Kaarten: Accounting Public Sector | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/70

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

71 Terms

1
New cards

Vermogensboekhouding

De vermogensboekhouding draait om de balans, die een momentopname geeft van de financiële situatie van een organisatie.

2
New cards

Balans

Een financieel overzicht van activa (bezittingen) en passiva (financieringsbronnen), per een bepaalde datum.

3
New cards

Activa

Wat de organisatie bezit en hoe het vermogen is aangewend. Bestaat uit vaste activa (zoals gebouwen, machines) en vlottende activa (zoals geld, voorraden, vorderingen).

4
New cards

Passiva

De financieringsbronnen van een organisatie. Bestaat uit eigen vermogen (vermogen van oprichters en opgebouwde reserves) en vreemd vermogen (schulden).

5
New cards

Resultatenrekening

Overzicht van kosten en opbrengsten tijdens een boekjaar, die de winst of het verlies bepalen.

6
New cards

Eigen vermogen

Vermogen dat afkomstig is van oprichters en winstreserves. Wordt beïnvloed door kosten (dalend) en opbrengsten (stijgend).

7
New cards

Vreemd vermogen

Schulden van de organisatie, zoals leningen en leverancierskredieten.

8
New cards

Financieel economische verrichtingen

Boekingen zoals aankopen, verkopen, loonbetalingen. Enkel financiële en economische transacties worden geregistreerd.

9
New cards

Resource Dependency Theory

Theorie die stelt dat organisaties worden beïnvloed door externe financieringsbronnen en zich daaraan aanpassen.

10
New cards

Cosmetic accounting

Het bewust presenteren van financiële gegevens op een gunstige manier binnen wettelijke marges. Ook bekend als 'creative accounting'.

11
New cards

Grootboek

Overzicht van alle T-rekeningen en hun bewegingen.

12
New cards

Journaal

Chronologische registratie van financiële transacties. Verplicht volgens de wet.

13
New cards

Journaalpost

Een boeking waarbij gedebiteerde en gecrediteerde rekeningen worden genoteerd.

14
New cards

Proef- en saldibalans

Overzicht van alle rekeningen en hun totalen om rekenkundige juistheid te controleren.

15
New cards

Inventarisering

Controle van werkelijke bezittingen, vorderingen en schulden aan het einde van het boekjaar.

16
New cards

Stappen boekhoudkundige verwerking

1. Openen beginbalans

2. Financieel-economische verrichtingen registreren

3. Opstellen proef- en saldibalans

4. Inventarisverrichtingen uitvoeren

5. Definitieve jaarrekening opstellen

17
New cards

Rekeningenstelsel MAR

Wettelijk opgelegd minimumsysteem voor de indeling van rekeningen.

18
New cards

Wetgeving boekhouding

Elke onderneming moet een minimum rekeningenstelsel gebruiken en specifieke details volgen indien vereist.

19
New cards

Vaste activa vs. Vlottende activa

Vaste activa: Bezittingen met een lange levensduur (gebouwen, machines).

Vlottende activa: Bezittingen die snel omgezet worden in geld (voorraden, kasmiddelen).

20
New cards

Monetair vs. Niet-monetair vermogen

Monetair vermogen: Wordt beïnvloed door inflatie (zoals geld en vorderingen).

Niet-monetair vermogen: Heeft geen directe inflatie-impact (zoals gebouwen en machines).

21
New cards

Ondernemingsentiteit

Elke onderneming voert haar eigen boekhouding, juridisch gescheiden van andere entiteiten.

22
New cards

Uitdrukken in geldwaarde

Alles moet in euro's worden uitgedrukt, ook niet-monetaire activa.

23
New cards

Bestendigheid

Boekhoudregels consistent volgen; wijzigingen moeten toegelicht worden.

24
New cards

Continuïteit (Going Concern)

Aannemen dat de onderneming blijft bestaan en dus geen toekomstige stopzettingskosten boeken.

25
New cards

Verantwoordingsstukken

Alle boekhoudkundige verrichtingen moeten gedocumenteerd worden via facturen, contracten, enz.

26
New cards

Volledigheid

Alle financiële feiten die de rechtspersoon betreffen, moeten in de boekhouding komen.

27
New cards

Niet-compensatie

Activa en passiva mogen niet tegen elkaar worden weggestreept; ze moeten apart worden gerapporteerd.

28
New cards

Toerekening kosten en opbrengsten (Matchingprincipe)

Kosten en opbrengsten toewijzen aan de juiste periode.

29
New cards

Individuele waardering

Elk actief afzonderlijk waarderen.

30
New cards

Voorzichtigheid

Bij onzekerheid het slechtste scenario kiezen om risico's te vermijden.

31
New cards

Objectiviteit

Waardering moet gebaseerd zijn op objectieve maatstaven.

32
New cards

Relevantie

Enkel materieel significante posten opnemen in de boekhouding.

33
New cards

Periodiciteit

Financiële rapporten moeten op regelmatige basis worden opgesteld.

34
New cards

Vergelijkbaarheid

Cijfers moeten eenvoudig te vergelijken zijn over de jaren heen.

35
New cards

Getrouw beeld (True and Fair View)

De financiële rapportering moet een correct en betrouwbaar beeld geven van de onderneming.

36
New cards

Aanschafwaarde vs. actuele waarde

Activa worden geboekt aan aanschafwaarde, niet aan geschatte marktwaarde.

37
New cards

Vervaardigingsprijs

Zelf geproduceerde activa worden gewaardeerd op basis van directe en indirecte kosten.

38
New cards

Inbrengwaarde

Activa kunnen ingebracht worden in een vennootschap in ruil voor aandelen.

39
New cards

Ruilwaarde

Activa kunnen ook via ruiltransacties worden verkregen en moeten correct gewaardeerd worden.

40
New cards

Afschrijvingen

Systematische waardevermindering van activa over hun economische levensduur.

41
New cards

Waardeverminderingen

Niet-systematische waardeverminderingen door bv. schade of nieuwe regelgeving.

42
New cards

Waardestijgingen

Herwaardering is optioneel en moet aan strikte voorwaarden voldoen.

43
New cards

Zijn ziekenfondsen VZW's?

Nee, ziekenfondsen vallen onder mutualiteiten en niet onder de VZW-wetgeving. Ze vallen onder de wet van 1998.

44
New cards

Wat is een financiële audit?

Een controle of de jaarrekening betrouwbaar is, maar zegt niets over de financiële toestand van een VZW.

45
New cards

Welke soorten boekhouding bestaan er voor VZW's?

Vereenvoudigde boekhouding, Micro-boekhouding, Kleine VZW, Andere dan kleine VZW.

46
New cards

Wat is een micro-VZW?

Een vennootschap zonder moeder en zonder dochters, waarbij alle aandelen bij natuurlijke personen zitten.

47
New cards

Wat is een vereenvoudigde boekhouding?

Enkel kasboekhouding nodig: ontvangsten en uitgaven in cash en op de bank registreren.

48
New cards

Is een begroting verplicht?

Ja, maar er is geen neerleggingsverplichting, waardoor veel VZW's geen begroting opstellen.

49
New cards

Wat wordt bedoeld met omzet?

De totale inkomsten van een VZW.

50
New cards

Wat zijn VTE's (voltijdse equivalenten)?

Het aantal voltijdse werknemers (geen vrijwilligers).

51
New cards

Wat betekent 'niet-recurrent'?

Uitzonderlijk, onverwacht en weinig voorkomend (bv. diefstal).

52
New cards

Wanneer geldt een geconsolideerde grootteorde?

Als een VZW verbonden is met een vennootschap, moet ze in de consolidatie van de vennootschap opgenomen worden.

53
New cards

Wat is een inventaris?

Een jaarlijkse opstelling van bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen.

54
New cards

Wat staat er in de toelichting?

Waarderingsregels, aanpassingen en bijkomende inlichtingen.

55
New cards

Wat is de staat van het vermogen?

Overzicht van alle vorderingen, bezittingen, schulden, rechten en verplichtingen aan het einde van het boekjaar.

56
New cards

Verschil tussen balans en staat van het vermogen?

Geen balansevenwicht, geen eigen vermogen, niet gebaseerd op grootboek/rekeningen.

57
New cards

Waarom hebben VZW's een staat van vermogen?

1. Overstap naar vermogensboekhouding mogelijk. 2. Transparantie voor stakeholders.

58
New cards

Hoe bereken je de lineaire afschrijving?

(Aanschafwaarde - restwaarde) / levensduur.

59
New cards

Wat is het voordeel van rekening houden met restwaarde?

Geeft een getrouwer beeld en vermijdt 'cosmetic accounting'.

60
New cards

Wat betekent 'pro rata temporis' afschrijven?

Afschrijving berekenen op basis van de periode waarin het actief in gebruik is.

61
New cards

Wat is een dubieuze vordering?

Een vordering waarvan men twijfelt of deze nog betaald wordt.

62
New cards

Wat is het verschil tussen een waardevermindering en een gerealiseerde minderwaarde?

Waardevermindering = geschatte daling in waarde. Gerealiseerde minderwaarde = daadwerkelijk verlies.

63
New cards

Is openbaarmaking verplicht?

Ja, alle VZW's moeten hun jaarrekening openbaar maken.

64
New cards

Wat zijn 'slapende VZW's'?

VZW's die enkel op papier bestaan maar niet meer actief zijn.

65
New cards

Waarom klopt de Resource Dependence Theory niet?

Er is geen sanctie voor het niet neerleggen van de jaarrekening, en subsidies worden niet afhankelijk gesteld van naleving.

66
New cards

Wie moet een sociale balans opmaken?

VZW's met minstens 20 VTE's.

67
New cards

Wat is het doel van de sociale balans?

Informatie geven over werkgelegenheid aan de overheid en belanghebbenden.

68
New cards

Wat is een jaarverslag?

Uitgebreide versie van de jaarrekening met beleidsinformatie.

69
New cards

Wat moet verplicht in het jaarverslag van een 'andere dan kleine' VZW?

1. Overzicht van de activiteiten en risico's. 2. Belangrijke gebeurtenissen na einde boekjaar. 3. Informatie over R&D en bijkantoren. 4. Verantwoording van overgedragen verlies.

70
New cards

Waarom vraagt de wetgever om een jaarverslag?

Meer transparantie, ook kwalitatieve informatie naast financiële cijfers.

71
New cards

Wat moet verplicht worden neergelegd bij de NBB?

Jaarrekening: elke VZW, Begroting: geen enkele VZW, Jaarverslag: 'andere dan kleine' VZW, Commissarisverslag: enkel als er een commissaris is.