1/48
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
stemhebbend
klinkers of medeklinkers waarbij de stembanden trillen: b d g v z ʒ ɣ m n ɱ ɲ ŋ l r w j
stemloos
klinkers of medeklinkers waarbij de stembanden niet trillen: p t k f s χ ʃ h
Occlusieven (plofklanken)
Ontstaan wanneer de mondholte even volledig wordt afgesloten. De lucht ontsnapt met een plof.
medeklinkers
[p t k b d g]
Nasalen
De mondholte wordt afgesloten, maar de neusholte blijft open.
medeklinkers
[m n ɱ ɲ ŋ]
Lateralen
De luchtstroom ontsnapt langs de zijkanten van de tong.
medeklinkers
[l]
Trilklanken
Ontstaan doordat één articulator tegen een andere trilt.
medeklinkers
[r ʀ]
uitleg
[r]: tongpunt tegen bovenste tandkas; [ʀ]: tongpunt tegen velum
Fricatieven
De mondholte wordt vernauwd en de luchtstroom wordt enkel gehinderd.
medeklinkers
[f v s z ʒ ʃ ɣ χ h]
Semivocalen
Hebben dezelfde articulatie als bepaalde klinkers, maar met een vernauwde luchtstroom.
medeklinkers
[w j]
Bilabiaal
De afsluiting of vernauwing vindt plaats tussen de lippen.
medeklinkers
[p b w m]
Dentaal
De tongpunt tegen de rand van de boventanden.
medeklinkers
[θ ð]
voorbeeld
Engels: thing, three – then, other
Labiodentaal
De onderlip tegen de boventanden.
medeklinkers
[f v]
Alveolair
De tongpunt komt in contact met de bovenste tandkas.
medeklinkers
[t d s z l r n]
Palataal
Tong tegen het hard verhemelte (palatum).
medeklinkers
[j ʒ ʃ ɲ]
Velair
Tong tegen het zacht verhemelte (velum).
medeklinkers
[k ɣ χ g ŋ ʀ]
Glottaal
De stembanden treden op als articulatoren.
medeklinkers
[h]
Assimilatie
Het fonetische proces waarbij een klank zich aan een andere klank in zijn omgeving aanpast.
Progressieve assimilatie
Een medeklinker past zich aan aan de eraan voorafgaande medeklinker.
voorbeeld
dekzeil: de z wordt uitgesproken als een s omdat de k er net voor staat.
Regressieve assimilatie
Een medeklinker past zich aan aan de erop volgende medeklinker.
voorbeeld
vaatdoek: de t valt in de uitspraak samen met de d die erop volgt.
Verwante medeklinkers
Occlusieven en fricatieven die alleen verschillen op gebied van stem: [b] – [p], [d] – [t], [g] – [k], [v] – [f], [z] – [s], [ʒ] – [ʃ], [ɣ] – [χ].
Assimilatie van stem
Op het einde van een Nederlands woord worden de stemhebbende verwante medeklinkers stemloos uitgesproken.
Assimilatie van plaats
De articulatieplaats van een medeklinker of een groep medeklinkers verandert onder invloed van de omgevende spraakklanken.
Fonemen
Kleinste klankeenheden die betekenis onderscheiden.
Minimale paren
Woorden die slechts in één klank verschillen maar iets anders betekenen (zoals kat – mat).
Morfemen
De kleinste vorm- en betekeniseenheden in een taal.
Samenstelling
Een combinatie van vrije morfemen (bv. rugzak, schooltas).
Afleiding
Een combinatie van een vrij morfeem en een gebonden morfeem (bv. gevaarlijk).
Morfologie
Opbouw van woorden.
Fonetiek / klankleer
Uitspraak en het overbrengen van klanken.
Fonologie
De opbouw van klanken en hun functie.
Syntaxis
Vormen van zinnen.
Tweeklanken / diftongen
Ze horen bij de klinkers en tijdens de uitspraak verandert de resonantieruimte (mond- en keelholte) van vorm, waardoor we in één klank twee klinkerkwaliteiten herkennen.
Consonanten / medeklinkers
Het spraakkanaal wordt vernauwd of helemaal afgesloten; er ontstaat onregelmatig geruis dat soms door stembandtrilling begeleid wordt. De mond-, keel- en neusholte fungeren als resonantieruimte. Ze worden bepaald door stemhebbendheid, articulatiewijze en articulatieplaats.