1/35
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Productievere landbouw oorzaken
meer land bebouwing (ontginningen) en ruimte voor akkers
drieslagstelsel (verdelen van verbouw en daardoor meer productie)
nieuwe technieken om grond te bewerken (ploeg)
Gevolgen productievere landbouw
Bevolkingsgroei
Specialisatie
Handel (ruil specialisatie goederen voor voedsel) en opkomst geld als ruilmiddelen
Voorbeelden stadsrechten
recht op zelfbestuur
rechtspraak zelf regelen
verdedigingsmuur bouwen
marktrecht
Plichten en rechten burgers van stad
betalen belasting
militaire steun bieden
burgers mochten wel ambacht uitoefenen
burgers mochten worden berecht
burgers konden in aanmerking komen voor een bestuursfunctie
Redenen voor Atrecht als economisch zwaartepunt
veel aanwezigheid kerk/bisschop → werkgelegenheid
grote vraag luxeproducten
bouwprojecten trokken werklieden
productieve landbouw (gespecialiseerd in schapenhouderij)
verkoop van laken (hoge kwaliteit)
Wat bepaalden gilden?
belangen van bepaalde groep ambachtslieden uitspreken
werkomstandigheden ambachtslieden
prijzen grondstoffen
hoogte van de lonen
Guldensporenslag
1302
het gemeen vs patriciërs (& Franse leger)
Belangrijke veldslag in de Vlaamse Strijd om onafhankelijkheid → geleidelijke veranderingen
Opkomst Brugge
Brugge had een strategische ligging ten opzichte van Atrecht, door de voordelige ligging aan het water. Ook ontstond de wisselbrief: grotere bedragen in omloop. Er ontstond een koopmansbeurs (handel wisselbrieven).
Moderne devotie
Ieder mens kon rechtstreeks contact hebben met God (zonder tussenkomst van de kerk)
begijnen (vrouwen in hofjes die wijden aan geloof)-
bedelorden (monniken en nonnen zonder enig bezit
Ook Bonum commune → algemeen belang van de stedelingen onafhankelijk van de kerk.
Leidde tot Reformatie: katholicisme, protestantisme (hervorming kerk bestaande uit lutheranisme en calvinisme)
1515 (+ gevolgen)
Karel V wordt vorst der Nederlanden. Meer centralisatie:
verhoogde belasting
ambtenarenapparaat voor innen belasting
centraal bestuur in Brussel voor alle Nederlandse gewesten
bepaald geloof (katholicisme → protestantse ideeën bestraft)
1555
Filips II volgt Karel V op (Filips is ook de koning van Spanje) en zet centralisatiepolitiek voort
1559
Mararetha van Parma wordt landsvoogdes, als Filips in Spanje gaat wonen.
1566
Verbond der Edelen en Beeldenstorm. Het smeekschrift wordt aangeboden voor minder strenge aanpak protestanten.
1567
Alva nieuwe landvoogd. Hij wordt ijzeren hertog genoemd. Hij richt bloedraad op en de Tiende Penning (hogere prijzen). Hierdoor meer aansluiting voor Willem van Oranje.
1578
Amsterdam sluit zich bij Opstand aan → laatste grote stad (deden het niet eerder vanwege handel.
1576
Spaanse Furie: plunderen en in brand steken van Antwerpen.
1579
Unie van Atrecht en Unie van Utrecht.
Atrecht = zuidelijke Nederlanden (Filips)
Utrecht = noordelijke Nederlanden + Gent en Antwerpen (wilden Opstand voortzetten)
1581
Acte van Verlatinghe: Noordelijke Nederlanden erkennen Filips niet meer als vorst
1584
Willem van Oranje vermoord (in 1580 vogelvrij verklaard)
1585
Antwerpen geplunderd door Spaanse soldaten: inwoners trekken naar Amsterdam met kennis & kapitaal (groei A’dam). Hierdoor koopmansbeurs in Amsterdam. A’dam werd een stapelmarkt.
1588
Ontstaan Republiek der Nederlanden: monarchie afgeschaft.
Oorzaken Opstand
Zelfstandigheid, ontsnappen katholieke overheersing en gewetensvrijheid ontvangen. Onder het regime van Filips II was dit onmogelijk.
Hoe zat de Republiek in elkaar (kenmerken)
Onafhankelijke staat
Zelfstandige gewesten
Bestuurt door regenten (patriciërs)
Staten-Generaal
Stadhouder
Raadspensionaris
Staten-Generaal
Landelijke bestuur van de Republiek met vertegenwoordigers uit alle gewesten.
Stadhouder
Belangrijk en invloedrijk persoon. Hij voerde het leger aan. De stadhouders waren vaak lid van het Oranjehuis.
Raadspensionaris
Adviseur vaak op financieel en economisch gebied.
Oorlogseconomie
Opbrengsten werden gebruikt om de strijd/oorlog te financieren. Dit kwam onder andere door de invloed van de stadhouder die in het leger wilde investeren.
1602
Oprichting VOC
verzwakken handelspositie Spanje
minder concurrentie binnen en buiten Nederland
Rond 1600-1650 onrust andere landen
In Duitse Rijk was de Dertigjarige Oorlog (1618-1648)
In Engeland en Frankrijk spanningen tussen vorst en adel
Hierdoor kon Nederland de wereldhandel beheersen en wordt de eeuw ook wel gouden eeuw genoemd.
Gevolgen van Gouden Eeuw
Arbeidsmigratie
Steden groeiden explosief
Kooplieden investeerden in economie (windmolens, droogmaken plassen, experimenteren met nieuwe gewassen) en in zichzelf (adelijke titels, stadspaleizen laten bouwen en lieten zich portretteren).
Er ontstond dus een burgercultuur
1643 & 1648
Lodewijk XIV aan de macht (43) → introduceerde absolutisme & mercantilisme
Einde Dertigjarige Oorlog Duitse Rijk (48)
Absolutisme en mercantilisme
Door Lodewijk XIV
Absolutisme: vorst heeft alle macht
Mercantilisme: rijkdom van een land gaat ten koste van een ander land → export bevorderen en import beperken.
Ook Engeland had mercantilisme
Gevolgen mercantilisme
Republiek wilde vrije handel en leed onder het beleid
Regenten trokken zich terug uit de economie
Onvrede onder burgers: profiteerden niet van gouden eeuw, maar leden onder de neergang
Conflict stadhouder en regentenklasse
Oranjegezinden (aanhangers van stadhouder) en staatsgezinden (aanhangers van regenten)
Onder Johan de Witt kwam er periode zonder stadhouder
1672
Rampjaar: oorlog met Frankrijk, Engeland en twee Duitse staten.
einde gouden eeuw
stadhouder aangesteld om leger aan te voeren
Engeland nam leidende positie over in wereldhandel
Gevolg Rampjaar
Oligarchie: regenten behielden hun macht