Pathalogie Hoofdstuk 8

Intrapleurale druk

druk in de pleuraholte die negatief is; hierdoor worden de longen de thorax gezogen

In het mediastinum liggen

Het hart, de grote bloedvaten, thymus, de trachea, de oesofagus en lymfeklieren.

Inspiratoire stridor

hoog piepende inademing

Sputum

opgehoest slijm

Dyspneu

kortademigheid of benauwdheid

Tachypneu

snelle ademhaling

hyperventilatie

snelle, diepe ademhaling

Hypoventilatie

trage, oppervlakkige ademhaling

Apneu

ademstilstand

hypopneu

belemmering van de ademhaling

Droge hoest

Explosieve uitademing zonder slijm

Productieve hoest

Explosieve ademhaling met slijm

Hemaptoe

bloed ophoesten

Neusvleugen

het opvallend spreiden van neusvleugels tijdens inademing

Cyanose

Blauwzucht

Wheezing

Continue, hoog fluitend of piepend geluid

Crepitaties

zijn explosieve, hoogtonige kentterende longgeluiden

Pleurawrijven

Krakend geluid dat klinkt als lopen in vers gevallen sneeuw

Rhonchi

Piepend, fluitend, brommend of zagend geluid.

Saturatie- of plusoximeter

Apparaatje voor het meten van saturatie.

Hypocapnie

te hoog CO2 gehalte in het bloed

Hypoxemie

Te laag O2 gehalte in het bloed.

Nucleair onderzoek

met behulp van een kleine hoeveelheid radioactieve stof wordt de glucosewisseling van cellen in beeld gebracht.

Bronchoscopie

Trachea en bronchiën

Laryngoscopie

Farynx, larynx en stembanden

Sinusscopie

bijholten

Spirometrie

Hierbij wordt onder andere gekeken naar de vitale capaciteit; maximale hoeveelheid lucht die de zorgvrager na volledige inademing kan uitademen.

Piekstroommeter

Meet de maximale luchtsnelheid bij geforceerde uitademing