Licht en Natuurkunde

Flashcards over de basisprincipes van licht, kleur, en spiegels in de natuurkunde.

Wat zijn de twee belangrijkste soorten lichtbronnen?

Natuurlijke lichtbronnen (zoals de zon en sterren) en kunstmatige lichtbronnen (zoals kaarsen en ledlampen).

Wat ontstaat er als een voorwerp het licht van een lichtbron tegenhoudt?

Er ontstaat een schaduw, een gebied waar het licht niet rechtstreeks kan komen.

Hoe kun je een schaduw tekenen?

Teken de randstralen die net niet door het voorwerp gaan en kleur het gebied daarachter, het schaduwgebied.

Wat is een kernschaduw?

De donkerste plek waar de schaduwbeelden van twee lichtbronnen overlappen.

Wat is diffuus licht?

Licht dat zachter is en minder harde schaduwen geeft, ontstaan door verstrooiing.

Wat doet het witte zonlicht?

Het bestaat uit alle kleuren van de regenboog en wordt waargenomen als een spectrum.

Wat gebeurt er met licht dat op een object valt?

Het licht wordt diffuus teruggekaatst, waardoor het object zichtbaar wordt.

Wat is de functie van infrarode straling?

Infrarode straling wordt gebruikt in apps zoals afstandsbedieningen en bewegingssensoren.

Wat is het effect van ultraviolette straling op de huid?

Het veroorzaakt het bruin worden van de huid, maar te veel kan zonnebrand en huidkanker veroorzaken.

Wat is de spiegelwet?

Bij terugkaatsing door een vlakke spiegel geldt altijd dat de hoek van inval gelijk is aan de hoek van terugkaatsing.