1/163
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Werkgelegenheid
het aantal beschikbare vacatures
Beroepsbevolking
aanbod van arbeid (iedereen die aan het werk kan, alle mensen van leeftijd 20-64 jaar)
Krappe arbeidsmarkt
wanneer er meer vacatures zijn dan werkzoekenden (vacatures van jobs blijven openstaan)
Ruime arbeidsmarkt
wanneer er meer werkzoekenden zijn dan vacatures (werkgevers kunnen makkelijk mensen aanwerven)
Vergrijzing
groeiende groep van oudere mensen
Ontgroening
steeds minder jongeren (deze studeren meer en langer)
Demografische afhankelijkheidsratio
verhouding tussen draagkracht en draaglast
Draagkracht
mensen die op leeftijd zijn om te werken
Draaglast
mensen die te jong/oud zijn om te werken
Spanningsindicator
aantal werkzoekende per vacature
Primaire sector
aanleveren van grondstoffen en voedsel
Secundaire sector
verwerken van grondstoffen en voedsel
Tertiaire sector
aanbieden van commerciële diensten
Quartaire sector
aanbieden van niet-commerciële diensten
Werkgeversorganisaties
vertegenwoordigen van werknemers in bedrijven en economische sectoren
Werknemer
hebben een contract met een werkgever die niet verbonden is aan de overheid (arbeiders - bedienden)
Eenheidsstatuut
gelijktrekken van de rechten tussen arbeiders en bedienden
Ambtenaar
hebben een contract met een werkgever die verbonden is aan de overheid
Zelfstandigen
zonder arbeidsovereenkomst
Vast circuit
contracten van onbepaalde duur
Tijdelijk circuit
contracten van tijdelijke duur (duidelijk = je werkt 2 jaar, onduidelijk = je werkt tot iemand terug komt)
Numerieke flexibiliteit
werken met tijdelijke contracten
Externe numerieke flexibiliteit
om makkelijk te schuiven in het aantal personeelsleden (wie aanwerven en wie ontslaan)
Interne numerieke flexibiliteit
om mensen deeltijds te laten werken (arbeidsvolume verhogen of verlagen)
Verticale segregatie
objectief loopbaansucces is lager door tijdelijke contracten (minder promotie, af en toe zonder job,...)
Horizontale segregatie
ongelijke verdeling van mannen en vrouwen over verschillende sectoren
Actieve beroepsbevolking
mensen die aan het werk zijn of opzoek zijn naar werk
Niet-beroeps actieve bevolking
mensen die zoekend maar niet beschikbaar zijn (studenten), mensen die beschikbaar maar niet zoekend (ontmoedigden), mensen die niet zoekend en niet beschikbaar zijn (inactieven, bv: vervroegd pensioen)
Activiteitsgraad
aantal werkzoekenden + aantal werkende / totale bevolking (indicatie van draagkracht van een land)
Werkzaamheidsgraad
aantal werkenden / beroepsbevolking (hoe veel mensen werken er van degene die zouden kunnen werken)
Werkloosheidsgraad
aantal werklozen / werkende + werklozen
Numerieke ondertewerkstelling
minder uren werkt dan dat je zou willen
Horizontale ondertewerkstelling
je zit in een job die niet met je specialisatie te maken heeft
Verticale ondertewerkstelling
je zit in een job die te maken heeft met je specialisatie maar op een verkeerd niveau
Stakeholders
belanghebbenden van een onderneming
Waarden
missie en visie van een organisatie
Artefacten
zaken die je echt kan zijn (symbolen, verhalen, fysieke structuren, taal, rituele en ceremonies)
Assumpties
zaken die we niet uitspreken ten opzichte van elkaar maar wel weten
Familiecultuur/clancultuur/collaborate
intern en flexibiliteit
Innovatiecultuur/adhocracy/create
extern en flexibiliteit
Marktcultuur/compete
extern en stabiel
Hiërarchiecultuur/control
intern en stabiel
ASA model
attraction, selection, attrition
Organigram
toont de interne structuur van een organisatie
Specialisatie
mate waarin organisatie zich richt op specifiek gebeid van expertise/activiteit
Chain of command
formele lijn van autoriteit (verticaliteit in een organisatie)
Span of control
hoeveel mensen een leidinggevende onder zich heeft staan
Centralisatie
manier waarop beslissingen worden genomen (centrale beslissingen of decentrale beslissingen)
Formalisering
mate waarin regels, procedures en communicatie zijn voorgeschreven
Eigenschapstheorie
iemand is een goede leider door zijn/haar persoonlijkheidseigenschappen
Gedragstheorie
een goede leider word je door het gedrag dat je stelt
Contingentietheorie
je bent een goede leider als je past bij de volgers die je hebt (situationeel)
Motivationele theorie
leiden in functie van de volgers die je hebt (transformationeel leiderschap)
Primaire groep
een kleine groep, die lang bestaat, zijn er emotioneel bij betrokken, heeft een invloed op je identiteitsvorming
Secundaire groep/sociale groep
een kleine groep, die lang bestaat, is geformaliseerd (bv: een orkest)
Collectief
een grote groep die wordt opgericht om een bepaald doel te bereiken
Categorie
een grote groep op basis van sociale identiteit en gelijkenissen in kenmerken
Social ties
e-het aantal verbindingen tussen leden in de groep
Werk team
operationele teams voor bepaalde taken
Management team
zijn strategisch (kijken op lange termijn) en willen bepaalde visies neerzetten
Project team
ontstaan meer ad hoc en gaan dan rond bepaalde thema's werken
Advise/parallelle teams
gaan adviezen geven aan anderen maar zelf nooit beslissingen nemen
Cross-functionele teams
zijn interdisciplinair opgebouwd, zorgen ervoor dat alle disciplines aan bod komen
Input
teamleden die hun kennis, ervaringen, waarden, vaardigheden,... gaan combineren
Mediator
alle processen die teams meemaken (emergent states, processen)
Output
bepaald product/dienst die het team wil uitbrengen (performance ,team leren, tevredenheid)
Teamcompositie
wat is de samenstelling van het team
Teamstructuur
de grootte van het team, de locatie, de interdependentie
Taak interdependentie
mate waarin teamleden afhankelijk zijn van elkaar om taken uit te voeren
Pooled interdependence
teamleden dragen bij aan hetzelfde product maar onafhankelijk van elkaar
Sequential interdependence
taken worden verder doorgegeven aan elkaar
Reciprocal interdependence
veel vragen aan elkaar stellen, zijn afhankelijk van elkaars kennis
Token members
1 iemand in de context plaatsen met allemaal anderen (bv: enigste vrouw in team van het leger)
Taakwerk processen
wat teamleden doen
Teamwerk processen
hoe teamleden het doen
Missieanalyse
samenkomen als team om te zien wat de missie is
Taakconflict
onenigheid bij teamleden omtrent de inhoud of uitkomst van de taak
Procesconflict
onenigheid bij teamleden omtrent de methodes/procedures voor het werken aan de taak
Relatieconflict
onenigheid bij teamleden omtrent interpersoonlijke thema's
Doordrukken
nadruk op het eigenbelang (compete)
Samenwerken
nadruk op het eigenbelang en het belang van anderen (collaborating)
Toegeven
nadruk op het belang van anderen (accomodating)
Vermijden
geen nadruk op het eigen belang maar ook niet op het belang van anderen (avoidance)
Knowledge stock
welke expertise en kennis hebben we
Consensus
zijn leden het eens over wie wat weet
Accuraatheid
mate waarin teamleden verwacht worden bepaalde kennis te bezitten, deze kennis ook werkelijk bevatten
Visioning
investeren in formuleren van visie
Premortem
gaan kijken waar het fout kan gaan
Cross-training
werken op verschillende werkplekken in bedrijf
Scenario based learning
team scenario's voorleggen
Debriefs
aantonen waar we zitten
Huddles
kort overlopen wat er is gebeurd
Onboarding
nieuwkomers stap voor stap begeleiden
New leader assimilation
proces om nieuwe leider snel te integreren
Sociale cohesie
gedeelde interpersoonlijke aantrekking tot elkaar en het team
Extra-rol prestatie
meer bereiken dan puur het inhoudelijke doel (meer doen dan gevraagd)
Arbeidsomstandigheden
fysieke omgeving waarin je zit
Arbeidsinhoud
aard van de job, wijze waarop je de job uitvoert
Arbeidsvoorwaarden
voorwaarden die in je contract staan, waaronder je de job uitvoert
Arbeidsrelaties
relaties met andere mensen op de werkvloer