Aardrijkskunde Arm en Rijk - Begrippen H1 t/m H4

studied byStudied by 6 people
4.0(1)
Get a hint
Hint

afzetmarkt

1 / 99

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

100 Terms

1

afzetmarkt

Het aantal klanten dat producten wil kopen.

New cards
2

amerikanisering

De verbreiding van de Amerikaanse (westerse) cultuur over niet-westerse gebieden.

New cards
3

analfabetisme

Het percentage van de bevolking ouder dan 15 jaar dat niet kan lezen of schrijven.

New cards
4

arbeidsintensief

Bedrijf dat veel arbeid nodig heeft.

New cards
5

arbeidsmarkt

Het geheel van vraag en aanbod van arbeid.

New cards
6

arbeidsmigratie

De situatie waarbij mensen hun eigen woongebied verlaten om elders te gaan werken.

New cards
7

assemblagebedrijf

Bedrijf waarin halffabricaten worden verwerkt tot eindproduct. Heet in Mexico maquiladora.

New cards
8

beroepsbevolking

Mensen die betaald werk willen doen.

New cards
9

bevolkingsdiagram

Een grafiek waarin de bevolkingsopbouw wordt weergegeven. Piramide, granaat of urn(model).

New cards
10

bevolkingsdichtheid

Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer.

New cards
11

bevolkingsgroei

Toename of afname van de bevolking door geboorte, sterfte, emigratie en immigratie.

New cards
12

bevolkingsspreiding

De verdeling van mensen over een land of gebied.

New cards
13

bnp per inwoner

Het gemiddelde inkomen per inwoner, berekend door het bnp te delen door het aantal inwoners van een gebied.

New cards
14

bruto binnenlands product (bbp)

De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land in een jaar.

New cards
15

bruto nationaal product (bnp)

Totale productie van goederen en diensten in een land in een jaar, uitgedrukt in geld.

New cards
16

bruto regionaal product (brp)

De totale geldwaarde van alle goederen en diensten die een regio in een jaar produceert.

New cards
17

centrumland

Rijk, ontwikkeld land waarvan andere gebieden politiek en economisch afhankelijk zijn.

New cards
18

cirkelmigratie

Het heen en weer reizen van arbeidsmigranten tussen het herkomstgebied en het gebied waar men werk heeft.

New cards
19

communicatietechnologie

Moderne digitale technieken die een snelle, goedkope en overal toegankelijke uitwisseling van berichten mogelijk maken.

New cards
20

culturele globalisering

Proces waarbij er een grotere verwevenheid ontstaat tussen cultuurgebieden. Vooral het proces van amerikanisering speelt hierbij een rol.

New cards
21

cultuur

Alles wat is aangeleerd door een bepaalde groep op het gebied van taal, godsdienst, normen en waarden.

New cards
22

cultuurgebied

Gebied waar mensen met dezelfde cultuurelementen wonen.

New cards
23

de-industrialisatie

Afname van de productie en de werkgelegenheid in de industrie (onder andere door verplaatsing van het werk naar landen met lagere kosten en minder strenge wetgeving).

New cards
24

dekolonisatie

Periode (1945-1975) waarin de vroegere koloniën onafhankelijk worden.

New cards
25

demografische druk

Het niet-actieve deel van de bevolking (0-19 jaar en >65 jaar) uitgedrukt als percentage van de actieve bevolking (20-65 jaar).

New cards
26

demografische transitie

De gefaseerde overgang van een hoog geboorte- en sterftecijfer naar een laag geboorte- en sterftecijfer.

New cards
27

diffusie

De verspreiding van cultuurelementen van het ene naar het andere cultuurgebied.

New cards
28

Directe Buitenlandse Investeringen (DBI)

Investering van een buitenlandse investeerder in een bedrijf, die daardoor minimaal 10% van de aandelen/stemrecht binnen een bedrijf heeft, waardoor de investeerder invloed kan uitoefenen op (het management) van het bedrijf.

New cards
29

dubbelstad

Stad die uit twee aan elkaar gegroeide steden bestaat. De twee delen kunnen door een grens van elkaar zijn gescheiden.

New cards
30

ecologische draagkracht

Het vermogen van de natuur om de gevolgen van menselijk handelen op te vangen, zonder dat het natuurlijk evenwicht wordt verstoord.

New cards
31

economisch machtsblok

Gebied in de wereld dat economisch sterk is. Er wordt veel geproduceerd en er is een grote, koopkrachtige markt. Bijv. de EU of de USMCA/NAFTA.

New cards
32

economische globalisering

Het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden op economisch terrein toeneemt met name door de opkomst van mno's.

New cards
33

etnische spanning

Spanningen tussen twee of meer bevolkingsgroepen met een andere etniciteit.

New cards
34

exploitatiekolonie

Kolonie die door het moederland gebruikt wordt als wingewest. Ontwikkeling van de kolonie komt op de tweede plaats.

New cards
35

geldzending

Geld dat arbeidsmigranten naar het herkomstgebied sturen.

New cards
36

gemiddeld inkomen (bnp per inwoner)

Het totale inkomen van een land, gedeeld door het aantal inwoners.

New cards
37

global shift

Het verschuiven van het economische zwaartepunt in de wereld van het gebied rond de Atlantische Oceaan (Noord-Amerika + Europa) naar het gebied rond de Grote Oceaan (Azië).

New cards
38

globalisering

Proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden worden (mensen, goederen, geld en informatie).

New cards
39

godsdienst

Een levensbeschouwing die uitgaat van het bestaan van een of meer goden.

New cards
40

grensregio

Overgangsgebied tussen twee landen, dat vaak een eigen cultuur/identiteit ontwikkeld.

New cards
41

grijze druk

Verhouding tussen het aantal 65+ en de 20-64 jarige (=middenstuk).

New cards
42

groene druk

Druk van de groep van 0- tot 20-jarigen op het aantal 20- tot 65-jarigen.

New cards
43

Human Development Index (HDI-Index)

Indicator die door de VN wordt gebruikt om verschillen in ontwikkeling van landen te meten (ook wel VN-index).

New cards
44

identiteit

Kenmerken van een persoon of een groep mensen die ze onderscheidt van andere personen of groepen mensen.

New cards
45

Illegale migratie

Migratie waarbij de immigratiewetten van het bestemmingsland worden overtreden.

New cards
46

industrialisatie

De opkomst van industrie in een gebied waar eerst vooral aan landbouw werd gedaan.

New cards
47

informele sector

Banen die niet officieel staan geregistreerd en geen belasting betalen. Ook wel vluchtsector, scharreleconomie of verborgen economie.

New cards
48

inkomen

Hoeveelheid geld die iemand in een bepaalde periode ontvangt, bijvoorbeeld loon of een uitkering.

New cards
49

internationale arbeidsverdeling

De verdeling van het werk over verschillende landen.

New cards
50

kapitaalintensief

Als bij de productie naar verhouding meer gebruik wordt gemaakt van kapitaalgoederen dan van arbeid.

New cards
51

kettingmigratie

Vorm van volgmigratie die op gang wordt gebracht doordat eerdere migranten informatie sturen naar de achterblijvers.

New cards
52

koopkracht

De hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen.

New cards
53

leeftijdsopbouw

De verdeling van de bevolking over de verschillende leeftijdsklassen of cohorten.

New cards
54

liberalisering

Minder bemoeienis van de overheid met het bedrijfsleven, met als gevolg een betere marktwerking.

New cards
55

lingua franca

Taal die op grote schaal als voertaal wordt gebruikt door mensen met een verschillende moedertaal (= vaak Engels).

New cards
56

loonkosten

De totale kosten van het loon die betaald moeten worden om goederen of diensten te produceren.

New cards
57

maquiladora

Bedrijf waarin producten in elkaar gezet worden; heet in Mexico een Maquiladora (ook wel assemblagebedrijf).

New cards
58

megastad

Stad met meer dan 10 miljoen inwoners.

New cards
59

metropool

Heel grote stad die op mondiale schaal een rol van betekenis speelt op het gebied van economie, cultuur en politiek. Ook wel global city/wereldstad.

New cards
60

migratie

Verhuizing naar een ander land of gebied.

New cards
61

mondiaal netwerk

Wereldwijde, langdurige en georganiseerde contacten tussen mensen en bedrijven.

New cards
62

multiculturele samenleving

Het samenleven van mensen uit verschillende culturen.

New cards
63

multinationale onderneming (mno)

Groot bedrijf dat in meerdere landen fabrieken en kantoren heeft.

New cards
64

nieuwe internationale arbeidsverdeling

Veranderde verdeling van economische activiteiten over de landen van het wereldsysteem.

New cards
65

ontwikkelingskenmerk

Kenmerk waarmee je de armoede of de rijkdom in een land kunt meten.

New cards
66

ontwikkelingspeil

Het niveau van de rijkdom of de armoede in een land. Behalve inkomen ook of mensen in de basisbehoeften kunnen voorzien.

New cards
67

opkomend land/groeiland

Land dat nog niet echt ontwikkeld is, maar dat wel een snelle economische groei doormaakt.

New cards
68

periferie

De armste landen, die nog sterk agrarisch zijn en vooral grondstoffen uitvoeren. Afhankelijkheid, nadelinge handelsrelaties, gebrekkige technologie en lage productie.

New cards
69

politieke migratie

Migratie met als doel te vluchten voor oorlog, geweld of vervolging.

New cards
70

productieketen

De schakels waaruit het productieproces van goederen bestaat, van grondstof tot eindproduct.

New cards
71

pullfactor

Reden die een gebied aantrekkelijk maakt voor migranten. Heet ook aantrekkingsfactor.

New cards
72

pushfactor

Reden om te verhuizen uit een gebied. Heet ook afstotingsfactor.

New cards
73

regionale ongelijkheid

Grote en ongewenste verschillen in ontwikkeling tussen gebieden.

New cards
74

relatieve afstand

De afstand die je meet in reistijd, kosten en moeite.

New cards
75

ruilvoet

De verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten.

New cards
76

ruimtelijk verschil

Verschil in inrichting van een gebied.

New cards
77

samenstelling van de beroepsbevolking

Procentuele verdeling van de werkende bevolking over de primaire, secundaire en tertiaire sector.

New cards
78

selectieve migratie

Migratie van groepen mensen met bepaalde kenmerken, zoals leeftijd, inkomen of opleidingsniveau.

New cards
79

semiperiferie

Land of gebied dat een tussenpositie heeft tussen periferie en centrum. Vaak opkomende landen door de groei in industrie. BRICS-MIT-landen.

New cards
80

sociaal verschil

Groot (en meestal ongewenst) verschil in welvaart en ontwikkelingskansen tussen verschillende groepen in de bevolking.

New cards
81

sociale migratie

Migratie met als doel weer bij je familie te zijn.

New cards
82

sociale ongelijkheid

Verschillen in welvaart tussen verschillende groepen mensen in een gebied.

New cards
83

speciale economische zone (sez)

Gebied waar buitenlandse bedrijven zich mogen vestigen en waar ze weinig belasting betalen.

New cards
84

subsidie

Geld (meestal van de overheid) dat bedoeld is om mensen, verenigingen etc. te steunen.

New cards
85

taal

Cultuurelement dat een belangrijk middel is in de overdracht van informatie, gevoelens en ideeën.

New cards
86

tariefmuur

Invoerrechten (geld dat je moet betalen om een product in te voeren).

New cards
87

tijd-ruimtecompressie

Proces waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen door de moderne transport- en informatietechnologie daalt.

New cards
88

transporttechnologie

Technische voorzieningen die samenhangen met vervoer van goederen en mensen.

New cards
89

triade

Driedeling van het wereldsysteem, waarbij de delen aangestuurd worden vanuit Noord-Amerika, Europa en Japan.

New cards
90

verdringing op de arbeidsmarkt

De ene groep (bijvoorbeeld migranten) neemt de banen over van een andere groep (bijvoorbeeld de autochtone bevolking).

New cards
91

vergrijzing

Toename van het aandeel ouderen (65+) in de bevolking.

New cards
92

vergroening

De toename van het aandeel jongeren in de samenstelling van de bevolking.

New cards
93

verstedelijking

toename van het percentage van de bevolking dat in een stad woont (= urbanisatie).

New cards
94

vestigingskolonie

Overzees gebiedsdeel waar Europeanen zich blijvend gingen vestigen.

New cards
95

vrijemarkteconomie

Economisch systeem waarbij de productie in handen is van particuliere ondernemers.

New cards
96

vrijhandel

Handel tussen landen die volledig plaatsvindt volgens de wetten van vraag en aanbod. Het tegenovergestelde van vrijhandel is protectionisme.

New cards
97

wereldstad

Grote stad die voor een deel van de wereld belangrijk is op het gebied van economie, politiek en cultuur (= metropool).

New cards
98

wereldsysteem

Een indeling van de wereld naar welvaart waarbij de drie blokken (centrum, semiperiferie en periferie) op tal van terreinen met elkaar verbonden zijn.

New cards
99

zakelijke en financiële dienstverlening

Bedrijfstak die zich bezighoudt met het leveren van financiële en andere diensten aan bedrijven of de overheid.

New cards
100

zware industrie

Bedrijven die veel zware grondstoffen gebruiken, zoals steenkool, ijzererts of ruwe olie.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 131 people
... ago
4.8(4)
note Note
studied byStudied by 16 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 22 people
... ago
5.0(3)
note Note
studied byStudied by 25 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 41 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 6 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 42 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 105 people
... ago
5.0(2)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (50)
studied byStudied by 11 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (44)
studied byStudied by 6 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (22)
studied byStudied by 3 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (45)
studied byStudied by 240 people
... ago
4.6(27)
flashcards Flashcard (25)
studied byStudied by 80 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (76)
studied byStudied by 24 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (113)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (57)
studied byStudied by 41 people
... ago
5.0(1)
robot