1/30
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Statines indicaties
HMGCoA reductase inhibitoren
- primaire preventie: na MI, CVA, TIA, vaatlijden, effectiviteit op vermindering van cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit is bewezen
- primaire preventie enkel bij zeer hoog risico
Fibraten
agonisten van PPAR-α (Peroxisome Proliferator-Activated Receptor-alpha) receptoren
Hypertriglyceridemie: bij falen dieet
Ezetimibe
vermindert absorptie van cholesterol door transporter te inhiberen -> LDL cholesterol zal dalen in bloedbaan
- Bij intolerantie aan statines (monotherapie)
- Bij onvoldoende cholesteroldaling onder statines (combi)
Alirocumab
Evolocumab
PCSK9-inhibitoren
- In associatie met statine of ander hypolipemiërend middel
- Bij CI of intolerantie statine
statines wanneer innemen
Pravastatine en simvastatine worden bij voorkeur 's avonds ingenomen gezien de cholesterolsynthese vooral 's nachts gebeurt
Atorvastatine en rosuvastatine kunnen op gelijk welk moment van de dag worden ingenomen wegens lange werkingsduur
Met atorvastatine en simvastatine: geen pompelmoessap drinken (zie interacties)
Atorvastatine & simvastatine zijn CYP3A4 substraten, pompelmoessap is een CYP3A4 inhibitor
statines spiertoxiciteit
o Symptomen verdwijnen na stoppen statine. Tijd tot verdwijnen symptomen
varieert (van 1 - 6 maand).
o Verschillende opties, eenmaal symptomen verdwenen :
▪ Een lagere dosis van hetzelfde statine of een alternatief doseringsschema bv. om de andere dag of 1 à 2 keer per week
▪ Opstart van een ander statine:
• Pravastatine vertoont mogelijk minder spiertoxiciteit dan de andere statines.
▪ Niet-statine lipidenverlagende middelen zoals ezetimibe of anionenuitwisselaars kunnen toegevoegd worden indien nieuwe statine en/of nieuwe doseringsschema onvoldoende LDL-verlaging geeft.
▪ Indien nodig wordt statine weggelaten en wordt enkel niet-statine lipidenverlagende therapie toegediend.
bijwerkingen statines
- spiertoxiciteit (myalgie & myopathie)
- verhoogde incidentie van type 2 diabetes
- hoofdpijn en maag-darmlast vaak voor → vooral in begin van behandeling; neem dan in samen met voedsel
statine - nierinsufficientie
CI
-> plasmaconcentraties statine stijgen
-> risico op myopathie en rhabdomyolyse
lichtje branden, dosis aanpassing, opzoeken in commentaren
Overzicht doorverwijscriteria SPIERKLACHTEN BIJ STATINEGEBRUIKERS
- Roodbruine verkleuring urine
- Aanwezigheid klinisch relevante interactie met het statine
- Hooggedoseerd statine
- Risicopatiënten (hoge leeftijd, nierinsufficïentie, alcoholabusus)
- Ernstige/onverdraagbare spierpijn
PCSK9-inhibitoren gebruiksinstructies
Hoe?
Subcutane injectie: wordt aangeleerd door arts/verpleegkundige
In dij, buik of bovenarm
Elke keer een andere injectieplaats: verkleint de kans op pijn en zwelling -> dit is dan ook de voornaamste bijwerking
Wanneer?
• Meestal 1 x per 2 weken of 1 x per maand
Hemostase
= gecontroleerde + gelokaliseerde stolling ter hoogte van vaatletsel/schade
4 processen (simultaan & complex proces):
1. Vaatletsel met vorming van een plug (trombocytenaggregatie)
2. Stollingscascade
3. Controlemechanismen en terminatie
4. Fibrinolyse
witte vs rode trombus
• Witte trombus (= arteriële trombus)
- Vnl. bloedplaatjes
- Atherosclerose, MI, CVA
=> Antiaggregantia
• Rode trombus (=veneuze of cardiale trombus)
- Vnl. rode bloedcellen
- DVT, VKF, longembool, CVA
anti aggregantia indicaties
Secundaire preventie bij volgende patiëntgroepen:
- Stabiele angor
- Vroeger doorgemaakt AMI
- Vroeger doorgemaakt TIA of iCVA
- Perifere vaatlijden
- Vroegere coronaire of perifere angioplastie of revascularisatiechirugie
DOAC's
- Trombo-embolische (beroerte) preventie bij voorkamerfibrillatie
- Veneuze protectie: preventie + behandeling van diep veneuze trombose en longembolie
Vitamine K-antagonisten (VKA) indicaties
Zelfde indicaties als DOAC (echter VKA niet 1e keuze)
- Trombo-embolische preventie bij voorkamerfibrillatie
- Preventie en behandeling van diepe veneuze trombose en
longembolie
+ wanneer DOAC's gecontra-indiceerd zijn
- Trombo-embolische preventie bij patiënten met een mechanische kunsthartklep, matig tot ernstig mitralisklepstenose en/of ernstige nierinsufficiëntie
geneesmiddelen VKA
warfarine
fenprocoumon
accenocoumarol
geneesmiddelen DOAC's
dabigatran
apixaban
rivaroxaban
edoxaban
Laag moleculair gewichtsheparines (LMWH)
- Behandeling en secundaire preventie van diep veneuze trombose en longembool
- Primaire preventie van diepe veneuze trombose bij chirurgische ingrepen met matig tot ernstig risico van trombose (bv. majeure orthopedische chirurgie) of bij langdurige immobilisatie bij bedlegerige patiënten met een acute medische aandoening en hoog risico van trombo-embolie
- Ter vervanging van VKA tijdens de zwangerschap of bij ingrepen met hoog risico van bloeding (="bridging")
acetylsalicylzuur farmacologie
Acetylering van cyclo-oxygenase (COX-1) in de
trombocyt→remming vorming van tromboxaan A2
NB irreversiebele binding
P2Y12 receptor antagonisten
Thiënopyridines:
Clopidogrel
Prasugrel
Ticlopidine
Verhindert binding ADP (adenosine difosfaat) aan P2Y12-receptor op bloedplaatjes
NB irreversiebele binding
Met ticlopidine: ook hematologische toxiciteit
(dit komt ook voor met clopidogrel en prasugrel, maar minder dan met ticlopidine)
Reversibele P2Y12- receptorantagonisten:
Ticagrelor
Cangrelor
Verhindert binding ADP aan P2Y12 receptor op de bloedplaatjes
NB reversiebele binding
Dipyridamol
Remming fosfodiësterase met verhoging van cAMP en cGMP in de trombocyt
Remming heropname ADP
ook GI-klachten, hoofdpijn en hypotensie
Laag Moleculair Gewichtsheparines (LMWH)
Dalteparine
Enoxaparine
Nadroparine
Tinzaparine
Activatie van antitrombine waardoor inactivatie van factor Xa
Beperkte anti factor IIa activiteit
Vitamine K - antagonisten (VKA)
Acenocoumarol Fenprocoumon Warfarine
Remming van de productie van stollingsfactoren in de lever (factor II, VII, IX en X, proteïne-C en -S)
Directe orale anticoagulantia (DOAC)of Niet-vitamine K- antagonist orale anticoagulantia (NOAC)
Directe trombine inhibitor: Dabigatran
Remming van zowel het vrije als het fibrinegebonden trombine en de door trombocyten geïnduceerde plaatjesaggregatie
Factor Xa inhibitoren: ApixabanEdoxaban Rivaroxaban
Reversibele, directe en selectieve remming van stollingsfactor Xa
NSAID & DOAC
geen NSAID meegeven met een DOAC!!!
uitzondering
patiënt staat op DOAC voor hij hartinfarct doet -> stent plaatsen -> gedurende 12 maanden na stent ook aspirine bij geven => anticoagulans combineren met acetylsalicylzuur maar altijd beperkt in tijd = dual anti platelet therapie of triple antiplatelet therapie
AA + DOAC + VKA
te melden aan patiënt
Sneller bloeduitstortingen en blauwe plekken + wondjes stoppen minder snel met bloeden
Bloedneus is vervelend, maar is bijna altijd onschuldig.
Geef instructies aan patiënt wat te doen indien het (nog eens) optreedt:
- Blijf rustig
- Adem door de mond
- Ga niet liggen, blijf rechtop zitten met het hoofd licht naar voren gebogen
- Snuit de neus één keer goed uit
- Knijp de neus dicht gedurende >10 minuten
- Vermeld nadien aan arts/apotheker, zeker als het frequent optreedt
Bij grote blauwe plekken, bloed in de ontlasting of urine, of ineens zware hoofdpijn: contacteer direct uw arts
vermindert cardioprotectief effect van acetylsalicylzuur met sommige NSAID, waarom?
Aspirine = irreversibele COX-1 inhibitor → remming trombocytenaggregatie
NSAIDs = reversibele COX-1 inhibitoren → remming trombocytenaggregatie
acetylsalicylzuur innemen laag gedoseerd, onmiddelijk op COX 1 binden op bloedplaatjes -> dan bepaalt levensduur van bloedplaatje hoe lang het werkt
NSAID inhibeert ook COX maar reversibel
ibuprofen op COX1 op moment dat acetyl passeert dan kan acetyl niet op bloedplaatjes irreversibel binden
digoxine indicaties
• Ernstig hartfalen bij onvoldoende antwoord op andere middelen: -> Zeer beperkte plaats
• Voorkamerfibrillatie: om een snel ventriculair ritme te vertragen (= rate control) -> Ook beperkte plaats: bèta-blokkers, verapamil/diltiazem zijn te verkiezen
digoxine bijwerkingen
Nauwe therapeutisch-toxische marge!
• Tekenen van overdosering zijn:
o Gevoel van zwakte en onwel zijn
o Lusteloosheid, vermoeidheid
o Hoofdpijn, misselijkheid
o Wazig zien en door een gele waas zien
o Verwardheid
o Hartkloppingen
Meten van de plasmaconcentraties (zeker indien nierinsufficiëntie) = TDM => Bij ouderen: max. 0,125mg/dag
fondaparinux
synthetische, specifieke inhibitor van factor Xa
welke bijwerkingen statines vermelden aan de patiënt?
In het begin kunt u last krijgen van klachten in de maag of darm. Deze klachten zijn na een paar dagen weg. Ook kunt u spierpijn krijgen. Dit is meestal onschuldig. Krijgt u erge spierpijn? Ga dan naar uw arts. (apotheek.nl)