegelvorm, lichte concave helling
Rhyolitisch magma (rhyolitisch vulkanisme)
Zuur en viskeus magma, gas kan moeilijk ontsnappen.
2 verschijnselen die kunnen optreden bij rhyolitisch vulkanisme
1. als de gasdruk niet te hoog is, stolt het magma in de kraterpijp en ontstaat er een dome (koepelvormige uitstulping).
2. als de gasdruk hoog is, kan de gehele magmakamer explosief worden geleegd waarbij gasrijk pyroclastisch materiaal over de omgeving verspreidt; ook ontstaat een caldera (grote holte onder het vulkaanlichaam waarin de hele kegel wegzakt).
Waarom zijn in vulkanische gebieden de gronden zeer vruchtbaar?
Vulkanisch as bevat veel plantenvoedende stoffen die makkelijk vrij kunnen komen.
Erosieve zone
Netto erosie is groter dan de sedimentatie. V-vormige dalen, hard gesteente.
Transportzone
Overgangszone waarin erosie en sedimentatie in evenwicht zijn.
Accumulatiezone
Alluviale vlakte (los sediment afgezet door rivieren) waarin sedimentatie overheerst.
Waardoor wordt verticale erosie veroorzaakt?
Wordt veroorzaakt door de uitslijpende werking van meegevoerd sediment (schoon water erodeert nauwelijks).
Denudatie
Het samenspel van verwering, erosie en hellingprocessen die voor ontbloting van het gesteente zorgen.
Vlechtende rivieren
Vertonen meerdere ondiepe geulen, gescheiden door grindbanken met weinig bochten.
Meanderende rivieren
Rivier loopt in 1 diepe stroomgeul, vormt grote lussen met bochten van 180 graden.
Verval
Absolute hoogteverschil tussen twee punten langs de rivier.
Verhang/gradiënt
Hoogteverschil per lengte-eenheid.
Wat is het ideale lengteprofiel van een rivier?
Concaaf verloop; verhang wordt steeds kleiner.
Erosiebasis
Het eindpunt tot waar een rivier een landschap kan eroderen.
Wat zijn de twee functies van een rivier?
1. Afvoer van water.
2. Afvoer van erosieproducten.
In wat voor gebieden komen voornamelijk vlechtende rivieren voor?
Droge gebieden met weinig vegetatie; grond wordt niet beschermd tegen oppervlakkige afspoeling waardoor veel erosiemateriaal naar de rivier wordt gevoerd.
Hoe ontstaan vlechtende rivieren?
Rivier verstopt zijn eigen geulen door het transporteren van sediment en gaat om de barrière heen stromen -> nieuwe geul wordt gevormd, die ook weer verstopt raakt.
Hoe ontstaan meanderende rivieren?
Worden gevormd bij regelmatige afvoer van water en aanvoer van fijn sediment.
Progressieve sortering
Grofste componenten worden het langzaamst getransporteerd. Door botsingen met andere deeltjes worden de grofste componenten kleiner en afgeronder.
Waardoor verplaatsen meanderlussen zich steeds verder naar buiten?
In de buitenbocht van de rivier vindt erosie plaats en in de binnenbocht vindt sedimentatie plaats.
Waarom ligt er naast een stroomgeul van een meanderende rivier vaak een zandvlakte?
Als de rivier buiten zijn oevers treedt neemt de stroomsnelheid af en kan de zandfractie bezinken, waardoor een lage wal naast de geul gevormd wordt. Dit wordt een oeverwal genoemd.
Hoe ontstaan de kommen?
Ver van de geul blijft het water tot lange tijd na overstroming staan (stroomsnelheid is 0), waardoor de kleifractie kan bezinken en een dik kleipakket ontstaat.
Waarom is in oude verlaten rivierloper het verschil tussen oeverwallen en geulen vervaagd?
Oude geulen worden opgevuld met nieuw sediment terwijl in de hogere delen (oeverwallen) erosie optreedt.
Hoefijzermeer
Erosie in de buitenbocht leidt tot afsnijding van een meanderbocht.
Sedimentwaaier
Een oeverwal breekt bij hoge waterstand plotseling door, achter de doorbraak ontstaat een sedimentwaaier.
Puinwaaier
Komen voor op plaatsen waar bergstromen in een breed, vlak dal uitmonden. Door de vermindering van gradiënt kan de rivier niet al het sediment afvoeren en verstopt zijn eigen bedding met grind en probeert eromheen te stromen.
Waarom worden komgronden als grasland gebruikt?
Komgronden bestaan uit zware klei.
- klei bij natte omstandigheden: slecht waterdoorlatend, moeilijk bewerkbaar.
- klei bij droge omstandigheden: grond wordt zeer hard en krimpscheuren ontstaan.
Hoe ontstaan rivierterrassen?
In koude perioden is er geen vegetatie, veel erosiemateriaal wordt vervoerd -> in warme perioden is er wel vegetatie, rivier gaat insnijden -> door stijging van de zeespiegel of tektonische opheffingen kan terrasvorming optreden.
Horsten en slenken
Horst = zones die hoger liggen na tektonische beweging.
Slenk = zones die sneller dalen dan omliggende gebieden na tektonische beweging.
Firn
Bestaat uit zwak samengedrukte sneeuw, die bolletjes ijs vormen waar nog lucht tussen zicht.
Landijskappen
Als het klimaat zo koud wordt dat er op de polen grote massa's sneeuw ophopen en er dikke pakketten ijs ontstaan = permanente ijslagen.
Glaciale erosie
Fysisch proces van schuren en slijpen (= abrasie) waarbij gesteentedeeltjes worden vrijgemaakt.
Wat is een verschil tussen fluviatiele erosie en glaciale erosie?
Gletsjers eroderen U-vormige dalen en kunnen ook hellingopwaarts stromen.
Fluviatiele erosie zorgt voor V-vormige dalen en er is geen hellingopwaartse stroming.
Cirques
Komvormige erosie-bekkens met een steile achterwand.
Horn
Op de plaats waar uitgesleten achterwanden (cirques) elkaar raken ontstaat een puntige bergtop.
Grondmorenen
Afzettingen die direct door ijs zijn afgezet; stenen, zand, klei, silt. Zijn door abrasie in het ijs gekomen en onder de gletsjer afgezet.
Zijmorenen
Afzettingen die direct door ijs zijn afgezet; ontstaan door puin dat van de dalwanden op de zijkanten van de gletsjer valt.
Eindmorene
Afzettingen die direct door ijs zijn afgezet; ontstaat aan het eind van de gletsjertong waar het ijs afsmelt en het puin wordt afgezet.