Looks like no one added any tags here yet for you.
mesurer
meten, lang zijn / lang zijn, meten
en tissu
van stof
mamie
oma
interdit (interdire)
verboden (verbieden)
Ă partir de
vanaf
assez
nogal
il dit (dire)
hij zegt (zeggen)
le propriétaire
de eigenaar
au moins
ten minste
les poils (m)
de vacht
hésiter
twijfelen
la patte
de poot
jâai vu (voir)
ik heb gezien (zien)
la queue
de staart
lâaffiche (f)
de poster
le corps
het lichaam
jeune
jong
le collier
de halsband
bouclé
gekruld
moyen, moyenne
gemiddeld
décrire
beschrijven
la personne
de persoon
lâobjet (m)
het voorwerp
le bĂątiment
het gebouw
le truc
het ding
la différence
het verschil
en bois
van hout
en plastique
van plastic
en métal
van metaal
lourd
zwaar
léger, légÚre
licht
les cheveux (m)
de haren
les yeux (m)
de ogen
la bouche
de mond
la peau
de huid
la forme
de vorm
rond
rond
carré
vierkant
la taille
de maat
lâendroit (m)
de plaats
lâhistoire (f)
het verhaal
elle voit (voir)
zij ziet (zien)
bizarre
vreemd
ne (âŠ) personne
niemand
décider
beslissen
le personnage principal
de hoofdpersoon
le danger
het gevaar
mauvais
slecht
recommander
aanraden
amusant
grappig
la vie
het leven
lâamitiĂ© (f)
de vriendschap
possible
mogelijk
impossible
onmogelijk
le placard
de kast
il entend (entendre)
hij hoort (horen)
le bruit
het geluid
lâaccident (m)
het ongeluk
grave
ernstig
la fin
het einde
aucun
geen enkel