Engels - examen Juni 2025

lijst voor examens juni

een haven

a harbour

hoogbouw, een appartementsbouw

a high-rise

een wolkenkrabber

a skyscraper

a place of interest, a landmark

een bezienswaardigheid

a public space

een openbare ruimte

a borough / a neighborhood / a district

een wijk / een buurt / een stadsdeel

a residential area

een woongebied

a suburb

een voorstad / een buitenwijk

the outskirts

de stadsrand

congestion

opstopping, overbelasting

the capacity

het vermogen

lively

levendig

bustling

bruisend

cosmopolitan

typisch voor een wereldstad

to have access to

toegang hebben tot

real estate

vastgoed

a resident

een inwoner, een bewoner

to pay rent

huurt betalen

a motive

een beweegreden

to flee

vluchten

persecution

vervolgen

oppression

onderdrukking

to exile

verbannen

a labour shortage

een tekort aan werkskrachten

famine

hongersnood

starvation

verhongering

to settle

zich vestigen

a settler

een kolonist

a settlement

een nederzetting

to practice a religion

een geloof belijden

a population

een bevolking

a census

een volkstelling

a minority ←→ a majority

een minderheid ←→ een meerderheid

a melting pot

een smeltkroes

to seek asylum/refuge

asiel aanvragen

to grant asylum/refuge

asiel verlenen

ethnicity

herkomst, afkomst

an ethnic minority

een etnische minderheid

to co-exist

samenleven

tension

spanning

tolerance ←→ bigotry

verdraagzaamheid ←→ bekrompenheid

reluctance

terughoudenheid

resentment

afkeer, afgunst

hospitality

gastvrijheid

xenophobia

vreemdelingenangst, haat

to allow ←→ to deny

toelaten ←→ weigeren

to support ←→ to oppose

ondersteunen ←→ zich verzetten tegen

to keep out

buitenhouden

to deport

deporteren

to run a business

een bedrijf leiden

to hire ←→ to lay off

aannemen ←→ ontslaan

demand ←→ supply

vraag ←→ aanbod

a job market

arbeidsmarkt

employment ←→ unemployment

werkgelegenheid ←→ werkloosheid

a workforce

beroepsbevolking

welfare

een uitkering

to manufacture

produceren, vervaardigen

a manufacturing job

fabrieksbaan

manufactured goods

verwerkte productren

trading goods

handelswaar

industry, industrial

industrie, industrieel

agriculture

landbiouw, argrarisch

business-oriented

bedrijfsgericht

a sharing economy

een deeleconomie

income ←→ expenses

inkomsten ←→ uitgaven

a profit, profitable

een winst, winstgevend

revenue

omzet

an excess, excessive

een overmaat

an investor

een investeerder

a capital

een kapitaal

to take a loan from

geld lenen van

to lend money to

geld lenen aan

an interest rate

een rentevoet

to accumulate debt

schulden opstappelen

bankruptcy

faillissement

to go bankrupt

failliet gaan

to file for bankruptcy

het faillissement aanvragen

a stock exchange

een aandelenbeurs

a share

een aandeel

a shareholder

een aandeelhouder

a financial market

een financiële markt

a currency

een munteenheid

the cost of living

de kosten voor levensonderhoud

to make a buck

geld verdienen

to be loaded

rijk zijn

a ballpark figure

een ruwe schatting

a boarded-up window

een dichtgetimmerde ruit

a breeding ground (for)

een voedingsbodem (voor)

a congregation

een kerkgemeenschap

a split second

een fractie van een seconde

a tribe

een volksstam

indigenous

inheems, oorspronkelijk

scattered

verspreid, versnipperd

for the sake of

in het belang van, met het oog op

to break the bank

(te) veel kosten

to grant independence (to)

onafhankelijkheid schenken (aan)

to pay the price (of)

de prijs betalen (voor), boeten (voor)

to rule with an iron fist

met harde hand regeren

to weather the storm

de storm doorstaan

to astonish

verbazen