HOOFDSTUK 8 - DEUTEROSTOMIA

deuterostomia

• hemichordata

• echinodermata

• chordata

hemichordata — kenmerken & onderverdeling

• = kraagdragers

  ‎

• onderverdeling;

  • enteropneusta = “eikelwormen”

  • pterobranchia = “vleugelkieuwigen”

  ‎

• kenmerken;

  • lichaam in 3 delen

  • enkele soorten hebben primitieve neuraalbuis

  • filtervoeders

    • eikelwormen; farynx met kieuwspleten

    • vleugelkieuwigen; tentakels

enteropneusta = “eikelwormen”

• lichaam in 3 delen;

  • prosoom = soort gespierde en gecilieerde ‘proboscis’, maar ≠ farynx → voor voortbeweging en voedsel grijpen (deposit- en detrituseters)

  • mesosoom = kraag

  • metasoom: bevat farynx met kieuwspleten, spijsverteringsstelsel, gonaden mond op overgang tussen pro- en mesosoom

pterobranchia = “vleugelkieuwigen”

• koloniale filtervoeders, kolonie ontstaat door knopvorming uit 1 individu

  ‎

• lichaamsdelen gemodificeerd;

  • prosoom = musculair schild voor voortbeweging en vorming van coenecium

  • mesosoom draagt tentakelarmen voor filtervoeding

  • metasoom draagt achteraan steel waarmee individuen aan elkaar of aan stolonen vasthangen

echinodermata — kenmerken

• = stekelhuidigen

  ‎

• kenmerken;

  • inwendige stekels van kalk

  • pentaradiaal

  • marien

  • sessiele of traag bewegende dieren

  • watervatensysteem; netwerk van hydraulische kanaaltjes monden uit;

    • interne zijde; madreporietplaat

    • uiteinden; ambulacraalvoetjes

chordata — kenmerken (5)

• chorda dorsalis = notochord

• dorsale holle neuraalbuis

• faryngeale spleten

• faryngeaal endostyl

• gespierde post-anale staart

chordata — (apomorfe) kenmerken

chordata — onderverdeling

• cephalochordata = lancetvisjes

• urochordata = manteldieren

• vertebrata = gewervelden

cephalochordata = lancetvisjes

• mesvormig lichaam, tot 5 cm

• vrijzwemmende larven met alle chordatenkenmerken

  • beperkte zwemcapaciteit met gesegmenteerde spieren

  • elastische notochord zorgt voor tegenspanning

  • spieren ontstaan uit gesegmenteerde somieten langsheen notochord in embryo

  • opm; ze behouden deze gedurende hun hele leven

    ‎

• filter-/planktonvoeders

  • filtering door faryngeale spleten

• adulten graven zich in in zeebodem

urochordata = manteldieren

• larvale fase;

  • vrijzwemmend en planktonvoedend

  • bezit alle chordatenkenmerken

    ‎

• metamorfose;

  • larven settelen zich op oceaanbodem

  • notochord, neuraalbuis en staart verdwijnen

    ‎

• volwassen stadium;

  • omringd door tunica (vliezig omhulsel)

  • sessiele filtervoeder: waterinstroom doorheen inhalerende sifon over de geperforeerde farynx (filter), wateruitstoot door exhalerende sifon

  • ontstond pas na afsplitsing met andere chordaten (afgeleid kenmerk)

vertebrata = gewervelden

• zie powerpoint