vraag antwoord kwalitatief 1

studied byStudied by 0 people
0.0(0)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions

1 / 62

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

63 Terms

1

Wat is kwalitatief onderzoek?

Kwalitatief onderzoek is een overkoepelende categorie die een breed scala aan benaderingen en methoden bevat in verschillende onderzoekdsdisciplines.

New cards
2

Wat is de rol van een reflexieve onderzoeker?

Een reflexieve onderzoeker is zich bewust van de kwaliteit van het onderzoek en van het theoretische perspectief op het onderwerp.

New cards
3

Waarop ligt de focus van kwantitatief onderzoek?

Kwantitatief onderzoek richt zich op vragen zoals 'hoeveel', in plaats van de 'wat', 'waarom' en 'hoe' vragen van kwalitatief onderzoek.

New cards
4

Wat bestudeert ontologie?

Ontologie houdt zich bezig met opvattingen over de wereld en wat we erover weten.

New cards
5

Wat is realisme in ontologie?

Realisme beweert dat er sprake is van een externe werkelijkheid die onafhankelijk bestaat van het geloof en begrip van mensen.

New cards
6

Wat is idealisme in ontologie?

Idealisme beweert dat de werkelijkheid alleen kenbaar is door de menselijke geest en sociaal geconstrueerde betekenissen.

New cards
7

Wat is naïef realisme?

naïef realisme stelt dat de werkelijkheid direct geobserveerd kan worden.

New cards
8

Wat is voorzichtig realisme?

Voorzichtig realisme stelt dat de werkelijkheid geschat kan worden.

New cards
9

Wat is diepte realisme?

Diepte realisme stelt dat de werkelijkheid bestaat uit verschillende domeinen die in verschillende mate geobserveerd kunnen worden.

New cards
10

Wat is subtiel realisme?

Subtiel realisme stelt dat de sociale werkelijkheid onafhankelijk is van subjectieve, individuele interpretaties, maar alleen toegankelijk is via interpretaties.

New cards
11

Wat is materialisme?

Materialisme stelt dat de werkelijkheid bestaat uit fysieke en materiële eigenschappen.

New cards
12

Wat is subtiel idealisme?

Subtiel idealisme stelt dat de sociale wereld bestaat uit sociale constructen die gedeeld worden door mensen.

New cards
13

Wat is radicaal idealisme?

Radicaal idealisme stelt dat er geen gedeelde sociale werkelijkheid bestaat, alleen individuele constructies van de werkelijkheid.

New cards
14

Wat bestudeert epistemologie?

Epistemologie bestudeert manieren om kennis op te doen en te leren over de sociale wereld.

New cards
15

Wat is het inductieve proces?

Het inductieve proces is een bottom-up benadering waarbij kennis wordt vergaard door het observeren van processen.

New cards
16

Wat is het deductieve proces?

Het deductieve proces is een top-down benadering waarbij hypothesen worden opgesteld die vervolgens getest worden.

New cards
17

Wat stelt het positivisme?

Positivisme stelt dat de werkelijkheid objectief is waar te nemen.

New cards
18

Wat stelt het interpretivisme?

Interpretivisme stelt dat de sociale werkelijkheid onderzocht moet worden via perspectieven en interpretaties.

New cards
19

Wat onderzoekt etnografie?

Etnografie draait om het begrijpen van de sociale en culturele wereld, vaak door participatie in de samenleving.

New cards
20

Wat onderzoekt fenomenologie?

Fenomenologie beschrijft de betekenis die mensen aan een bepaald fenomeen geven.

New cards
21

Wat onderzoekt hermeneutiek?

Hermeneutiek onderzoekt hoe mensen in de praktijk betekenis geven aan de sociale wereld.

New cards
22

Wat onderzoekt interactionisme?

Interactionisme onderzoekt interacties tussen mensen en de betekenissen die zij hieraan toekennen in een sociale omgeving.

New cards
23

Wat is grounded theory?

Grounded theory is een methode die data analyseert om sociale processen te verklaren.

New cards
24

Wat onderzoekt critical inquiry?

Critical inquiry onderzoekt hoe mensen sociale restricties verbreken, zoals in het dagelijks leven.

New cards
25

Wat is theoretisch onderzoek?

Theoretisch onderzoek richt zich op het testen, genereren of versterken van theoretische concepten binnen een vakgebied.

New cards
26

Wat is toegepast onderzoek?

Toegepast onderzoek richt zich op het gebruik van kennis om praktische problemen op te lossen.

New cards
27

Wat is beschrijvend onderzoek?

Beschrijvend onderzoek richt zich op het beschrijven van wat bestaat en hoe het zich manifesteert.

New cards
28

Wat is exploratief onderzoek?

Exploratief onderzoek onderzoekt een onderwerp om er meer inzicht in te krijgen en mogelijke hypothesen te formuleren.

New cards
29

Wat is verklarend onderzoek?

Verklarend onderzoek onderzoekt de oorzaken of relaties tussen bepaalde verschijnselen.

New cards
30

Wat is evaluerend onderzoek?

Evaluerend onderzoek beoordeelt de effectiviteit of impact van een fenomeen, interventie of strategie.

New cards
31

Wat is generatief onderzoek?

Generatief onderzoek ondersteunt de ontwikkeling van nieuwe theorieën, concepten, strategieën of acties.

New cards
32

Wat is triangulatie?

Triangulatie is het gebruik van verschillende instrumenten en bronnen om conclusies te checken en uit te breiden.

New cards
33

Wat zijn primaire data?

Primaire data zijn gegevens die door de onderzoeker zelf verzameld zijn om de onderzoeksvraag te beantwoorden.

New cards
34

Wat zijn secundaire data?

Secundaire data zijn gegevens die eerder door anderen zijn verzameld, vaak voor andere doeleinden.

New cards
35

Wat zijn natuurlijk voorkomende data?

Natuurlijk voorkomende data zijn gegevens die zonder tussenkomst van de onderzoeker ontstaan, zoals observaties of bestaande documenten.

New cards
36

Wat zijn gegenereerde data?

Gegenereerde data zijn gegevens die actief door de onderzoeker worden verzameld, zoals interviews of experimenten.

New cards
37

Wat is participant observation?

Bij participant observation neemt de onderzoeker deel aan de onderzoekspopulatie en observeert gedrag en interacties van binnenuit.

New cards
38

Wat is gewone observatie?

Bij gewone observatie observeert de onderzoeker gedrag en interacties zonder deel te nemen aan de populatie.

New cards
39

Wat is documentary analysis?

Documentary analysis onderzoekt bestaande documenten om hun inhoud of betekenis te analyseren.

New cards
40

Wat is discourse analysis?

Discourse analysis richt zich op de inhoud en structuur van teksten en verbale communicatie.

New cards
41

Wat is conversation analysis?

Conversation analysis onderzoekt gedetailleerd hoe gesprekken worden opgebouwd en vastgesteld.

New cards
42

Wat zijn biographical methods?

Biographical methods gebruiken levensverhalen en biografieën om een fenomeen te onderzoeken.

New cards
43

Wat zijn diepte-interviews?

Diepte-interviews zijn gesprekken waarbij diepgaande informatie wordt verkregen over persoonlijke perspectieven en complexe vraagstukken.

New cards
44

Wat is het verschil tussen individuele interviews en focusgroepen?

Individuele interviews richten zich op persoonlijke perspectieven, terwijl focusgroepen de interactie tussen deelnemers benadrukken.

New cards
45

Wat zijn paired/triad interviews?

Dit zijn diepte-interviews uitgevoerd met twee of drie personen tegelijk, wat een combinatie van perspectieven mogelijk maakt.

New cards
46

Wat zijn focusgroepen?

Focusgroepen brengen meerdere respondenten samen om in groepsverband een onderwerp te bespreken.

New cards
47

Wat is aselecte steekproeftrekking?

Aselecte steekproeftrekking is een willekeurige selectie van deelnemers en wordt vaak gebruikt in kwantitatief onderzoek.

New cards
48

Wat is niet-aselecte steekproeftrekking?

Niet-aselecte steekproeftrekking is een bewuste selectie van deelnemers gebaseerd op specifieke kenmerken of criteria.

New cards
49

Wat is homogene steekproeftrekking?

Homogene steekproeftrekking richt zich op een specifieke groep deelnemers met dezelfde eigenschappen, zoals alleen studenten.

New cards
50

Wat is heterogene steekproeftrekking?

Heterogene steekproeftrekking onderzoekt meerdere groepen met uiteenlopende kenmerken, zoals studenten en werknemers.

New cards
51

Wat is extreme case sampling?

Extreme case sampling richt zich op het bestuderen van zeer ongewone of uitzonderlijke gevallen.

New cards
52

Wat is intensity sampling?

Intensity sampling onderzoekt extreme, maar meer representatieve cases dan bij extreme case sampling.

New cards
53

Wat is typical case sampling?

Typical case sampling onderzoekt de 'normale' of gemiddelde gevallen binnen een populatie.

New cards
54

Wat is stratified purpose sampling?

Stratified purpose sampling combineert homogene en heterogene steekproeven door respondenten op te splitsen in specifieke subgroepen.

New cards
55

Wat is critical case sampling?

Critical case sampling onderzoekt cases die cruciaal zijn om het fenomeen te begrijpen.

New cards
56

Wat is snowball sampling?

Bij snowball sampling vraagt de onderzoeker aan deelnemers om anderen aan te bevelen die aan de criteria voldoen.

New cards
57

Wat is area sampling?

Respondenten worden gezocht op een specifieke locatie of gebied.

New cards
58

Wat is universalisme in ethiek?

Universalisme stelt dat ethische regels en standaarden nooit geschonden mogen worden, ongeacht de situatie.

New cards
59

Wat is de deontologische aanpak?

Ethiek is gebaseerd op de plichten van de onderzoeker, waarbij acties moreel correct moeten zijn.

New cards
60

Wat is de utilitaire aanpak?

De utilitaire aanpak weegt de voor- en nadelen van onderzoeksresultaten tegen elkaar af.

New cards
61

Wat is situationeel relativisme?

Volgens situationeel relativisme is ethiek afhankelijk van de context, zonder universele standaarden.

New cards
62

Wat is geïnformeerde toestemming?

Geïnformeerde toestemming betekent dat deelnemers volledig geïnformeerd worden voordat zij toestemming geven.

New cards
63

Wat is vertrouwelijkheid?

Vertrouwelijkheid betekent dat gegevens anoniem blijven en dat deelnemers beschermd worden.

New cards
robot